FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

​Wat je tegenkomt als je het huis van een overleden man leeghaalt

Via een uitzendbureau kwam ik terecht in het huis van Colin, wiens leven ik uit moest wissen terwijl de plek waar hij had liggen ontbinden nog zichtbaar was.

Illustraties door Michael Dockery.

De geur zal me altijd bijblijven. Ik kan hem niet anders beschrijven dan de geur van huid. Het appartement was al drie dagen lang volgespoten met insectenspray. Op het tapijt lagen duizenden dode vliegen. In het midden van de woonkamer zat op de vloer een zwarte, slijmerige vlek in de vorm van een mens. Dit was de plek waar Colin drie maanden had liggen ontbinden.

Ongeveer een jaar geleden werkte ik voor een uitzendbureau, dat me een baan aanbood bij een restauratiebedrijf. Het waren barre tijden voor me. Ik was zo goed als blut en stond overal voor open.

Advertentie

Restauratiebedrijven worden door verzekeringsmaatschappijen ingehuurd om huizen die beschadigd zijn door brand of water op te knappen. Je komt aan in een busje, je haalt wat troep weg, je maakt wat dingen schoon en gaat weer weg. Maar in de eerste week gebeurde er iets abnormaals. Een huisbaas huurde ons in om een huis uit te ruimen, zodat hij kon beginnen met renoveren – het weghalen van de vloerbedekking, opnieuw schilderen – om ervoor te zorgen dat het huis er niet uit zag alsof er een lijk in had gelegen. Wij moesten het huis van Colin doorzoeken, en bepalen welke spullen sentimentele waarde hadden, en welke we weg konden gooien.

Het huis zag er nog precies hetzelfde uit als op het moment dat Colin er dood neerviel. Het verkeerde in een staat die je zou kunnen omschrijven als "leefbare rotzooi." We vonden geen identiteitspapieren, maar volgens medische gegevens die we tegenkwamen was Colin halverwege de zeventig geworden.

Toen ik in z'n huiskamer stond, was ik al verward over wie deze oude man was. Er stond een model van Starship Enterprise op de schoorsteenmantel – net onder een ingelijste videoband van een documentaire over het oude Egypte. Daarna zag ik plaatjes van vrouwen in bikini, aan de koelkast gehangen met "Remembering Vietnam"-magneetjes. Toen mijn collega James en ik de slaapkamer binnengingen, werd het allemaal nog wat vreemder.

De plek op de vloer waar Colin werd gevonden.

Het dekbed was naar één kant opengeslagen, en het nachtkastje stond open. Aan de muren hingen ingelijste plaatjes van vrouwen en covers van verschillende edities van Woman's Weekly. Hij was overduidelijk dol op één vrouw in het bijzonder. We zagen meerdere foto's van haar. Colin was verliefd. Er was nog een lijst die de aandacht van James trok. Hij had het formaat van een creditcard en lag in de bovenste la van het nachtkastje. Het was een plaatje uit een pornoblaadje. Er stond een jongeman op die de piemel van een andere man in z'n mond had. Op dat moment maakte mijn voyeurisme plaats voor een wrang gevoel. Het besef van wat we aan het doen waren daalde in. James en ik waren in Colins huis bezig om zijn bestaan uit te wissen. Zijn hele leven werd in de prullenbak gegooid. James kreeg een telefoontje van Colins nabestaanden; een vervreemde dochter die, zo ontdekten we, door Colin in de steek was gelaten toen ze nog een baby was. James en ik bespraken de mogelijkheid dat Colin gewoon een eikel was. Zijn familieleden hadden al tientallen jaren geen contact meer met hem.

Advertentie

We gingen naar de achterkamer, waar dozen met oude videobanden en andere verouderde techniek stonden. Vanonder de deksel van één van de dozen zagen we een blonde pruik. James deed de doos open en werd duizelig van wat hij zag. In de doos zat de grootste collectie pornofilms die ik ooit heb gezien. Elke kleur van het seksspectrum was vertegenwoordigd. Gay, hetero, trans – noem het en hij had het. Er waren films die speciaal waren gecatalogiseerd naar ras en lichaamsgewicht, en een buitensporige hoeveelheid films had het woord "gat" in de titel.

James moest erom lachen. Ik kon de grap er niet van inzien – Gekke Colin was nu gepromoveerd naar Colin de viespeuk. Dit is wat er gebeurt met een man die eenzaam is en niks meer te doen heeft. James en ik waren het erover eens dat we alles moesten weggooien voordat z'n dochter er zou zijn.

James en ik bespraken de mogelijkheid dat Colin gewoon een eikel was. Zijn familieleden hadden al tientallen jaren geen contact meer met hem.

De dochter van Colin arriveerde samen met haar bejaarde buren. Alles wat we opzij hadden gezet, stond op de veranda. Zijn gespaarde spulletjes, uniformen, tijdschriften en boeken lagen allemaal netjes op een rijtje. Ze namen de films mee, regelden dat iemand later op de dag de koelkast mee zou nemen – en dat was het. Zonder erbij na te denken deden James en ik zo goed mogelijk empathische begrafenisondernemers na; knikken, bedroefd kijken en zachtjes praten. Niemand had iets te zeggen, behalve de oude man die de dochter van Colin had meegenomen. Hij wilde nog even in het huis kijken. De oude kwibus bleef maar doorgaan over een documentaire, waarin hij had gezien dat de ontbinding het heftigst is in de eerste paar dagen – en hoe de maag ontploft en zo. Hij genoot er echt van. Ze vertrokken met de taxi. Met een sigaret op de veranda vierden James en ik dat we klaar waren. Alles, behalve de spullen met sentimentele waarde, lag in de container, het huis was leeg. Ik bladerde door een stapel oude papier, die op de een of andere manier uit de bak was gevallen, en vond een collectie handgeschreven brieven. Ze waren hartverscheurend.

Een gedicht dat ik tussen de brieven vond.

Het hoofdthema was "Liefde is een leugen." Colin schreef over de bedrieglijkheid van de liefde en het leven. Ik dacht weer aan de porno en de misplaatste seksuele energie. Nu ik een kijkje had genomen in de diepste gedachten van Colin, besefte ik dat hij een innerlijke strijd had gevoerd. De brieven waren gruwelijk eerlijk – hij wees de liefde af. Ik zal Colin nooit leren kennen. In één dag was het leven van een oude, eenzame man vernietigd waar ik bij was. Ik denk dat James en ik hem beter kennen dan de meeste mensen die hem ooit hebben ontmoet. Die avond pakte ik een biertje en rouwde ik om de oude man – gewoon voor het geval dat niemand anders het zou doen. Het voelde als het minste dat ik kon doen.