Hoe mijn vader me hielp toen ik uit de kast kwam als trans
De auteur als baby.

FYI.

This story is over 5 years old.

Identiteit

Hoe mijn vader me hielp toen ik uit de kast kwam als trans

Ik zal het moment waarop hij me voor het eerst zijn dochter noemde nooit vergeten.

Ik voelde me altijd een beetje ongemakkelijk tegenover mijn vader. Ik was niet zoals zijn andere zoons: ik was vrouwelijk, introvert en vaak onhandig in mijn relaties met mannen. Vroeger vond ik het heel leuk om bij hem te zijn, maar toen ik ouder werd, werd de vader-zoonrelatie moeizamer. In de laatste jaren van de basisschool begonnen kinderen me op school uit te maken voor flikker. Ik vroeg mijn broer wat dat betekende – en zo kwam ik erachter dat ik gay was. Mijn ouders wisten dit al lang, vanwege mijn manier van lopen, praten en hoe ik me kleedde. Op dat moment veranderde ik van een blij kind in een jongvolwassene die werd gepest en met depressies kampte. Ik hield alles voor mezelf omdat ik me schaamde – maar mijn ouders vonden het niet erg toen ik ze vertelde dat ik me aansloot bij de Gay Straight Alliantie. En ze vonden het leuk toen ik op mijn dertiende voor het eerst naar de Gay Pride ging. Ik ben nooit officieel uit de kast gekomen, maar ze accepteerden het overduidelijk. Mijn vader schaamde zich niet voor mij toen we naar de bioscoop gingen – ook al droeg ik hoge hakken en een lange bontjas (mijn broer had die jas voor Kerstmis gegeven). Ik kleedde me vaak als meisje en alle mannen in mijn familie kwamen voor me op en accepteerden wie ik was. De buitenwereld was daarentegen een stuk minder tolerant. Een incident staat me nog goed bij: toen ik veertien was vroeg een klein meisje of ik een jongen of meisje was. Zonder erover na te denken riep ik dat ik een meisje was. Ze riep "Nee, dat ben je niet!'' en rende weg. Dit was de gewoonste zaak van de wereld, maar dat betekent niet dat het niet erg was.

Advertentie

Op de middelbare school ben ik van school gegaan. Ik ging zo snel mogelijk uit huis om op mijn zeventiende op mezelf te wonen. Het was niet om mijn familie te ontvluchten – ik moest gewoon op mezelf zijn. Een jaar later ben ik met hulp van mijn moeder naar New York verhuisd. Ik weet nog goed dat ik zenuwachtig de keuken inliep en tegen mijn vader zei dat ik naar New York ging verhuizen. Ik was heel bang dat hij boos zou worden, want ik had geen geld en geen verdere plannen om te studeren.

Maar mijn vader knuffelde me en zei dat hij me altijd zou steunen – hij zei zelfs dat hij mijn zelfvertrouwen inspirerend vond. Misschien vond hij het geen fijn idee dat zijn jonge zoon naar de grootste stad van Amerika ging maar hij wist dat ik moest gaan. Ik droomde al van deze stad sinds dat ik klein was, en voelde dat ik daar hoorde.

Hij vertelde dat hij van me hield en zei toen iets wat ik nooit zal vergeten: "Ik heb nooit de verwachting gehad dat je een bepaald persoon moest zijn."

Toen ik het huis verliet, liet ik steeds minder van me horen aan mijn familie. In New York kon ik elke avond ronddwalen: in kroegen, op feestjes en in mijn duistere appartement. Ik probeerde mezelf op verschillende manieren te verdoven en deelde nooit iets over mijn psychische gezondheid tegenover mijn familie. Op mijn 22ste woonde ik al 4 jaar in New York. Ik kwam af en toe thuis: met Kerstmis en toen mijn broer ging trouwen. Maar voor de rest zag ik ze nauwelijks en ik raakte steeds verder verwijderd van hen, en van mezelf. Jarenlang ontkende ik mijn ware ik. In die tijd probeerde ik me zoveel mogelijk te gedragen als hoe een man naar mijn idee zou moeten zijn. Ik sportte veel om een gespierd lichaam te krijgen, ik probeerde mijn stem lager te krijgen en spaarde stiekem vrouwenkleding die ik vervolgens vol schaamte weggooide. Ik vergat dat ik ooit een zelfverzekerde tiener was die precies wist wat ie wilde. Nadat vrienden me hielpen om een gezonder leven te leiden, begon ik veel eerlijker tegen mezelf te zijn. Langzaam stopte ik mezelf te dwingen om een man te zijn. Op mijn 22ste kwam ik erachter dat ik een transgender ben. Eindelijk viel alles op z'n plek – een gevoel dat ik niet meer had gehad sinds mijn kindertijd. Het had een aanloopje van tien jaar gehad, maar ik was er eindelijk klaar voor. Ik belde mijn moeder en broers. Ze waren heel begripvol maar ik was bang om mijn vader te bellen. Ik wist natuurlijk dat hij me wel zou accepteren – dat heeft hij altijd gedaan. Maar ik was zijn zoon en ik schaamde me voor mezelf. Uiteindelijk sprak ik hem aan de telefoon en zei: "Ik ben een transgender.'' Ik legde hem uit dat ik in transitie ging en dat ik voortaan als vrouw door het leven zou gaan. Hij vertelde dat hij van me hield en zei toen iets wat ik nooit zal vergeten: "Ik heb nooit de verwachting gehad dat je een bepaald persoon moest zijn." Ik huilde. Ik probeerde mijn hele leven een man te zijn, maar het gaf me zelfvertrouwen dat mijn vader het niet erg vond wat ik wel of niet ben – ik realiseerde me dat het nergens voor nodig was om me te schamen. Hadden alle LGBTQI-kinderen maar ouders zoals de mijne. Ik kan talloze momenten oprakelen met mijn vader die me zelfvertrouwen gaven. Maar een herinnering blijft voor altijd in mijn geheugen: de brief die ik van hem kreeg, zes maanden na mijn transitie. Hij was gericht aan Diana. Hij zei dat hij trots op me was, maar daar ging het niet om. Hij noemde me voor het eerst in mijn leven zijn dochter.