Ik liep ebola op in Liberia en overleefde het

FYI.

This story is over 5 years old.

nieuws

Ik liep ebola op in Liberia en overleefde het

De Amerikaanse journalist Ashoka Mukpo liep ebola op tijdens zijn werk in Liberia. Voor VICE schreef hij over zijn ervaringen — en over die van degenen die niet zo veel geluk hadden als hij.

​Ik droom dat ik weer in Liberia ben. In de droom loop ik met mijn camera rond, op zoek naar mensen die ik ken. Maar de straten zijn leeg en ik kan niemand vinden.

Ik word wakker in een donkere kamer. Ik vraag me af hoe het zou voelen om dood te zijn. Door de piep van de ecg-monitor en het kloppende gevoel in m'n nek van de injectie weet ik dat ik niet dood ben. Ik ben in het Nebraska Medical Center. Het is midden oktober. Er zijn negen dagen verstreken sinds ik gediagnosticeerd werd met ebola. Het begint ernaar uit te zien dat ik het zal overleven.

Advertentie

Ik kijk naar de klok die op de betonnen muur tegenover mijn bed hangt: vier uur 's nachts. Over twee uur zullen ze weer bloed afnemen via de buisjes in mijn nek zodat het Centrum voor Ziektebestrijding en Preventie (CDC) het kan testen. Ik hoop dat de uitslag van de bloedtesten over een paar dagen negatief zal zijn voor ebola, maar ik weet dat het resultaat vandaag nog positief is. Ik krijg weer hoofdpijn. Ik denk aan Liberia, en aan hoeveel geluk ik heb dat ik een ebola-overlever ben. Of is het nog te vroeg om dat te kunnen zeggen?

_______

Het is augustus en ik ben in Engeland met mijn vriendin. Ik lees in een artikel in de New York Times dat situatie in Liberia erg verslechterd is sinds ik er in mei wegging. In Monrovia hebben legertroepen in de buurt waar ik vroeger woonde het vuur geopend op mensen die zich niet aan de quarantaine hielden. Ik kan niet langer op afstand blijven lezen over wat er gebeurt in Liberia. Ik wil erheen. Ik open een nieuw venster op mijn laptop en zoek naar vluchten.

_______

De eerste twee weken van september vliegen voorbij. Ik probeer zoveel mogelijk artikelen en video's naar zoveel mogelijk mediabedrijven te sturen. De meeste inwoners van Monrovia gaan stoïcijns door met hun dagelijkse leven, maar in en rond de ebolaklinieken is de situatie schrijnend. Mensen sterven op de parkeerplaats in hun auto, terwijl ambulances mensen aanvoeren die op de grond worden gelegd voor de klinieken, wachtend tot er weer een bed vrij is. Elke nacht halen vrachtwagens tientallen lijken op, die naar een afgelegen strand worden gebracht en daar worden verbrand.

Advertentie

Voordat ik aan deze reis begon, had ik maar een paar dode lichamen gezien in m'n leven. De eerste dag dat ik in Liberia ben, zie ik er drie. Eén ervan is een meisje van ongeveer acht jaar oud.

Elke dag zie ik moedige Liberianen. Uitgeputte dokters, overwerkte ambulancechauffeurs, onderbetaalde verpleegsters. Ik ontmoet ebola-overlevenden: sommigen zijn opgelucht, anderen overvallen door rouw. Eén overlevende vertelt me hoe ze zichzelf dwong om te eten tijdens haar behandeling, terwijl ze helemaal geen honger had. Ik zal later nog vaak aan haar denken.

_______

Eind september. Vorige week werkte ik met VICE News, deze week film ik voor NBC. Het is een leuke crew. Eén van de producers vertelt me dat ik naar de andere kant van de stad moet voor een interview met een medewerker van het CDC, die daar in een luxe hotel verblijft. Ik ben in een goede stemming als ik naar de auto loop. Maar op het moment dat ik in de stoel ga zitten, voel ik een vreemde pijn door mijn rug trekken. Wat de fuck was dat? Ik vraag de chauffeur om even langs mijn appartement te rijden. Ik moet mijn temperatuur opnemen.

Eenmaal daar kruipt de tijd voorbij. Mijn hart beukt. Ik raak in paniek als ik het scherm van de thermometer bekijk: 37.2…37.6…37.9…38.5…piep piep piep. Ik haal een tweede thermometer uit de verpakking in de hoop dat de vorige niet goed werkte. Helaas. Ik gooi de thermometer op het bed en laat mijn hoofd in mijn handen rusten.

Advertentie

Ik zie de angst in de ogen van de verpleegsters als ze naar mijn bloed kijken, wat opeens een van de gevaarlijkste substanties op aarde is geworden.

Malaria is een van de dodelijkste ziektes ter wereld en een constante dreiging in West-Afrika. In de twee jaar dat ik in Liberia woonde, heb ik bijna tien keer malaria gehad. Desondanks heb ik geen dag werk gemist. Ik kocht voor ongeveer vier euro wat pillen en ging verder met mijn leven. Malaria begon altijd op dezelfde manier bij mij: veel niezen en lopende neus.

Ik weet dat ik nu geen malaria heb.

Ik voel niet eens dat mijn voeten de grond raken wanneer ik me realiseer dat ik mogelijk ebola heb opgelopen. Ik doe rubberen handschoenen aan, giet bleek over een handdoek en veeg alle deurknoppen schoon die ik op weg naar binnen heb aangeraakt. Daarna probeer ik wat mensen te bereiken. In een email naar mijn vader schrijf ik: "Bel me onmiddellijk. Ik zit helaas misschien een beetje in de problemen." Ik ijsbeer over het balkon, kettingrokend in het donker. Natuurlijk valt de fucking stroom uit net nu ik ebola heb opgelopen.

Ik bel NBC en vertel ze dat ik heb besloten mezelf in quarantaine te plaatsen. Ze vertellen me dat ze "achter me staan". Terwijl ik verder ijsbeer, merk ik dat ik pijn in mijn knie heb, alsof ik hem verdraaid heb tijdens het sporten. Ik heb alleen al een maand niet gesport. Ik sms mijn vriendin en merk dat mijn arm pijn doet en dat mijn duim niet zo goed beweegt. De zin "plotselinge opkomst van symptomen" schiet door mijn hoofd.

Advertentie

Ongeveer een uur later belt een Amerikaan van de World Health Organization om te vragen hoe ik me voel en of ik in contact ben geweest met ebolapatiënten. Ik vertel hem dat ik een journalist ben en ja, ik ben inderdaad bij ebolapatiënten in de buurt geweest. Ik beschrijf mijn pijn en de hoge temperatuur die ik heb gemeten. De toon waarmee hij antwoordt is niet geruststellend.

We bedenken een plan. Ik zal proberen wat te slapen. De volgende ochtend zal ik me laten testen bij de kliniek van Artsen Zonder Grenzen waar ik al zo vaak met een camera heb gestaan. Ik praat met mijn vader die me vertelt dat de WHO denkt dat het "heel erg" waarschijnlijk is dat ik ebola heb en dat hij al met Buitenlandse Zaken contact heeft gehad over een evacuatievlucht. Ik heb ongeveer vijftig procent kans om te overleven als ik in Liberia blijf. Het kan erger.

_______

De volgende ochtend loop ik naar de poort van de Artsen Zonder Grenzen-kliniek. Er lopen wat mensen rond met een angstige uitdrukking op hun gezicht. De zuster die de poort voor me open doet, maakt geen oogcontact. Ik voel me wazig en moe.

De dokter kijkt me bezorgd aan en vraagt me mijn symptomen te beschrijven. Hoofdpijn, koorts, een zwak gevoel, gewrichtspijn, geen honger. De blik in zijn ogen spreekt boekdelen.

_______

Ik lig al zes uur op een ziekenhuisbed, wachtend op de resultaten. Twee artsen van AZG met maskers en brillen op komen de tent in en lopen naar me toe. Alle kleuren lijken scherper: het wit van de tent, de blauwe lucht achter ze, en hun gele rubberjassen. Ze lopen doelgericht naar me toe. Dan zegt één van hen: "De resultaten van je test zijn terug. De uitslag is positief voor ebola."

Advertentie

De wereld staat stil. Een wolk van angst en paniek vult mijn hoofd. In de tijd dat ze mijn bloed onderzochten zijn mijn klachten verergerd. Ik heb hoofdpijn en mijn ogen voelen dik. De diagnose kwam niet onverwacht, maar berooft me wel van mijn laatste hoop dat het vals alarm zou zijn. Ik weet dat ik in levensgevaar ben. Ik bel mijn vriendin en vertel haar het nieuws. Ze huilt en pakt haar spullen om naar mijn ouders te gaan.

Later hoor ik dat ze ook een zwarte outfit had meegenomen, voor het geval dat.

_______

De Amerikaanse ambassade belt. Ze werken aan een evacuatievlucht voor mij, die waarschijnlijk maandag aankomt. Vandaag is het donderdag. Dat betekent dat ik vier dagen hier moet blijven.

AZG-medewerkers brengen me naar een lege witte tent in de "bevestigd"-eenheid. Een verpleger wijst naar de drie emmers die naast elkaar staan, elk gevuld met chloorwater. "Kots, uitwerpselen en urine," vertelt hij me.

Ebola. Het woord gonst als een echo door mijn hoofd, samen met de ebolabewustzijnsliedjes die je eindeloos op de Liberiaanse radio hoort. Hoe heb ik het opgelopen? Ik was zo voorzichtig. Ik heb geen zieke mensen aangeraakt. Ik hield afstand en heb de hele tijd met chloor gespoten.

Het is nacht. Een arts loopt de tent in. Zijn naam is Dr. Rick of Dr. Joe of een andere standaard voornaam die ik me later niet meer herinner. Ik zie alleen zijn ogen. Hij geeft me antibiotica en malariamedicatie en legt het verloop van de ziekte uit. Het begint met koorts en pijn, daarna volgen gastro-intestinale symptomen als overgeven en diarree – maar dat zal nog zeven dagen duren. Chloor druipt van zijn pak op de vloer. De geur is overweldigend.

Advertentie

Ik sta op om mijn telefoon te pakken van het gezamenlijke oplaadstation. Onderweg kijk ik een tent in waar Liberiaanse patiënten liggen. Ze liggen op hun matten, zwak en met veel pijn, alleen maar samen. "Mijn buik loopt leeg," zegt de man die naast me op een stoel zit. Hij is bang. Ik vertel hem dat hij zijn flesjes met hydraterende zoutoplossing moet blijven drinken. "Ik blijf drinken, maar toch blijft mijn maag leeglopen." Ik weet niet wat ik verder moet zeggen, dus loop ik weg.

De jongen strompelt de tent in met een lege blik in zijn ogen. Ik hoor later dat delirium een van de laatste stadia is voor de dood.

De koorts wordt heviger en ik voel rillingen door mijn hele lichaam golven. Ik krijg het koud in de tropische nacht en trek de dekens om me heen. Ik sukkel langzaam in slaap. Midden in de nacht word ik wakker met een vreselijke, scherpe pijn in mijn buik die ongeveer tien minuten aanhoudt en daarna afzwakt. Ik probeer niet te denken aan wat het kan betekenen.

Op dag twee voel ik me geweldig als ik wakker word – geen hoofdpijn of andere pijn. Ik kom tot de conclusie dat ik ebola op wonderbaarlijke wijze in minder dan zesendertig uur verslagen heb. De zuster komt binnen en ik vertel haar hoe ik me voel. Ze kijkt naar me met trieste ogen en beweegt haar hand. "Dit heeft zijn ups en downs," zegt ze.

Mijn telefoon gaat los. Het nieuws is eruit en iedereen die ik in Liberia ken, belt me op, maar ik wil niet me ze praten. Wat moet ik zeggen? "Ik hoop ook dat ik het overleef."

Advertentie

De vertegenwoordigers van WHO hebben zich bij de zusters gemeld en willen met me praten. Ik sleep mezelf overeind en schuifel naar ze toe. Ze lachen vriendelijk, vragen hoe het met me gaat en vertellen me dat de vlucht een dag eerder zal komen, op zondag. Ik kan nauwelijks op mijn benen staan en mijn gezichtsveld verandert langzaam in een felle witte waas. Ik onderbreek ze. "Ik moet gaan liggen."

Orale Rehydratie Zoutoplossing (ORZ) zou SNP moeten heten (Smaakt Naar Poep). Het zijn flesjes met een zoutoplossing vol elektrolyten. Als je geen hydraterend infuus krijgt, is de combinatie van ORZ en anti-diarreemedicatie je beste kans om niet uit te drogen en te sterven aan orgaanfalen. Dit is zo ongeveer de hele behandeling die ebolapatiënten ontvangen bij de overbelaste kliniek. Er zijn niet genoeg verpleegsters of dokters om iedereen een infuus te geven. Ik drink daarom ORZ alsof het een levenselixer is.

Ik vang een glimp op van mijn ogen in de weerspiegeling van mijn telefoonscherm. Ze zijn vuurrood. Ik vraag me af of ik aan deze ziekte ga sterven. Het antwoord van de vraag weegt me te zwaar om erover na te denken. "Nee, ik ga het overleven," zeg ik hardop.

_______

Die avond loopt er een reus mijn tent in. Met moeite richt ik mijn blik omhoog naar de grote hoeveelheid geel rubber die zijn lichaam bedekt. "Mijn naam is Toe," dreunt hij met een zwaar Liberiaans accent. "Mijn naam is Toe en jij en ik gaan vrienden worden. Ik hou ervan om sterke jonge mannen zoals jij weer beter te zien worden. Ik leid het begraafteam hier." Ik vind hem aardig, maar als ik naar hem kijk zie ik voor me hoe zijn gigantische armen lijken (mijn lijk) in een truck laden, en hoop ik dat hij zo snel mogelijk weer vertrekt.

Advertentie

Ik word de volgende ochtend badend in het zweet wakker en zonder gevoel in mijn handen. Mijn oogleden zijn zwaar en ik kan nauwelijks iets zien. Er hangt een Liberiaanse verpleegster over me heen. Ze maakt de tent schoon en geeft me wat pillen om door te slikken; ze huilt. "Ik hou van je. Ik hou zo veel van je. Het spijt me," zegt ze. Ik weet niet zeker of ik haar gerust moet stellen. Ik bedank haar en vertel haar dat ik ga vechten en overwinnen.

Verpleegsters brengen een ziekenhuisbed de tent in. Er ligt een jongen van ongeveer vijftien jaar op. Hij huilt zachtjes en kreunt in zijn slaap. Ik denk terug aan alle ebolapatiënten die ik heb gefilmd, en voor het eerst begrijp ik hun angst en pijn. De jongen wordt ergens anders heen gedragen, maar later strompelt hij de tent weer in met een lege blik in zijn ogen, alsof hij heel ver heen is. Ik hoor later dat delirium een van de laatste stadia is voor de dood.

Nog achtentwintig uur totdat ik word geëvacueerd. Chloor is voor mij de enige geur op aarde geworden. Lege flessen ORZ stapelen zich op en worden opgeruimd. Ik grijp de dekens vast en trek ze omhoog, bibberend van de kou. Maar als ik mijn ogen open doe, zie ik dat het middag is en dat er geen wolken zijn. Het moet meer dan dertig graden zijn. Ik merk dat ik zo veel zweet dat de deken bijna helemaal doorweekt is.

Mijn nieuwe dokter heet Dr. Dan, een vriendelijke man die me vertelt dat als ik het twaalf dagen vol hou, ik het kan overleven. Het is momenteel dag vier. Hij besluit een infuus aan te brengen en vraagt de verpleegsters om te helpen. Op het moment dat de naald mijn huid ingaat, begin ik hevig te bloeden. Ik zie de angst in de ogen van de verpleegsters als ze mijn bloed zien, dat plotseling een van de gevaarlijkste substanties op aarde is geworden.

_______

Twee uur later vertrek ik. Medewerkers van AZG komen de tent binnen en vertellen dat mijn vliegtuig is geland. Ik trek een onderbroek, een overal en rubberen handschoenen aan. Ik word naar een Land Cruiser gebracht, waarin een stuk plastic is gespannen tussen de bestuurder en mij. Ik stap in en ga liggen.

Het grijze vliegtuig staat te wachten op de startbaan. Ik overpeins de surreële omstandigheden die ertoe hebben geleid dat er nu speciaal voor mij een vliegtuig staat te wachten in Liberia, en besef me hoeveel geluk ik heb. Ik loop de trap op, stap door een plastic gordijn de achterkant van het vliegtuig in, en loop tegen een muur van airconditioning aan. Het voelt fantastisch. Er staat een bed met een matras en kleine pakjes Oreo-koekjes die ik besluit op te eten, ondanks mijn gebrek aan eetlust. Ik heb me nog nooit zo comfortabel gevoeld. De zuster neemt mijn temperatuur op: veertig graden.

Het vliegtuig schudt en brult. Spoedig zullen veel van de Liberiaanse patiënten bij AZG sterven en door Toe naar een afgelegen veld worden gebracht, waar de lichamen worden verbrand. Ik ga richting de Verenigde Staten, waar veertig mensen een week lang dag en nacht zullen werken om mijn leven te redden. Ik doe mijn ogen dicht en val in een diepe slaap terwijl Liberia in de verte verdwijnt.