FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

De grootste popsterren van de wereld zijn totaal tegenstrijdig

En hier komt het begrip ‘hyperrealiteit’ van Baudrillard keihard aankeilen. Nee niet saai, is leuk.

Onze redder Lorde, schrijver van de verrassende hit Royals – waarin ze het materialisme van de huidige popwereld bekritiseert – trad eerder dit jaar op tijdens het gala van de Grammy Awards. Terwijl achter haar standbeelden van engelen flikkeren op groot scherm verschenen, zong de zeventienjarige met haar bedrukte en lispelende stem geagiteerd over de excessieve levensstijl van de grote sterren – hetzelfde publiek dat tegenover haar zat, opgesmukt met Tom Ford-pakken en Gucci-jurken. “Cristal, Maybach, diamonds on the timepiece,” zong ze. “Jet planes, islands, tigers on a gold leash.”

Advertentie

Je vindt het misschien bewonderenswaardig dat iemand de kapitalistische esthetiek van de popcultuur bekritiseert op het meest decadente feest van de muziekindustrie, maar de Grammy’s pasten Lorde vreemd genoeg als een jas. Als je in een kroeg de waarheid vertelt over de weelderigheid binnen popcultuur, worden mensen misschien boos. Maar veelzeggend is vooral dat Lorde zelf een soort icoon is geworden van het materialisme dat ze eerder zo bekritiseerde. Kanye vindt haar fantastisch en Royals fungeerde als soundtrack bij een Samsung-telefoon van zevenhonderd dollar, en ze werkte samen met het cosmeticabedrijf MAC. Deze vlijmscherpe contradictie – ‘ik ben zo wel dit als precies het tegenovergestelde’ – is onderdeel van een veel grotere sociale trend die fuckt met de begrippen authenticiteit en counterculture of tegencultuur.

Lorde performing "Royals" at the Grammys

Dit vloeit voort uit iets wat in de academische wereld hyperrealiteit wordt genoemd, een fenomeen wat voor het eerst is geclaimd in de jaren tachtig door de Franse socioloog Jean Baudrillard. Tv-programma’s als The Only Way Is Essex (soort Jersey Shore realityserie) zijn het toppunt van hyperrealiteit. Er wordt duidelijk kenbaar gemaakt dat het programma gescript is ten behoeve van jouw plezier, en toch leunt het format volledig op het idee dat de kijker de personages als oprecht en echt beschouwt. Het is een idee dat Nicki Minaj exploreerde en als satire gebruikte voor haar recente Daze-covershoot. Hierin is ze te zien als tiptop-verzorgde en supergestylede huisvrouw die gedachteloos alledaagse taakjes uitvoert, zoals broodjes beleggen met gore ham en de allergoedkoopste mayonaise – terwijl ze omringd wordt door symbolen van rijkdom in haar triljoenen-villa.

Het punt is dat het niet uitmaakt hoe raak antikapitalistische boodschappen zoals die van Lorde zijn en bij mensen binnenkomen, het lijkt erop dat we de cultuur van massaconsumptie helemaal niet afkeuren. We omarmen alleen het idee dat we het afkeuren.

Advertentie

We geloven dat er iets, een echt en oprecht mens, achter deze surrealistische fotoshoots, de geseksualiseerde videoclips en gestructureerde facebookpagina’s schuilt. Maar in tegenstelling tot de roerige en uitgesproken radicale jaren zestig, houden de artiesten van nu de kaken stijf op elkaar. Net als in de hele industrie gaat beroemd zijn in 2014 over een levensstijl verkopen aan je fans. En met grote, nietszeggende interviews die allemaal hetzelfde zijn, valt er weinig te halen voor journalisten die willen analyseren wat er nou eigenlijk aan ze wordt verkocht. Zonder dit – zonder kwaaie, kritische artikelen – draait de marketing en pr-machine harder en ongeremder dan ooit, om de sterren om te vormen in bewonderde stripfiguren. We staan erbij en kijken ernaar.

Uiteraard heeft pop zijn eigen agenda, vol met tekens en symbolen die bedacht zijn om jouw brein binnen te dringen. Popsterren gebruiken herkenbare en stereotype elementen zoals punk (Pink), nostalgie (Adele) en ‘exotische’ dansers (meestal doen blanke popsterren dat) om semi-bewuste indrukken te wekken die verband houden met hun muziek. En door onze reclamegevoelige leeftijd verwerken wij dit allemaal op de automatische piloot. Het resultaat is een enorme mindfuck van vage metaforen die op een complexe manier naar elkaar verwijzen zonder een duidelijke oorsprong te hebben.

De versnelling waarin de hyperactieve symboliek terecht is gekomen, is onderdeel van onze televisie- en opnamecultuur. De postmoderne schrijver Don Delillo legde in 1993 aan The Parish Review uit hoe we met en door film (en nu met internet) “onszelf onderzoeken en imiteren, en onze realiteit opnieuw vormgeven – op manieren die eerder niet mogelijk waren.” Volgens Delillo heeft onze daardoor onvermijdelijke ‘duale identiteit’ ervoor gezorgd dat we los worden geweekt van het hier en nu, en dat daardoor “sommigen van ons in acteurs zijn veranderd die slechts een script volgen.”

Advertentie

Deze zelfimitatie waar Delillo het over heeft is al aan de gang sinds de vroege jaren tachtig. In dit tijdperk beleefden de Amerikaanse worstelshows (pro wrestling) een opleving, een sport die eerder nog werd beschouwd als een farce. Dit geeft al aan hoe de lijnen tussen kopie, parodie en authentieke originaliteit begonnen te vervagen. Meer dan een wedstrijd werd het worstelen een spektakel – een symbool van sportdrama dat niet echt was. Maar vanaf het moment dat tv gebruikmaakte van dure en realistische simulaties, verdween het onderscheid tussen fictie en realiteit, met vlagen. Rond die tijd werd toevalligerwijs ook de uitdrukking ‘the real thing’ opgepikt binnen jongerencultuur. Pro-skaters als Rodney Mullen waren ‘the real thing’ (als in niet-fake), net als de A-merken van snacks en frisdranken. Zelfs iemand als Hulk Hogan, de ideale worstelaar, kon ‘the real thing’ zijn. Iets benoemen als niet-fake – ook al was het dat wel –, werd een stempel van awesomeness.

In dit tijdsslot raakte pop, wat altijd de ziel van trucage vertegenwoordigde, verstrikt in een nog complexere relatie met authenticiteit. In 1998 werd met Britneys video Baby One More Time een nieuw soort superster geboren – eentje die zowel de heilige maagd Maria vertegenwoordigde (door het christelijke meisjes-schooluniform en de claim dat ze nog nooit met vriendje Justin Timberlake naar bed was geweest) als uitzonderlijk sexy was (juist door het christelijke schooluniform en het feit dat ze natuurlijk wel met Justin Timberlake naar bed was geweest). Voor haar pr-strategie was een goede balans tussen deze twee cruciaal, omdat de publieke en duidelijk zichtbare perversiteit bijna net zo sterk is als de afkeer daarvan. Hierin school de genialiteit van Britney, ze mixte vulgariteit met deugdelijkheid, iets wat mogelijk was omdat pop niet langer beperkt werd door het verkopen van realistische ideeën – zelfs niet als die alleen maar gingen over: ‘SEKS IS WAT JIJ WILT’.

Advertentie

In het decennium-en-een-half daarna is die tweezijdigheid in onze cultuur een tweede natuur geworden. We zijn allemaal getuige geweest van de Mumford And Son folk-revival, die een reflectie vormt van onze massale en primitieve angst voor oppervlakkige pop en geavanceerde technische vooruitgang. Dit loopt parallel aan wat er zich in Hollywood afspeelt, waar films als Crazy Heart en Inside Llewyn Davis het terug-naar-vroeger-gevoel op het scherm projecteren. Maar achter de trend zit een paradox verscholen. In het verlangen van waar folk voor staat – in het kort: een oprechte afkeer voor alles wat glamour is –, verwierp het groeiende folkpubliek die glamour totaal niet. In plaats daarvan kregen ze juist meer en meer glitter en glamour bij het merk folk, een merk dat zich steeds meer begon te mengen met gewone pop.

Het idee van hyperrealiteit is niet specifiek aan mainstreampop verbonden. Neem het genre lo-fi, waarin bands als Yuck, Wavves en de meeste bands van het Captured Tracks-label hun idolen eren. De retroreferenties doen denken aan de Amerikaanse underground van de vroege jaren tachtig, waarin de sociale en technologische striktheid ervoor zorgden dat een nieuw scala aan indie-achtige bands al snel waren aangewezen op de slaapkamer of een krakkemikkige studio van een kleine label, om hun muziek op te kunnen nemen.

De lo-fi van dit decennium is echter meestal niet ongepolijst, maar vooral opgepoetst. De ongewassen voorhoede mompelt “Ik weet het niet man, het klinkt gewoon beter”, iets wat impliceert dat de inspiratie van de oude garde zo bepalend is geweest dat – in plaats van het omarmen van goedkope, moderne technologie of het om zeep helpen van onze idolen door vooruitgang – we onszelf liever inhouden, om zo maar authentiek te lijken. Maar dit is een bevuild symbool want, net als bij de folk-revival, heeft de afkeer van oppervlakkige, geproduceerde pop een absurd omgekeerd effect veroorzaakt: oppervlakkig geproduceerde undergroundmuziek.

Advertentie

Alles wat dit laat zien is dat kapitalisme anti-kapitalistische deugden tot handelswaar maakt. We hebben allemaal gezien dat idealistische tieners Ramones-shirts dragen van grote winkelketens. We accepteren dat, in deze eenheidsworst-cultuur, ‘indie’ een schimmig symbool van ‘edginess’ is geworden. En we staan allemaal toe hoe punk zijn eigen graf graaft in de achtertuin van BrewDog (soort Brouwerij ’t IJ, red.) die vervuild is door massaproductie-flessen Punk of Hardcore – zoals ze hun bieren hebben genoemd –, met etiketten met daarop symbolen die werden gebruikt voor rebellie en onafhankelijkheid. Op deze enorme contradictie teert de wereld nu.

Toch is dit allemaal misschien wel omkeerbaar. In zijn beroemde boek Travels in Hyperreality uit 1995 beschrijft socioloog Umberto Eco een hologram dat van de voorkant twee kussende en strelende naakte vrouwen laat zien. Als je het vanuit een andere hoek bekijkt, van boven of van onderen, verdwijnt het beeld. Het is deze vervaging in onderscheid tussen dat wat echt is en wat slechts een representatie, wat maakt dat jij niet meer weet of wat je ziet oprecht of authentiek is. Dat is wat het beeld hyperreëel maakt. Met andere woorden, culturele elementen kunnen perfect authentiek lijken – misschien vertegenwoordigen ze wel ‘the real thing’– maar als je het vanuit een ander perspectief bekijkt, dan verdwijnt de essentie, het wezenlijke.

De ‘outsider pop’ van Lorde koppelt deze ideeën zo subtiel aan elkaar dat je vergeet dat het om kunst gaat. Royals is een doordachte en spannende popsong, want hoewel ie netjes verpakt is voor massaconsumptie, bekritiseert de track een bepaalde weelde die totaal onbereikbaar is voor de meeste luisteraars van pop. Maar het is het nummer Buzzcut Season van het album Pure Heroine waarin de zangeres echt haar licht laat schijnen op haar kosmische ongemakkelijkheid. Terwijl de wereld in brand staat zit zij met haar vrienden aan het zwembad “where everything is good.” Dan komt het zelfbewustzijn om de hoek kijken: “Play along,” zegt ze tegen zichzelf “make believe it’s hyperreal.” Haar punt is dat de extreme luxe van de rijke wereld een soort illusie is. “Nothing’s wrong when nothing’s true,” zingt ze in het onschuldige refrein, “I wanna live in a hologram with you.” Wat er schuilgaat achter dat hologram, ziet Lorde later wel. Maar voor nu helpt ze ons in ieder geval op weg om uit de matrix van bedrieglijke tekens en symbolen te kunnen ontsnappen. De eerste, kleine stap: realiseren en toegeven dat we er überhaupt in gevangen zitten.

Jazz gaat heel erg diep op Twitter. Je kunt hem hier volgen: @jazz_monroe