Advertentie
We waren pas een paar maanden samen toen hij me vertelde wat er was gebeurd. Ik was toen 18. Hij was 22. Ik was nog erg jong, en schrok er natuurlijk enorm van. Maar ik dacht dat het wel los zou lopen. Ik dacht: ik kan me niet voorstellen dat je hiervoor naar de gevangenis moet. Ik bedoel, jullie waren gewoon twee domme, dronken jonge mensen. Je bent geen monster. Je bent geen potloodventer in het park, geen gluurder. Ik dacht dat het probleem vanzelf wel zou verdwijnen.Het verdween nooit.
Advertentie
De eerste drie jaar dat hij thuis was, stond zijn foto niet op de [website van het zedendelinquentenregister]. Je moest toen echt naar een politiebureau gaan om iets over hem te weten te komen. Maar toen zeiden ze dat er een fout was gemaakt. En opeens stonden zijn naam en foto op die site. Daarna zeiden ze dat hij niet in een straal van ongeveer zeshonderd meter in de buurt van een school mag wonen. Godzijdank hoefden we niet te verhuizen.Het is niet prettig om elke keer als je thuiskomt lastiggevallen te worden.
Advertentie
Advertentie