Het is 2018, hartje winter. Overal ter wereld gaat alles alleen maar sneller en sneller, maar in het noordwesten van Groenland lijkt dat reuze mee te vallen. Het is een enorm land, maar er wonen maar 56.000 mensen – minder inwoners dan Heerhugowaard.Aan de westkant van Groenland ligt het eilandje Akunaap Nunnaa. In het enige dorpje op het eiland, Akunnaaq, wonen op het moment van schrijven zo’n zeventig mensen – allemaal Inuit en voornamelijk jagers. Het dorpje bestaat uit pakweg vijftig huizen die op een rotsachtige grond staan, met uitzicht op de zee. Nog niet eens tien van die huizen hebben stromend water.
Advertentie
Het kan stervenskoud worden in de winter, met een gemiddelde temperatuur van min 20 graden Celsius. Honderd kilometer in elke richting vind je geen wegen of bomen, laat staan hotels, restaurants of huisartsenposten. Er is alleen een bevroren haven, een visverwerkingsbedrijf en een kruidenierswinkeltje waar je munitie, frisdrank en snoep kunt kopen. Verder is er vooral heel veel ijs en sneeuw. En natuurlijk: de zee.Tijdens mijn verblijf op het eiland ontmoette ik zeehondenjagers, tieners die aan hun smartphones vastgeplakt zaten, jonge voetballers, een leraar die tevens schrijver was, een Lutherse priester en andere kleurrijke types.
Een typische dag op Akunnaaq bestaat onder meer uit zeehond- en walvisvlees eten, te voet water halen uit de bevroren zee, toekijken hoe de ijsschotsen zich opstapelen bij het vissershaventje en wachten op de helikopter die voorraden komt brengen.Zo gaat het leven eraan toe als je meerdere maanden per jaar bent afgezonderd van de rest van de wereld. “Mensen op het vasteland zien ijs als bevroren water, maar Inuit snappen dat water eigenlijk gesmolten ijs is,” aldus een bewoner.
In 2018 hopen de ijsschotsen zich niet meer op zoals het hoort. Eind januari is het geregeld min 5 graden Celsius, wat ongebruikelijk warm is. Dat heeft tot gevolg dat de schotsen op bepaalde plekken maar een paar winterse weekjes bij elkaar blijven. Dat weerhoudt bewoner Jacob er niet van om op zijn sneeuwscooter te stappen en over de ijslagen richting het zuiden te zoeven. In zijn achterhoofd vraagt hij zich wel altijd af of het ijs sterk genoeg zal blijven, en of de bewoners van Akunnaaq zich nog naar andere eilanden zullen kunnen verplaatsen.
Advertentie
Steeds vaker blijkt het ijs toch echt te dun. Jacob slaat op het ijs met zijn tuk, een lange stok met een mes aan het uiteinde, om te kijken hoe dik het is. “Niet dik genoeg,” concludeert hij. “Misschien morgen, als het kouder is.”
De Noordpool is het strijdtoneel geworden van commerciële partijen, vooral sinds de Noordwestelijke Doorvaart, die de Atlantische en Stille Oceaan met elkaar verbindt, toegankelijker is geworden. Er worden cruises georganiseerd voor toeristen en er wordt olie geboord en uranium gewonnen – wat de Groenlandse regering toelaat omdat het land financieel gezien minder afhankelijk van Denemarken wil worden. In 2009 werd Groenland een autonoom gebied binnen het Deense koninkrijk, maar het krijgt nog steeds financiële steun – ter waarde van een kwart van het Groenlandse bruto binnenlands product.
De Noordpool is het strijdtoneel geworden van commerciële partijen, vooral sinds de Noordwestelijke Doorvaart, die de Atlantische en Stille Oceaan met elkaar verbindt, toegankelijker is geworden. Er worden cruises georganiseerd voor toeristen en er wordt olie geboord en uranium gewonnen – wat de Groenlandse regering toelaat omdat het land financieel gezien minder afhankelijk van Denemarken wil worden. In 2009 werd Groenland een autonoom gebied binnen het Deense koninkrijk, maar het krijgt nog steeds financiële steun – ter waarde van een kwart van het Groenlandse bruto binnenlands product.
De bevolking van Akunnaaq neemt al jaren af: in 2013 waren er nog 115 inwoners, maar in 2021 zijn daar nog maar zo’n 70 van over. Dat komt vooral doordat jonge mensen in de hoop op een betere toekomst naar grotere steden trekken, zoals de hoofdstad Nuuk.
Als ik bewoners vraag of het dorp dit zal overleven en hun tradities zullen standhouden, hoor ik vaak het woord “immaqa” – misschien. Ze doen hun best, maar het valt niet mee. Steeds meer lokale producten, vooral vis, worden door grote Deense bedrijven geëxporteerd naar Europa en de Verenigde Staten, wat het voor de lokale bewoners steeds lastiger maakt om zich vast te houden aan hun traditionele dieet.
Als ik bewoners vraag of het dorp dit zal overleven en hun tradities zullen standhouden, hoor ik vaak het woord “immaqa” – misschien. Ze doen hun best, maar het valt niet mee. Steeds meer lokale producten, vooral vis, worden door grote Deense bedrijven geëxporteerd naar Europa en de Verenigde Staten, wat het voor de lokale bewoners steeds lastiger maakt om zich vast te houden aan hun traditionele dieet.
Advertentie
In plaats daarvan hebben de eilandbewoners weinig andere keuze dan duur en bewerkt voedsel te kopen, terwijl ze ondertussen geld proberen te verdienen door de overgebleven vis te verkopen – waardoor ze in een vicieuze cirkel terechtkomen.Scroll naar beneden om meer foto’s te zien.
Bekijk meer werk van Théo Giacometti op zijn website of Instagram.Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE Frankrijk.
Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.
Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.