FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

You fucking love science? Nee, sorry, is niet zo

De wetenschap dreigt de nieuwe kattentrui van de popcultuur te worden. En dat slaat nergens op.
Nee. Niet dus. Je houdt van Facebook en weetjes en interessant doen. (Beeld via)

Exacte wetenschappers en techneuten, ook wel nerds genoemd in de volksmond, zijn sinds een aantal jaar een lopende fascinatie in onze (pop)cultuur. Dankzij de opkomst van technologie onder een breed publiek zijn de mensen achter die technologie een stuk cooler geworden (omdat mensen die kunnen bedenken dat een ruftgeluid als je je touchscreen aanraakt grappig is én apps kunnen maken, cool zijn). Ook is inmiddels alles wat niet mainstream, knuddig, koddig, kneuterig of eigenaardig is cool onder hipsters—wie dat ook mogen zijn, want niemand schijnt er bij ondervraging bij te horen. Leuk, want leuk, maar ook irritant. Is het echt een fascinatie met wetenschap en techniek, of is het een makkelijke manier om cool (of juist niet cool en daarom cool) te zijn nu nerds even net zo in zijn als kattentruien en snorren?

De fantastische plaatjes en feitjes die voortkomen uit de exacte wetenschap zijn leuk, getuige het groeiende aantal Facebookers “who fucking love science” (als je niet houdt van dit soort vulgariteiten: ze hebben een kuisere variant genaamd Science is seriously awesome). Ook leuk omdat het fijn is dat het soms wat eenzame en weinig glamoureuze werk van veel mensen zo iets meer waardering krijgt in onze 140-leestekenstijd. Het gebeurt natuurlijk vaak dat zodra iets populair (gemaakt) wordt, er een hapklare brok lol van het origineel wordt gemaakt. Bijvoorbeeld het eten van 'wild' (przewalski, blijkt recentelijk) rond kerst van AH Excellent of de verfilming van literatuur in een paar uur beeld (zoals bij Anna Karenina en Twilight). In principe niks mis mee: waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Maar bij wetenschap wringt het. Het is leuk dat het zo populair is, maar wat is er dan zo populair? Iedereen kan een lopende, lichtgevende, transseksuele diepzeevis waarderen, maar is dat wetenschap? Een leuk feitenrelaas in de kroeg of op Facebook over de strepen van een babytapir is ook fantastisch. Evenals coole plaatjes. Maar dat is meer “I fucking love fun facts to impress people with randomly” dan science.

Advertentie
(Beeld via)

Waarom is science opeens fucking awesome? Nerds hebben een soort cultstatus bereikt in de huidige popcultuur (en echte nerds zijn dan niet Jay-Z met bril, of Will.I.Am met bril, of Justin Timberlake in The Social Network, maar wel een beetje Natalie Portman met lach). De posterboys van nerddom, types als Steve Jobs en Bill Gates (iRIP, iSad, iEtc., en “Be nice to nerds! One day you’ll work for them!”), Einstein (hoewel niet nieuw, maar met hoog knuffelgehalte) en Mark Zuckerberg, zijn coole nerds. Een mooie revenge voor de nerds, aangezien nerds van nature moeilijk mainstream te marketen zijn. Tuurlijk, je kunt iedereen interesseren voor het Higgs deeltje—maar één deeltje does not a nerd make. “I’m such a nerd” is iets wat meestal slechts klopt tot ongeveer halverwege de queeste: one does not simply walk into Nerdor.

Een nerd is iemand die zich volledig inzet voor iets, en dat iets is dat doorgaans een intellectuele bezigheid, of iets wat buiten de populaire cultuur staat. Maar inmiddels staan nerds, of in ieder geval een gepopulariseerde versie daarvan, middenin de populaire cultuur. Doordat het internet en alles wat daarbij komt kijken zo populair is geworden onder een breed publiek, zijn de mensen die achter die technologie zitten ook cooler geworden. Technologie is niet meer koud, grijs en saai—iets wat alleen sommige mensen (autisten in de volksmond) leuk vinden—maar een gezellig appeltje met een hapje eruit en een makkelijke manier om op de hoogte te blijven van feestjes. Apple staat synoniem voor creativiteit, voor Google werken is voor studenten van elke studierichting een droom (misschien omdat Oprah er een keer een special over heeft gegeven: “THEY HAVE A GYM IN THEIR OFFICE BUILDING!”, maar dit kan ook projectie zijn). Groene energie is trendy en een beetje schrijver heeft een blog.

Advertentie

Zelfs voor diegenen die dingen niet meer leuk vinden zodra anderen de trend ontdekken is technologie een gangbaar middel geworden. Luisteren naar vinyl kan namelijk niet in de trein, en een krakersfeest is leuk, maar als je de weg kwijt raakt is een GPS-appje toch wel handig. Een concert bezoeken betekent niet meer met je arm in de lucht staan voor de muziek maar voor je superscherpe filmpje waarvan je denkt dat iedereen het wil zien (is niet zo, dat is namelijk even boeiend als andermans vakantiefoto’s kijken), en op een feestje is het fantastisch om even de gillende geiten te laten zien (terecht) of de nieuwste dozentruc van Maru (mwah).

Maar niet alleen de popularisatie en mainstreaming van wat voorheen voornamelijk in het domein der nerds lag (zoals techniek) heeft bijgedragen aan de algemenere waardering voor nerds. Met de opkomst van de hipsters kwam ook de fascinatie voor het knullige en kneuterige, waardoor het opeens cool werd om een “nerd” te zijn. Aan de ene kant omdat nerds per definitie nooit echt helemaal mainstream zouden kunnen worden, en een aversie tegen alles wat massaal, populair en niet individueel is, is kenmerkend voor de hipsterbeweging (hoe gevaarlijk het ook is om het te typeren). Aan de andere kant omdat, net als breien en zelf veganistisch glutenvrije appeltaart bakken, nerderige dingen iets opwekken van een originele en eigen manier van doen. Beta-wetenschap en techniek zal in essentie altijd een niche blijven, hoeveel kassa’s The Lord of the Rings ook doet rinkelen en tepels van Daenerys er in Game of Thrones ook getoond worden (hoeveel tepels zou een drakenmoeder eigenlijk moeten hebben? Zes als een kat, of drie zoals Mark Wahlberg?). Proust lezen mag dan intellectualistisch, irritant en pretentieus gevonden worden, je verdiepen in Markov-ketens is gewoon saai en mogelijk misantropisch. En daarom juist zo cool.

Advertentie

Voor zowel mainstream populisme als hardcore hipsterdom (ook daar loopt men natuurlijk niet zomaar binnen) is de interesse in het nerddom frappant. Ze beïnvloeden elkaar natuurlijk—de jongerencultuur van onze generatie is nou eenmaal hipster (maak je geen zorgen, je hoort er vast niet bij), met alle gevolgen van dien[i]. Alles wat we nu doen is snel, makkelijk en hapklaar. Heel veel dingen die we doen, lezen en bekijken zijn kort en snel. We delen feitjes en meningen in 140 leestekens, een gemiddeld YouTube-filmpje duurt vier minuten en een TEDtalk kan in tien minuten gedaan zijn. Kenmerkend voor hipsters is ironie, en nergens van onder de indruk zijn.

Maar niet echt.

Laat dit nou precies zijn wat wetenschap niet is. Wetenschap is ten eerste, zoals iemand laatst tegen me zei, toewijding. De resultaten lijken soms mooi, maar de achterliggende gedachten zijn veel complexer. En vaak ook een stuk saaier voor de meeste mensen. Aan een leuk verhaal over een bijendansje gaat jarenlang onderzoek vooraf, waarvan de bijen zien vliegen het meest opwindende is. Jammer genoeg wordt wetenschap zo qua resultaten en dweperijen wel populairder, maar de daadwerkelijke beoefening van wetenschap blijkbaar niet. Het totale aantal studenten in het WO is gestegen met 76% sinds 1995, terwijl de betafaculteiten met 59% stegen: relatief gezien dalen die dus. Techniek, industrie en bouwkundestudenten zagen een toename van maar 48%. Science is inderdaad fucking awesome, maar het bestaat niet uit feitjes en plaatjes. Het bestaat voornamelijk uit ploeteren en zweten (en dat is in collegezalen door heel Nederland te ruiken). In een boek over sterrenkunde leer je niet zo veel door naar plaatjes kijken, net zoals je pas echt leert lezen als je ook de tekstballonnen in de Donald Duck leest in plaats van naar de plaatjes te kijken.

En voor ironie en blasé desinteresse is al helemaal geen plaats. Bijna alles is al een keer gedaan of gezien voordat je bij iets nieuws komt, en grote delen van wetenschap zijn niet boeiend en nietszeggend, maar moeten nou eenmaal gedaan worden om dingen uit te sluiten. Einstein zelf zei dat zijn resultaten voortkwamen uit het doorwerken aan een probleem, niet zijn grote intelligentie.

Gezien de vraag naar beta’s is het natuurlijk fijn dat ze breed genomen wat cooler zijn geworden—daar is niks mee. Maar laten we wetenschap niet reduceren tot de hobby van een Big Bang Theory-karakter (ik heb nog nooit een betastudent gezien die zich zo kleedt of gedraagt) of een pubquizbenodigdheid. We staan op veel fronten in de wetenschap aan de vooravond van grote doorbraken—de komende decennia zullen ons hoogstwaarschijnlijk een stortvloed aan nieuwe kennis opleveren op verschillende gebieden. En wetenschap ís ook fucking awesome, juist als je het bekijkt zoals het is: een ploeterende lijdensweg die met een heleboel toewijding kan leiden tot iets moois. Als er naast de pubquizfeiten over zwarte gaten, walvisgezang en internetalgoritmen ook een cultuur ontstaat waarin toewijding, ploeteren, zweten en doorzettingsvermogen (kijk voor meer informatie op www.livestrong.com) cool zijn, krijgen we misschien ook echt meer wetenschappers, zodat we nog veel vaker fucking science kunnen gaan loven.


[i]                 Die snorren waren opeens niet meer zo ironisch toen iedereen ze ging dragen, voor zover een snor ironisch kan zijn. Het blijft natuurlijk een loos lapje haar op je bovenlip, zonder baard eronder is het net een feestje zonder drank, waarvan iedereen weet dat het helemaal niet leuk is, ook al zeggen ze van wel.

Weet je wat ook leuk is?  Als je ons volgt op Facebook en Twitter, superleuk.