FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Ik gebruikte een publiekssimulator om over mijn spreekangst heen te komen

Spreken in het openbaar is hartstikke eng. Deze simulator van de Royal College of Music in Londen helpt die angst overwinnen.

Ik ben er heilig van overtuigd dat ik spreekangst heb, dus toen een vriend me vorige week vroeg of ik een gedicht wilde voorlezen op zijn bruiloft, bedacht ik een manier om te zorgen dat ik niet als eerste hoefde. Ik stuurde een e-mail naar het meisje waarmee ik het stuk tekst moest voorlezen en stelde voor dat zij de eerste helft voor haar rekening zou nemen. Daarna sloot ik mezelf urenlang op in mijn kamer met de laatste paar regels en oefende ik alsof mijn leven ervan afhing.

Advertentie

Je hebt angsten, en je hebt veelvoorkomende angsten, en spreekangst is een van de meest veelvoorkomende angsten. Mensen met spreekangst, ook wel glossofobie of lalofobie genoemd, kunnen behalve zweethanden ook hartkloppingen en paniekaanvallen krijgen. Mijn symptomen zijn niet zo intens. Ik krijg tijdens spreken in het openbaar slechts het gevoel dat ik in mijn eentje in een woestijn vol landmijnen sta, die bij ieder gestotterd of verkeerd uitgesproken woord af zullen gaan. Ik neem dan meestal een grote hap lucht en denk aan mijn lieve moeder, die altijd zei dat ik me mensen moest voorstellen als aardappels of kool. Daardoor krijg ik gek genoeg zelfs een beetje plezier als ik naar mijn publiek kijk.

Een week na de poëziepaniek op het huwelijk van mijn vriend kwam ik erachter dat ik niet langer hoef terug te vallen op koolfantasieën. Ik ontdekte namelijk dat ik over mijn spreekangst heen kan komen met behulp van een gesimuleerd publiek.

Onderzoekers aan het Imperial College London en de Royal College of Music denken dat ze een manier hebben gevonden om de angst voor spreken in het openbaar uit te bannen. Ze hebben gedurende het afgelopen jaar geëxperimenteerd met een zogenoemde publiekssimulator. Het apparaat geeft je het gevoel dat je op een podium staat en er mensen naar je kijken terwijl je een speech geeft of een instrument bespeelt. Het enige verschil is dat de mensen die je aanstaren niet echt zijn.

Advertentie

De simulator staat in een kleine, donkere torenkamer in de Royal College of Music in Londen. Terwijl je wacht om het virtuele podium te betreden, zie je het bedieningspaneel waarmee de backstage manager bepaalt wat er gebeurt zodra je op dat 'podium' staat. Achter de deur bevindt zich een theater met een vleugel, een lessenaar en een scherm waarop het digitale publiek te zien is.

Ik zou mijn tot in den treure gerepeteerde huwelijksgedicht voor gaan dragen voor twee verschillende digitale publieksgroepen. Allereerst werd ik voorgesteld aan drie juryleden. Ik wist dat ze nep waren, maar was niet voorbereid op hoe echt ze eruit zagen. Het was een surreële ervaring. Ze zeiden hallo, lieten me weten dat ik kon beginnen wanneer ik wilde en keken naar me terwijl ik het gedicht voordroeg. Toen ik klaar was bedankten ze me beleefd. Na deze introductie kwam het echte werk: een volledig publiek. Terwijl ik begon met voordragen, schuifelden mijn toeschouwers op hun stoelen en werd er gehoest en met papiertjes gekreukeld. Daarna kreeg ik - behoorlijk onverwacht - een staande ovatie van ze en verliet ik onder een luid 'Bravo, bravo!' het podium. Mijn door spreekangst gekneusde ego zwol op en ik rende opgewekt de kamer uit.

"We kwamen erachter dat muzikanten veel tijd in de repetitieruimte doorbrengen, maar niet altijd ervaring hebben met spelen voor publiek", aldus Terry Clark, een onderzoeker die zich richt op Performance Science aan de Royal College of Music. "Concertpubliek of auditiepanels op laten draven om te oefenen is logistiek niet echt te doen, dus kregen we het idee om een apparaat te ontwikkelen dat dit soort situaties simuleert en studenten in gelegenheid stelt om te oefenen."

Advertentie

Clark is bezig met de instellingen van de simulator.

De simulator heeft een aantal verschillende functies. Het jurypanel kan bijvoorbeeld vriendelijk zijn, of juist chagrijnig uit de hoek komen. In de blije modus kijken ze je bemoedigend aan en krijg je na afloop van je optreden te horen dat het goed ging. In de minder gezellige setting trekken ze afkeurende gezichten, beginnen ze onder elkaar te kletsen, en in het ergste geval krijg je te horen dat het 'zo wel genoeg was' en word je van het podium gestuurd. Het publiek kan ook extra stress veroorzaken door naar je te schreeuwen, te hoesten, of hun mobiele telefoon af laten gaan. Het doel is om artiesten en sprekers voor te bereiden, voordat ze op een echt podium voor een publiek van vlees en bloed staan.

Voorafgaand aan mijn digitale podiumervaring sprak ik met Beate Baldwin. Zij werkt in het Executive Impact Lab van Imperial College London, een centrum waar leidinggevende figuren uit de zakenwereld worden getraind. Ze legde uit dat directeuren van Panasonic de simulator hadden geprobeerd en hem als zo realistisch hadden ervaren, dat ze dachten live via Skype voor een echt panel te staan. Hoewel ze elkaar konden zien terwijl ze zogenaamd op het podium stonden en wisten wat ze konden verwachten, hadden de meeste deelnemers last van podiumvrees.

"Sommigen waren backstage echt enorm nerveus. Zodra ze aan de beurt waren, renden ze de kamer in, lazen ze hun speech met gebogen hoofd voor en holden ze daarna direct weer naar buiten," zei ze.

Advertentie

De onderzoekers meten op dit moment het stressniveau van de deelnemers door middel van vragenlijsten en het meten van de hartslag voor, tijdens en na hun optreden. "Bij zowel de muzikanten als de directeuren kwamen we erachter dat de angst niet op het podium zijn hoogtepunt bereikt, maar tijdens de paar minuten backstage."

Je optreden voor het digitale publiek wordt gefilmd, zodat je achteraf kunt zien hoe je onder druk presteert. Volgens Clark ondervinden zelfs mensen die regelmatig langskomen nog steeds een bepaalde hoeveelheid stress en angst zodra ze de simulator binnenstappen. De onderzoekers gaan in de toekomst aan de slag met apparatuur die beweging meet en vastlegt, zodat ze kunnen zien hoe het lijf, de blik en de focus van de deelnemers reageren op stress.

Baldwin en Clark zijn er niet op uit om hun studenten te leren hoe ze een enkele speech of optreden kunnen doorstaan. De bedoeling van de simulator is juist om mensen meer controle over de angst te geven, door te onderzoeken waar die vandaan komt en waarom ze er zowel fysiek als mentaal door beïnvloed worden.

Buiten de simulatiekamer sprak ik met Aischa Gvendisch, een vioolstudente aan de Royal College of Music. Gvendisch heeft als backstage manager gefungeerd en zodoende andere angstige studenten gerustgesteld voordat ze in contact kwamen met de simulator, maar heeft ook zelf meerdere malen voor het digitale publiek opgetreden.

"De eerste keer dat ik eraan deelnam was voor mij een soort concertervaring. Ik had echt het gevoel dat ik mijn uiterste best moest doen en ik had last van alle angsten en gevoelens die ik normaal ook ervaar als ik een echt podium op moet," aldus Gvendisch.

Nadat ik mijn gedicht zo vaak had geoefend dat ik het uit mijn hoofd kende, was ik er zeker van dat ik voor een digitaal publiek niet over mijn woorden zou struikelen. Toch gaat het volgens de onderzoekers niet alleen om het geven van een goed optreden. Volgens Baldwin is het belangrijk om jezelf te kennen. "Pas dan kun je een goede speech geven, en kom je geloofwaardig over op het publiek."