FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Begin maar vast met het inslaan van je geliefde Italiaanse olijfolie

Vanwege slechte weersomstandigheden in Europa hebben olijfboeren de slechtste oogst sinds jaren. De prijs van olijfolie zou daarom weleens veel hoger kunnen worden. En de kans op oliefraude neemt toe.

Het is het gouden elixer van de keuken en komt in alle favoriete gerechten van een kok voor, van een simpel wokgerecht tot een gladgemaakte pesto: extra-vierge olijfolie. De culinaire mogelijkheden van dit wonderspul zijn eindeloos en de smaak valt niet te imiteren; maar binnenkort wordt olijfolie een stuk duurder.

Dit jaar is het Middellandse Zeegebied – waar 95 procent van alle olijfbomen ter wereld zich bevinden – getroffen door het slechtst mogelijke olijfteelt-weer in jaren. In Italië, Spanje, Frankrijk en Portugal hebben schommelende voorjaarstemperaturen en een overvloed aan zomerse buien de productie van de kleine, lucratieve vrucht geen goed gedaan. Bovendien waren die extreme weersomstandigheden perfect voor de ontwikkeling van twee grote plagen: de olijfvlieg en de olijfmot. Dit samen resulteerde in een belabberde oogst van bruikbare olijven door het hele gebied, terwijl daar normaal gesproken meer dan 70 procent van alle olijfolie vandaan komt. En lagere opbrengsten betekent hogere prijzen.

Advertentie

"Voor producenten van olijfolie is 2014 het jaar dat ze liever hadden overgeslagen," vertelde Rolando Beramendi (importeur van Italiaanse producten) aan de Los Angeles Times.

In Italië, al sinds jaar en dag de grote favoriet van olijfolie-connaisseurs, waren de omstandigheden bijzonder slecht. In de Times omschreef Russ Parsons het als volgt: "Terwijl afgelopen lente de bloesem aan de bomen veranderde in fruit, sloeg de vrieskou plotseling om naar bloedhitte waardoor de bomen abrupt hun olijven lieten vallen. De zomer was heet en vochtig, wat tot nog meer problemen leidde. Tot slot was er midden in september een grote hagelstorm die al het fruit dat nog wel aan de bomen zat, eruit sloeg." Met een 35 procent lagere olijfproductie dan vorig jaar, heeft de Italiaanse krant La Repubblica 2014 uitgeroepen tot 'het zwarte jaar van Italiaanse olie'.

"Deze oogst is er geen voor in de geschiedenisboeken. Hij dient in elk opzicht vergeten te worden," zei Augusto Spagnoli, een biologische olijfteler uit Nerola, tegen ABC News.

De situatie was nog erger in Spanje, momenteel de topexporteur van het groene goedje. Vorig jaar exporteerde dit land een recordaantal van 1,5 miljoen ton aan olijfolie. Dit jaar wordt er een olijvenoogst van slechts 1 miljoen ton – of minder – verwacht, in vergelijking tot de 2 miljoen jaar die het land vorig jaar oogstte.

Een drastisch gereduceerde olijfolie-export betekent dat de prijs flink zal stijgen. Consumenten in Amerika zijn nog geen hogere prijzen tegengekomen op losse flessen olie, maar in Europa gaan de bulkprijzen al omhoog. Een olijfboer uit Zuidoost-Italië (Apulië is de regio van de hak van de laars) vertelde aan Business Insider dat hij verwacht dat Italiaanse olijfolieprijzen 30 á 40 procent zullen stijgen. In Bari, een kustregio in Zuid-Italië, zijn de prijzen al omhoog geschoten van 2,7 naar 6 euro per kilogram. Eind augustus waren de prijzen in Spanje per kilogram al gestegen van 2,4 naar 2,7 euro.

Advertentie

Ongeveer 70 procent van de geïmporteerde olie wordt frauduleus gelabeld als extra-vierge, terwijl het dit niet is.

Naast de hoge prijzen zal het olijfolietekort waarschijnlijk ook leiden tot een toename in frauduleuze etikettering, een kwestie die al langer gaande is. In 2007 publiceerde Tom Mueller, één van 's werelds meest vooraanstaande experts in de productie van olijfolie, een artikel in The New Yorker dat insloeg als een bom. Hierin onthulde hij dat in de late jaren negentig olijfolie het meest vervalste landbouwproduct van de EU was. Oliën van hazelnoot uit Turkije en van zonnebloemzaad uit Argentinië werden regelmatig in enorme hoeveelheden verscheept naar grote producenten van olijfolie in Italië en Griekenland, die het vervolgens bottelden – soms vermengd met olijfolie, soms niet – en verkochten als echte Griekse of Italiaanse olijfolie van grote merknamen als Bertolli.

"Olijfolie is veel meer waard dan de meeste andere plantaardige oliën, maar het is duur en tijdrovend om te produceren, en verrassend eenvoudig te vervalsen," schreef Mueller in het artikel – in 2011 publiceerde hij een heel boek naar aanleiding van dit onderzoek.

Zeven jaar later gebeurt het vals-labelen van olijfolie nog steeds: ongeveer 70 procent van de geïmporteerde olie is niet wat het beweert te zijn. Bedrijven pretenderen stelselmatig dat olijfolie extra-vierge is terwijl deze niet aan die norm voldoet; ze lengen het aan met mindere of niet-olijfoliën en beweren dat het geproduceerd is in landen als Italië of Griekenland, terwijl dit niet zo is. In het geval van Italiaanse olijfolie is er een maas in de wet die toestaat dat bedrijven olie mogen labelen in het land waar het gebotteld wordt. Daardoor kan zelfs Algerijnse olijfolie, zodra die verpakt wordt in Italië, verkocht worden als Italiaanse olie.

Italië importeert nu al 45 procent meer olijfolie, een indicatie dat het land van plan is zijn armzalige oogst van 2014 op te schroeven met olie uit het buitenland.

"Wees extra behoedzaam als het gaat om olie die zogenaamd uit Toscane, Umbrië of één van de andere hard getroffen regio's komt," waarschuwt Mueller in het LA Times-artikel.

Met de omhoog schietende prijzen van de waardeloze 'Italiaanse olijfolie', wordt het tijd om het echte en kostbare spul in te slaan alsof het water is en we op het punt staan het jaar 2000 in te gaan.