FYI.

This story is over 5 years old.

vrouwenzaak

2017 was een mooi begin, maar vrouwen moeten boos blijven

We laten ons niet langer de mond snoeren door een cultuur die niet naar vrouwen luistert, en ze niet gelooft. Maar dat is nog niet genoeg.
Illustratie: Abraham Magnawa / Alamy Stockfoto

Vorige week gaf ik een man een duw in een bar. En niet zachtjes, maar echt een flinke zet. Ik was ook echt kwaad. Ik had een drankje in m’n ene hand, en voor het eerst in m’n leven had ik zin om iemand recht in z’n gezicht te slaan met de andere.

Deze man had niet per se iets verkeerd gedaan. Hij was misschien een paar keer tegen me op gebotst terwijl hij stond te wankelen met zijn halve liter bier. Maar toen draaide hij zich om. Zijn ene oog keek naar mijn voorhoofd, z’n andere oog ergens naar de muur rechts van me. En toen zei hij: “Lach eens lief naar me.”

Advertentie

Dat was de druppel. Ik werd woest. Daarna gaf ik hem dus een duw.

“Je kan niet van mij eisen dat ik naar je lach. Ik haat je omdat je het vraagt. Ik haat mezelf omdat ik, tot op de dag van vandaag, er gehoor aan gaf. Wanneer begon ik met lachen, of geluidjes te maken in bed terwijl ik niets voelde, enkel om jou een plezier te doen? Wanneer ben ik vergeten dat dit mijn lijf is?”

Dat is wat ik wilde zeggen. Maar ik zweeg.

Hij leek geschokt. Ik ook. Beschaamd, misschien. Maar ik had geen spijt. Mijn gedrag was ongerechtvaardigd. Agressief. Onprettig en tot voor kort ook niet iets voor mij. Maar ik denk niet dat ik de enige ben die zich zo voelt.

Er is iets veranderd, de afgelopen maanden. Het zaadje werd geplant toen een gekwalificeerde vrouw met relevante ervaring in de Amerikaanse verkiezingen verloor van een racistische, seksistische, vermeende verkrachter. Het brak mijn hart. En de rest van het jaar kregen vrouwen wel meer klappen te verduren. Als ik praat met andere vrouwen, zeggen veel van hen dat ze, net als ik, een nieuwe, vreemde woede voelen.

Ik vertelde een vriendin hoe ik me voelde, en zei dat ik dacht dat het werkstress was. Ik was snel aangebrand, bozig. Ik voelde plotselinge vlagen van woede tijdens alledaagse interacties met mannen, waar ik me eerder gewoon geïrriteerd door voelde. En nu dit, deze onverwachte fysieke agressie.

Ik begreep het niet. Er bevinden zich veel geweldige, grappige en aardige mannen in mijn vriendenkring. Ik zou niet zonder ze kunnen. Maar alles is opeens veranderd. En ik snap niet dat ik tot voor kort zo blind kon zijn voor de woede die zich in me opstapelde.

Advertentie

Vrouwen die ik de afgelopen week sprak, vertelden me dat ze zich regelmatig boos en “strijdlustig” voelen jegens mannen. Ze zijn niet meer passief als ze worden nagefloten, of als een vreemde een hand op hun dij legt in een bar. Maar ze zijn niet boos op mannen als individu. Misschien geven we ze de schuld omdat ze in de buurt zijn. Maar het is een symptoom. De man die me vroeg om te lachen is een vertegenwoordiging, een bijproduct van een systeem waar ik niet meer tegen kan.

Harvey Weinstein is afschuwelijk. Seksueel misbruik in de politiek is vreselijk. Maar als we eerlijk zijn, is dat allemaal geen verrassing. De smerige details misschien. Het geweld. De grootte van de doofpot. Maar de ongelijkheid, het lastig gevallen worden, die dingen zijn niet nieuw. De frustratie van vrouwen hierover ook niet. Maar dit voelt anders.

Die verschuiving komt doordat, voor het eerst, vrouwen zich niet de mond laten snoeren door de onbewuste wetenschap dat als ze vertellen wat er gebeurd is, ze genegeerd worden, belachelijk worden gemaakt of uitgemaakt worden voor leugenaar. Maar het idee dat vrouwen een stem hebben in het publieke debat blijft lachwekkend. Op televisie, in films, in kranten, op de radio, in comedy en politiek zijn ze nog steeds in de minderheid.

Deirdre Mullins is een Ierse actrice die afgelopen maand een BAFTA won. Over de vrouwelijke woede zei ze: “Ja, ik denk dat ik boos ben. Een woede die al langer broeit. Het is iets alledaags dat totaal normaal is geworden, zoals het geluid van het verkeer in Londen.” Ze wees op het feit dat er voor elke vrouw op tv twee mannen te zien zijn (in kinderprogramma’s is dat drie op een). Zij en haar vriend zijn allebei acteur. Ze verdient ongeveer tien keer zo weinig als hij voor hetzelfde werk. Als ze in een serie een relatie heeft, is dat met een man die dertig jaar ouder is. Als haar vriend in een serie een relatie heeft, is dat met een vrouw die tien jaar jonger is.

Advertentie

Terwijl een golf van onthullingen de media en het publieke debat overspoelt en de wrede werking van het systeem blootlegt, trilt het effect hiervan ook diep door in individuele vrouwen.

Ria Chatterjee is een televisiejournalist voor ITV. “Vrouwen kunnen niet verdergaan zonder hun woede te uiten over eeuwenlange ongelijkheid en misogynie,” vertelde ze me. “En laten we niet vergeten dat zelfs de uiting van die woede gemanipuleerd wordt door mannen.” Als vrouwen schreeuwen en roepen, als ze kwaad zijn, dan worden ze al snel weggezet als ‘hysterisch’. Labiel. Is dat waarom we zo woedend zijn? Omdat we een woede voelen die nooit echt van ons is geweest?

Terwijl het ene na het andere instituut in elkaar stort als een kaartenhuis en duidelijk wordt hoe universeel deze duistere kant van mannelijke lust en macht blijkbaar is, is elk nieuw schandaal een beetje minder schokkend. Het is tegelijkertijd deprimerend en bemoedigend. De stand van zaken is niet langer een soort mythisch wezen, door sommigen gezien – als je hen tenminste gelooft – maar nooit bewezen.

Nu hebben vrouwen eindelijk het recht gekregen om boos in te hakken op de wortels van het gedrag dat leidde tot deze extremen: het geweld, de verkrachtingen. Ze kunnen het monster Weinstein niet neerhalen, want die is omringd door gouden schilden. Maar ze kunnen wel vechten op hun eigen straten, in hun eigen levens, wetend dat kleine uitdagingen van de status quo nodig zijn om ervoor zorgen dat de bal blijft rollen.

Advertentie

“Het is gewoon een grapje. Je kan toch wel tegen een grapje!” – en ik zou glimlachen, en het toestaan. Maar het is niet grappig. Ik heb het niet naar mijn zin. Ik had geen lol op de universiteit, toen ik dacht dat ik een man iets verschuldigd was na een date. Of toen ik zestien was en mannen hun hand onder mijn rokje stopten in clubs. Of in de talloze keren dat ik, sinds ik uit de kast kwam als lesbienne, te horen kreeg van mannen dat ze me nog wel konden ‘repareren’.

Kleine ongelijkheden broeien en vermenigvuldigen in enorme, groteske doofpotten.
Ik ben doorgaans geen boos iemand. Maar woede kan beschermend zijn, en dat is denk ik wat er nu gebeurt, omdat mijn lichaam hoop voelt. Ik voel een verantwoordelijkheid die ik nog nooit heb gevoeld, omdat dit soort grote veranderingen nooit mogelijk leken. Ik hield me voorheen op de achtergrond, om mezelf te beschermen, omdat elke dag zinloos strijden demoraliserend is. Deprimerend. Als je een huilende baby negeert, houdt-ie vanzelf op met huilen.

Om zelfrespect te behouden terwijl dingen onveranderlijk leken, negeerde ik de dingen zoals ze waren. Ik onderdrukte de grootte van het totaalplaatje. Maar de realisatie van de kloof tussen de macht van mannen en vrouwen, is zo groot voor mij dat ik het alleen kan beantwoorden met een fysieke reactie: woede.

Onze wereld is chaos en duisternis. Maar als vrouwen boos blijven, kunnen we alles bereiken. Deze wereld, dit huis van ons, moeten we afbreken en heropbouwen nu er boosheid en energie en brandstof in de machine zit.

Het komt niet vaak voor dat je veranderingen ziet gebeuren. Een werkelijke verandering in het landschap en de regels waaraan we onszelf meten. Of je dat ongemakkelijk of juist spannend vindt, ligt aan je temperament en je positie in deze nieuwe voorgestelde wereld. Misschien dat dit vuur in de buik van vrouwen extra hard brandt om een reden. Iets wat we leerden uit onze geschiedenis over woede, verandering en de korte tijd die we hebben om daar iets uit te putten. We zijn nu een collectief hart, dat bloederig pompt. We kunnen niet onderdrukken wat we altijd al wisten. Het monster is te groot geworden om zich te verstoppen onder een dekentje.

Maar nu het jaar op zijn einde loopt – als de dofheid van de feestdagen over ons heen spoelt – vraag ik me af: hoe lang duurt deze periode van vuur en woede? Hoe zullen we hem gebruiken? Zoals Mullins zegt: “Ik ben bang dat de publieke woede eindigt voordat er iets wezenlijks verandert. En dan raken mensen verveeld. En meid, er is niks gevaarlijker dan verveling.”