FYI.

This story is over 5 years old.

De Dood

Ik besprak mijn diepe angst voor de dood met wildvreemde mensen

"Ik heb de film Sixth Sense op een veel te jonge leeftijd gezien en ik krijg nog steeds de kriebels als ik ‘s nachts ineens een de printer hoor kraken, of zo.”
Deborah Seymus
foto's door Deborah Seymus
Antwerp, BE

Ik ben niet religieus, maar soms heb ik van die momenten dat ik onder de douche sta en nadenk over het mogelijke bestaan van een leven na de dood. Vervolgens kom ik vaak uit bij een diepe, duistere angst. Want wat nou als er stiekem tóch een vreemde entiteit in de lucht leeft die vindt dat ik slecht heb geleefd, en mij daarvoor straft na mijn sterven?

Een onvoldoende voor mijn leven zou strict genomen best op z’n plaats zijn. Op de een of andere manier lukt het me nooit zo goed om te denken aan mijn medemens en het grotere belang. Ik koop massa’s goedkope troep zonder me te bekommeren om kinderarbeid, en ondersteun de verdorven vleesindustrie met mijn liefde voor kipfilet. Ik geef niet aan goede doelen en besteed ook nog eens veel te weinig aandacht aan mijn lieve familie. Eigenlijk denk ik alleen maar aan mezelf, en het zou me niks verbazen als ik daar na mijn dood voor moet boeten.

Advertentie

Meestal vervagen dit soort gedachten weer na wat domme filmpjes op mijn telefoonscherm, maar op dat zelfde scherm verscheen laatst iets dat me juist aan mijn angst deed herinneren. Mijn oog viel op een facebook-event: “Death Café” in Amsterdam. Het idee? Met vreemden filosoferen over de dood. De sessie zou plaatsvinden in een soort jongerenkerk, Stroom, maar ik las dat Death Café een wereldwijde beweging is die ook geschikt is voor niet-christenen en dwalende zielen zoals ik.

Zo’n Death Café leek me wat ongemakkelijk en ook wel confronterend, maar ik vond dat het nou eindelijk eens tijd was mijn angst recht in de ogen te kijken. Ik besloot erheen te gaan en mijn gedachten met mensen te delen, in de hoop mijn angst voor de dood wat te kunnen verminderen.

Sfeerimpressie van hoe ik er misschien bij hang in mijn after-life (uit “Het Laatste Oordeel” (1486) van Jeroen Bosch)

Ik kom binnen in een verrassend vol zaaltje. Er staan tien tafels waaraan mensen druk met elkaar praten. Ik ken niemand en voel me opgelaten, maar bedenk me dat ik me het beste meteen in de materie kan storten. Ik ga aan een willekeurige tafel zitten en richt me tot een jongen die schuin tegenover me zit. Hij is rond de twintig en heeft een grote bos krullen.

“Wat vind jij nou eigenlijk van de dood?” vraag ik.

Hij antwoordt zonder aarzeling: “Ik ben hartstikke bang voor de dood. Jij?”

“Je moest eens weten. Ik ben als de dood voor de dood”, zeg ik. De woordgrap was per ongeluk, maar de jongen lacht en zegt: “Goed gezegd.”

De organisator van Death Café Nederland, Gerko Tempelman, deelt ons in in groepjes. Binnen deze groepjes zullen we in het komende uur gaan uitweiden over de dood, legt Gerko uit.

Advertentie

Ik beland met drie andere mensen aan een tafel: Lara (26), Harmen (30) en Melissa (26). Ze zien er alledrie vrolijk en ontspannen uit, alsof ze bij de borrel van hun diploma-uitreiking zijn. Zelf voel ik dat ik bedrukt kijk. Ik besluit het hoge woord eruit te gooien:

“Ik ben Pien en ik ben bang dat er misschien een leven na de dood is waarin ik word gestraft omdat ik een slecht leven heb geleid. Want eigenlijk ben ik gewoon een vuile egoïst.”

Lara, Melissa en Harmen knikken vriendelijk.

Ik weet even niet wat ik verder moet zeggen, maar gelukkig reageert Harmen. “Mijn nichtje was dertien toen ze een terminale hersentumor kreeg. Ze wist dat ze dood zou gaan, maar vertrouwde erop dat ze bij God in de hemel zou komen.” Hij recht zijn rug. “Ze is met haar kale hoofd zelfs nog een bijbel gaan langsbrengen bij de ongelovige buren.” Mijn groepsgenootjes en ik luisteren met grote ogen. “Zelf twijfel ik ook veel over wat me na de dood te wachten staat. Ik ben christelijk en probeer goed te leven, maar ik weet uiteindelijk ook niet wat je nou precíés moet doen om na je dood beloond te worden. Dus in dat opzicht ben ik ook wel bang voor de dood, ja.” Ik knik. Ik voel me even opgelucht dat deze angsten ook kunnen spelen bij religieuzen .

“Hoe probeer je dan goed te leven?” vraag ik aan Harmen. Hij denkt na. “Ik deed eerst alles precies volgens de Bijbel, maar tegenwoordig doe ik het veel meer op gevoel. Ik denk dat God wel inziet dat mensen niet helemaal goed kunnen zijn, of niet altijd kunnen weten hoe dat moet. Dus ook als je fouten maakt, denk ik dat je wel goed terecht kunt komen na de dood.” Ik voel me plots iets minder schuldig over mijn levensstijl.

Advertentie

Lara neemt het woord. “Altijd als ik aan de dood denk, denk ik aan geesten. Word je een geest als je dood bent? Geesten zijn voor mij wel een gevoelig onderwerp, hoor. Ik heb de film Sixth Sense op een veel te jonge leeftijd gezien en ik krijg nog steeds de kriebels als ik ‘s nachts ineens een de printer hoor kraken, of zo.”

Dat enge jongetje van The Sixth Sense (1999)

Ik vraag haar of ze het dan niet eng vindt om na de dood te veranderen in zo’n rare geest. “Nee hoor”, zegt ze. “Ik vind het wel fijn om te denken dat je verder kunt leven na de dood. Want wat er dan ook precies gebeurt, je kunt in elk geval vasthouden aan het idee dat het niet definitief ophoudt. Dan is de dood ook makkelijker te accepteren.” Ik bedenk me dat ik me daar wel een beetje in kan vinden: beter íéts dan niets.

Melissa is op het puntje van haar stoel gaan zitten. “Vlak voordat mijn oma doodging, heb ik haar geest zien zitten op een stoel in mijn kamer. Haar ziel was gewoon even bij mij langsgekomen om afscheid te nemen.” Lara kijkt haar met open mond aan, en ik merk dat mijn eigen mond ook open is gevallen. Melissa kijkt naar onze verbaasde hoofden en moet lachen. “Ik denk dat mijn ziel straks ook gewoon rustig verder leeft na de dood, net als de ziel van mijn oma.” Ik vraag haar waar ze dat vertrouwen vandaan haalt dat haar ziel goed terechtkomt. “Geen idee eigenlijk”, zegt ze. “Maar zo voel ik dat gewoon.”

Het evenement is afgelopen. Terwijl er al tafels worden weggedragen, praat ik nog na met Melissa. We voegen elkaar toe op Facebook. “Zo,” zegt Melissa, “dan kunnen we elkaar altijd nog een berichtje sturen.”

Als de organisatie ons vriendelijk vraagt of we willen vertrekken – “Sorry dames, het gebouw gaat dicht” – betrap ik mezelf erop dat ik best nog wat langer over de dood had willen praten. Lara, Harmen en Melissa hebben me laten inzien dat de dood helemaal niet zo angstaanjagend hoeft te zijn. Al denk ik dat ik toch maar mijn oma wat vaker ga bellen, gewoon voor de zekerheid. En misschien kan ik ook wel wat geld gaan geven aan een goed doel.