vrouw met medisch masker op plakt pleister na vaccinatie
Foto: Adobe
gezondheid

Wanneer je prikangst hebt, maar wel een vaccin wil

Jorieke (26) krijgt haar leven lang al nachtmerries van naalden. “Je weet gewoon dat je in paniek gaat raken. Ik heb lang gedacht dat ik hier de enige in was.”

De meeste Nederlanders willen zich laten vaccineren voor het coronavirus – namelijk zo’n 90 procent, volgens cijfers van het RIVM. Andere mensen slaan de prik liever over vanwege bijvoorbeeld hun geloofsovertuiging, of uit voorzichtigheid (variërend van de angst dat je er onvruchtbaar van zou kunnen worden tot de stellige overtuiging dat er nanochips in zitten die communiceren met het 5G-netwerk).

Advertentie

Maar wat ook nog kan, is dat je vaccinatie niet zo’n prettig idee vindt omdat je prikangst hebt. Dan kan de gedachte aan een naald alleen al je flink doen zweten of hartkloppingen bezorgen, en dan kun je nog zo graag gevaccineerd willen worden, maar dan lukt het gewoon niet.

Voor Timo (29) is het nu bijvoorbeeld echt een stap te ver. Hij denkt dat als hij een prikafspraak zou maken, hij bang zou worden en het alsnog af zou zeggen. “Het zit hem niet per se in de pijn van de prik, maar in het idee dat die naald in je lichaam komt – dat voelt heel onnatuurlijk,” zegt hij. Prikangst is iets irrationeels, wat niet ineens weggaat wanneer iemand anders zegt dat het “maar een klein spuitje” is. “Nu we het er zo over hebben merk ik ook dat mijn benen beginnen te trillen.”

Bij speciale klinieken voor prikangst is het aantal meldingen de afgelopen tijd flink toegenomen. Volgens een schatting van de Tilburg University heeft 35 procent van de Nederlanders last van prikangst, en uit een onderzoek van Elisabeth Huis in ’t Veld, neurowetenschapper aan diezelfde universiteit, kwam naar voren dat 20 procent van deze groep niet het plan heeft om zich te laten vaccineren voor het coronavirus.

Advertentie

In hoeverre deze mensen hierop terug zijn gekomen is niet bekend, zegt Huis in ’t Veld, die ook betrokken is bij ikhebprikangst.nl. “Maar er vallen ook mensen onder die zichzelf tegen wil en dank naar een GGD-locatie slepen, waarna het alsnog niet lukt. Juist de periode voordat je de prik krijgt kan funest zijn: je angst- en stressniveaus nemen dan enorm toe, en wanneer je er bewust van bent is het eigenlijk al te laat.”

Verder geldt: hoe jonger je bent, hoe groter de kans dat je prikangst hebt. “Dus die 35 procent is bij jongvolwassenen zelfs nog aan de lage kant.” Waarom het vooral jonge mensen zijn die last hebben van prikangst is niet 100 procent zeker, maar Huis in ’t Veld vermoedt dat het kan komen doordat je er na een tijd overheen groeit, of technieken aanleert om ermee om te gaan. “Of misschien zijn jonge mensen er ook opener over.”

Prikangst ontstaat meestal op jonge leeftijd, maar waar de meeste kinderen er na een tijdje geen last meer van hebben, kunnen die angsten ook juist intenser worden. Bijvoorbeeld omdat je het van je ouders hebt overgenomen, of meerdere vervelende prikervaringen hebt gehad en je in een negatieve spiraal terechtkomt. “Je lichaam ervaart dan dat prikken niet fijn is, waardoor je denkt dat het de volgende keer nog naarder wordt,” zegt Huis in ’t Veld.

Timo was als kind al geen enorme prikliefhebber, maar toen hij op zijn zestiende een keer bij de eerste hulp belandde omdat er een wond gehecht moest worden, was dat al helemaal geen pretje. Hij werd verdoofd, maar voelde de hechtingen alsnog – het werkte niet goed genoeg, of ze hadden niet lang genoeg gewacht. Tegenwoordig slaat hij verdovingen bij de tandarts in principe over, tenzij er een kies moet worden getrokken.

Advertentie

Een andere keer, toen hij vaccinaties nodig had omdat hij naar Sri Lanka zou gaan, had hij van tevoren oxazepam genomen, maar dat bleek achteraf niet genoeg om helemaal rustig te blijven. “Ik wilde opstaan en zo snel mogelijk weg, maar de assistent zei: ‘Jij gaat nu eerst even een half uur in de wachtkamer zitten, want je ziet lijkbleek.’ Dat klopte ook wel, want ik zakte door mijn knieën en kon nauwelijks lopen.”

Jorieke (26) heeft al prikangst zolang ze het zich kan herinneren. Op haar twintigste lag ze twee weken in het ziekenhuis in Vietnam, omdat ze de ziekte van Pfeiffer had gekregen. Ze gaf aan dat ze misschien wat heftig zou reageren op het infuus, maar dat het verder oké was – waarna ze door vier zusters tegelijkertijd werd vastgehouden.

“Ik heb mijn hele leven al nachtmerries waarin naalden voorkomen, en ben altijd bang geweest om een keer heel erg ziek te worden,” zegt ze. "In ieder geval zo ziek dat je veel bloed moet prikken en aan het infuus moet."

Haar eerste coronavaccinatie heeft ze al gehad – en ze deelde dit moment in een instagramstory, om de bewustwording te vergroten. “Ik vind het zoiets bizars: je voelt je gewoon prima, maar weet dat je niet veel later een mental breakdown gaat krijgen. Ik kreeg veel reacties van mensen die zich erin herkenden. Terwijl ik een jaar geleden nog dacht ik dat ik hier de enige in was.”

Advertentie

Jorieke benadrukt dat ze bloedprikken wel nog een stuk enger vindt dan injecties. “Ik denk doordat er bij bloedprikken meestal aan de binnenkant van je arm wordt geprikt, waar het heel dun is, terwijl injecties vaker in spieren worden gezet, en op plekken waar je het niet zo goed ziet, zoals je bovenarm.”

Ze liet zich vaccineren omdat ze zich verantwoordelijk voelde, maar wat ook zeker een rol speelde was het stigma dat eraan kleeft. “Ik wil niet later tegen mijn kleinkinderen moeten zeggen dat oma zich in 2021 niet wilde laten vaccineren.”

Het is Huis in ’t Veld ook opgevallen dat prikangst sinds de pandemie een gevoeliger onderwerp is geworden. Als je geen bloed af wil laten prikken is dat één ding, maar nu lijkt het ook samen te vallen met bredere maatschappelijke ontwikkelingen. “Prikangst brengt schaamte met zich mee. En nu word je ook nog in de hoek van de antivaxxers gedrukt: alsof je er niet voor uit wilt komen dat je geen vaccinatie wilt, en je prikangst als excuus gebruikt.” 

Dat er qua bewustwording nog een hoop ruimte voor verbetering is, blijkt volgens haar ook uit het feit dat we nog altijd een boel beelden van injectienaalden zien in bijvoorbeeld nieuwsberichten – op zich een logische gedachte om het onderwerp ‘vaccinatie’ daarmee te illustreren, maar het kan wel triggerend werken. “Ik ben altijd geneigd om meteen weg te scrollen of weg te kijken,” zegt Timo. “Op een gegeven moment probeerde ik er juist naar te kijken, als een soort exposure therapy, maar als ik me ook maar een beetje niet lekker voel wil ik het het liefst gewoon snel weg hebben.”

Advertentie

Over exposure therapy gesproken: wat valt er precies te doen tegen prikangst? Op de lange termijn zou je in therapie kunnen gaan, en als je binnenkort al wordt geprikt is het vooral goed om in de aanloop daarnaartoe iets te doen waar je ontspannen van raakt – en daar heeft iedereen natuurlijk zijn eigen manier voor. Zelf heeft Huis in ’t Veld een game-app ontwikkeld die je voor het prikken kunt spelen: het idee is dat je ervan ontspant, en tegelijkertijd aan de hand van biofeedback inzicht krijgt in je eigen lichamelijke toestand. Verder zijn er nog emla-pleisters, waarin emulsies zitten die de huid plaatselijk verdoven.

Bedenk dat GGD-medewerkers zelf ook goed weten hoe ze om moeten gaan met prikangst. Ze laten je bijvoorbeeld op een ligbed liggen, maken een praatje en hebben de prik gezet voordat je überhaupt doorhebt dat er iets in je arm zit. En hoe vaker je meemaakt dat een prik zo gepiept is, hoe meer je juist in een positieve spiraal terechtkomt en je angst afneemt.

“Ik probeerde tegen mezelf te zeggen: even je verstand op nul, verzet je niet tegen je gevoelens, want die zijn er toch wel,” zegt Jorieke. “Het is oké als je even in paniek raakt. En ik zei ook tegen mezelf dat het zo weer voorbij is – je hoeft alleen even tien minuten niet dood te gaan.”

“En wees lief voor jezelf. Ik heb daarna meteen een pot Ben & Jerry’s voor mezelf gehaald.”

Timo heeft vooralsnog geen afspraak gemaakt voor een prik. Met drie oxazepam-pillen zou hij het nog overwegen, maar dan blijft het alsnog veel gedoe, en ook geen ideale oplossing voor de lange termijn. Hij is eerder in therapie geweest voor een angststoornis, maar dat ging om andere onderwerpen – prikangst kwam nooit zo aan bod. “En het lastige hiervan vind ik ook dat je het ‘gevaar’ letterlijk kunt zien: die naald is er gewoon.”

Ook Jorieke is het afgelopen jaar voor iets anders dan prikangst in therapie geweest, wat haar uiteindelijk heeft geholpen om haar emoties beter te reguleren. “Ik zit daardoor ook goed in mijn vel. Misschien was dit me drie jaar eerder helemaal niet gelukt.”

Haar tweede prik staat gepland voor 23 juni, woensdag dus. Ze gaat ervan uit dat ze weer in paniek gaat raken – maar ze weet ook dat het goedkomt, net als de vorige keer.