FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Een beoordeling van de backstage van De Wereld Draait Buiten

Voor ik het weet zit ik met een gejatte sixpack iets verderop op een bankje met drie vrouwen die me vertellen wat ze met de slagroomklopper van Paolo Nutini willen doen.

Met de explosie aan festivals gaat iedereen, inclusief je moeder, deze zomer minstens één weekend in de modder staan om naast een verdwaalde klapperkaak te staren naar de zogenaamde nieuwe Arctic Monkeys of whatever. Saai. Daarom doe ik deze zomer verslag van de backstage van festivals, in de hoop dat daar nog wat gebeurt. Bij het backstageverslag van de 3FM Awards viel het oordeel ‘een half slap bescheiden piemeltje’. Dit weekend was ik - zonder te hoeven pijpen- op De Wereld Draait Buiten, met goede hoop op ten minste een tongzoen van Douwe Bob (lol).

Advertentie

Waar hier de afgelopen dagen uitsluitend mooie mensen rondliepen tijdens PITCH Festival, stroomt het terrein voor De Wereld Draait Buiten vol met cave people: het soort publiek dat bij de soundcheck komt kijken en ervoor klapt. Mensen die op zoek zijn naar sfeer, kopen nog eerder een kaartje voor Concert At Sea. Vanuit het niet al te volle terrein vlucht ik de backstage in. De saaiheid van het festival slaat door tot in de kleedkamers. Het meest verwarrende dat ik er zie is de helemaal niet ongemakkelijke begroeting tussen Blaudzun en Faberyayo (??). Artiesten die elkaar kennen van gedeelde kleedkamers en slechte feestjes, maar die toch tegen elkaar doen alsof ze vrienden zijn en willen weten hoe het met de ander gaat blijft een vreemd fenomeen.

Mijn persoonlijke hoogtepunt backstage. Qua drank en drugs stelt het teleur: een bezwete knuffel en blowtje met Willie Wartaal, en een niet nader te noemen medewerker van de Publieke Omroep die me vertelt een zakje coke in zijn/haar ondergoed te hebben (“sms me straks maar even”). Bij de kleedkamers achter het hoofdpodium gebeurt er om exact te zijn helemaal niks. Bands gaan meteen door naar huis of het volgende optredens. Er staat een karige doos voorverpakte sandwiches op een natgeregende picknicktafel. Niemand die even bedacht heeft dat er misschien gewoon een bar met een lekker wijf had moeten staan. Gelukkig zijn daar de gezellige moederlijke dames van de artist catering, waarvan ik me altijd afvraag waar ze vandaan getoverd worden. Backstage eten is ook immer een mysterie: wie bedenkt er dat mensen zitten te wachten op hele champignons in een bak slagroom met zwarte peper? WIE!?

Advertentie

De optredens die ik zie, bekijk ik vanaf de zijkant van het podium. Wat ik aan acts meekrijg, is best te doen. Het Transformatorhuis is het decor voor de inmiddels professionele knulligheid van Tangarine, het prima bandje Sky Pilots van Matthijs ‘Duijf’van Duivenbode en zo nog wat bands die er uitsluitend staan omdat ze in het Excelsior-hoekje zitten. “Die drummer is best geil, geef me zo even z’n nummer”, zegt de muziekredactrice van De Wereld Draait Door tegen de promoman van Excelsior. En daarmee is voor de volgende band die het label dit najaar ongetwijfeld uit de klei trekt het minuutje op Nederland 1 alvast verzekerd.

Achter het Transformatorhuis is het stressen geblazen voor de bands die snel door moeten naar volgende optredens, maar de Hummer van George Baker gooit roet in het eten. Want waarom zou je je peniscompensatiemachine die alleen jij kan besturen ook NIET pontificaal in de backstage neerzetten, terwijl je in je te ver opengeknoopte Hawaii-shirt verticaal spoont met Douwe Bob? Precies.

Het slechte weer speelt het festival parten: het hoofdpodium staat in de open lucht, en twee shows (Blaudzun en Selah Sue) in de stromende regen trekt het publiek niet. Het jaagt ook een groot deel van de artiesten meteen na hun show weg, en daarmee de sfeer. Het is vechten tegen de bierkaai om tegen het einde nog aan een backstagedrankje te komen. De iets te agressieve beveiliging veegt het terrein veel te snel leeg, en voor ik het weet zit ik met een gejatte sixpack op een bankje bij Pacific Parc met drie vrouwen die me een dik half uur vertellen wat ze met de slagroomklopper van Paolo Nutini willen doen.

Verder geleerd op in de backstage van De Wereld Draait Buiten: Kelis blijkt een bitch, Paolo Nutini onvindbaar, afterpartees net zo gestoord als je hoopt, en met Arjen Lubach blijkt het makkelijk samen zeiken te zijn. De wedstrijd voor meest homo-erotische moment is een nek-aan-nek race tussen de broertjes Tangarine en Douwe Bob. Een niet nader te noemen getrouwde frontman knijpt me bij wijze van begroeting in mijn billen. En wat is het toch dat je altijd en overal iemand van Go Back To The Zoo tegen moet komen!?

In de categorie pik was het backstage zijn bij De Wereld Draait Buiten een micropenis met een erectiestoornis (lol, ik ken nog een rapper met dat probleem).

Tot de volgende backstage!

@SarahOranje