Fat White Family Serfs Up! Noisey Interview 2019
Alle foto's door Jake Lewis
Muziek

Fat White Family is nog niet clean, maar heeft wel alvast een nieuw album

“Hij zat achter een Yamaha-keyboard en ik zong eroverheen. Dat is gewoon wat je doet, weet je.”
Ryan Bassil
London, GB
JL
foto's door Jake Lewis

Fat White Family is sexyer dan ooit tevoren. De leden van deze smoezelige, Londense band hebben zichzelf opgefrist, zijn (een soort van) clean en luisterden net zo vaak naar een plaat van Wham! (de b-kant van Club Tropicana) tot ze eindelijk wisten hoe ze in godsnaam een nieuw album konden maken zonder hun gitarist Saul Adamczewski.

Natuurlijk gingen ze soms op hun bek, maar dat hoort nu eenmaal bij het proces. “Ik denk dat je soms fouten moet maken om dingen te kunnen begrijpen en sexyer te worden,” zegt toetsenist Nathan Saoudi. Hoewel hij zich “ziek” voelt, straalt zijn zongebruinde huid en word ik verblind door zijn witte tanden (die hij beweert drie keer per dag te poetsen). Naast hem zit zijn broer en frontman Lias, die er ook behoorlijk goed uitziet. Onder het genot van vis, brood en bier praat ik met het tweetal in het restaurant naast hun repetitieruimte.

Advertentie

Op het moment dat we afspreken is hun derde album Serfs Up! net verschenen. De band repeteert voor een aantal instore-optredens, gevolgd door hun tournee. Het enige probleem is dat de helft van de band niet meer op komt dagen voor de repetities. Vandaar dat ik vandaag alleen aan tafel zit met de gebroeders Saoudi, die me vertellen dat “mannen rond hun dertigste pas echt opbloeien”. Maar waar we het vooral over hebben, is wat er gebeurd is sinds ze Songs For Our Mothers hebben uitgebracht en optraden in de O2 Academy. Dat is nu drie jaar geleden, en het leek even het einde van de band te betekenen. En als ik Lias mag geloven, was dat ook bijna het geval.

“We kwamen gewoon in een meltdown terecht – een klassieke, stereotiepe drugsmeltdown. We zaten er helemaal doorheen. Het is niet zo dat onze platenmaatschappij ons nou heeft laten vallen, maar… Nathan, wat was er nou precies gebeurd?

Hij kijkt naar zijn broer, die hem aanvult: “Het is de analogie van de taxi.”

De analogie van de taxi?

“Als mensen je niet in hun huis willen, betalen ze een taxi voor je om weg te gaan.”

“Ja, je wordt er niet echt uitgegooid, maar… Snap je wat ik bedoel?”

De subtiele hint om te vertrekken, kwam in de vorm van een nogal onaantrekkelijke deal. Uiteindelijk was het Laurence Bell, de oprichter van Domino Records, die besloot de groep te helpen. Lias had hem een plan voorgesteld: verhuis de hele band voor een jaar of twee naar Sheffield, in een heroïnevrije omgeving, waar ze alle tijd en ruimte hebben om een album op te nemen zoals ze dat zelf willen. Verbazingwekkend genoeg (of misschien ook juist niet) ging de platenmaatschappij daarmee akkoord. “Misschien geloofden ze nog in ons, of misschien hadden ze er al zoveel geld in gestopt dat ze dachten: we kunnen het net zo goed nog een keertje proberen.” Dat was geregeld. De volgende stap was clean worden.

Advertentie

Saul vertrok naar New York, om aan de slag te gaan met zijn andere band Insecure Men. Lias ging naar Cambodja en Laos, waar hij in een “diepe romance” terechtkwam met een Libanees-Nigeriaanse gast genaamd Ali, met wie hij op een motor door Zuidoost-Azië reed. Nathan ging naar Mexico. Waarom Mexico? “Nou, ik ging erheen omdat ik clean wilde worden, want ik voelde me niet helemaal goed,” legt hij uit. “Maar ik ging uiteindelijk gewoon compleet naar de tering. Mescal, cocaïne, dat soort dingen.”

Dat klinkt… niet echt goed? “O jawel hoor, mescal is de beste drank op aarde. Als je daar een fles van leegdrinkt, ga je helemaal uit je plaat. Ik raad het iedereen aan.”

Ze draaien er niet omheen: drank en drugs maken deel uit van hun verhaal en hun creatieve proces. Maar het is ook problematisch, als je bedenkt dat meerdere leden meerdere keren moesten afkicken. Drugs hebben de basis gevormd voor zowel veel hoogte- als dieptepunten – waaronder die ene keer dat Nathan in Mexico een pistool tegen zijn hoofd gericht kreeg. “Ik gaf hem een paar honderd peso’s en smeekte voor mijn leven. ‘Please please, por favor!’ riep ik dramatisch. Uiteindelijk schoot hij me niet neer. Of misschien ook wel, en leef ik nu in een soort alternatieve realiteit in het hiernamaals.”

Fat White Family mag dan met heroïne zijn gekapt, van de ketamine kunnen ze moeilijk afblijven. Van de wiet ook niet. Toen ze net in Sheffield aankwamen, leek het maken van een nieuw album een onmogelijke opgave. “Hoe maken we iets als Fat Whites zonder de belangrijkste songwriter?” vroeg Lias zich af, eerst verward, maar al snel ook wanhopig. “Het voelde nogal ambitieus en als verspilde energie. Ik vroeg me af of ik het niet gewoon had moeten laten doodbloeden, het voelde alsof ik er alleen bleef omdat ik bang was. Want wat moest ik anders?”

Advertentie

En toen kwam de keta op tafel.

Saul was nog steeds niet helemaal teruggekomen in de groep, en samen met Lias was hij normaal gesproken verantwoordelijk voor het schrijven van de teksten. Daarom besloot Nathan bij te springen, samen met Alex White. Dit nieuwe lid van de groep is een saxofonist, waarvan de broers beweren dat ze elkaar voor het eerst ontmoetten toen hij als nieuwe vriend van Saul op het podium sprong tijdens hun optreden op Glastonbury (en dat wil ik graag geloven, want je kunt zoiets niet echt verzinnen). Zijn invloed is door het hele album heen voelbaar, met name op Vagina Dentata. Een saxofoon is nu eenmaal lastig te negeren.

Hoe lukte het de broers om samen nummers te schrijven, zonder de hulp van Saul? “Ik bleef gewoon spelen, weet je. Ik bleef gewoon spelen,” zegt Nathan bloedserieus. “Als er niemand anders is om het te doen, dan doe je het zelf. Gewoon door blijven gaan. ‘Wat doe je?’ Ik zit in een band. ‘Wat ga je vandaag doen?’ Ik ga gewoon blijven spelen.”

Lias vult zijn broer aan: “Het is ook niet zo dat we nou de hele tijd aan de keta zaten. Hij zat achter een Yamaha-keyboard en ik zong eroverheen, of ik speelde mee met m’n gitaar. Dat is gewoon wat je doet, weet je.”

Fat White Family Serf's Up Interview

Tekstueel gezien duikt Lias met dit album dieper in zichzelf dan hij ooit heeft gedaan. “De onderwerpen zijn ongeveer hetzelfde als eerst, alleen wat verfijnder en dichter bij de essentie die me er in eerste instantie toe zette om te beginnen met schrijven: narcisme, instortende mannelijkheid, seksuele verwarring en meer van dat soort dingen. Allemaal goede dingen.”

Advertentie

De seksuele verwarring is het meest voelbaar in hun eerste single Feet: een homo-erotisch nummer met teksten als “I could not believe it / I could not believe my eyes / the thing that I saw down there / down beneath your thighs”. Het gaat over hoe de verteller naar vrouwen kijkt, maar tegelijkertijd met mannen afspreekt. Die mannenliefde is ook duidelijk in de video te zien, waarin wangen worden geaaid, lippen gelikt en zeker één zeer suggestieve handbeweging is waar te nemen.

De tweede single Tastes Good With The Money (net als Feet geschreven door Nathan) gaat over rijkeluismensen, en hun nieuwe favoriete hangplekken. Hun beroemde vriend Sean Lennon komt voorbij, net als zinnen als “tried to finger my way home via the Hollywood hills”. De video werd op locatie geschoten in een huis naast het Londense Hampton Court Palace, en is geregisseerd door Róisín Murphy. De bandleden doen zich voor als een stel welgestelde mannen, en ook Baxter Dury is op het nummer te horen, in de rol van een doorgesnoven grootvader die in kunst handelt.

Terwijl ze daarover vertellen, vraag ik me af of Fat White zichzelf nog altijd onderscheidt van de andere gitaarbandjes die hen wanhopig na proberen te doen. Lias lacht. “Ik zie ons niet echt meer als een gitaarband. Het is een…” Lias pauzeert, met een narcistische grijns op zijn gezicht. “… een nationale schat? We zijn veel te aardig geweest. Ik weet het niet.”

Advertentie

Te aardig? En hun ruzie met Idles en Sleaford Mods dan? Die eersten noemden ze “zichzelf castrerende, middenklasse sukkels” en over de laatsten zeiden ze dat ze “maar blijven zeiken over lage lonen en kebab”. Ik dacht eerst altijd dat ze het prima konden vinden met Sleaford Mods. Wat is er fout gegaan? “Ik praat weleens met Jason op Facebook en heb hem m’n excuses aangeboden voor die uitspraak. Maar goed, een paar jaar geleden schreven ze een nummer genaamd The Six Horsemen, The Brixtons, waarin ze ons nogal belachelijk maakten, dus eigenlijk hadden ze het ook wel verdiend. Wij hadden het op dat moment zelf ook nogal zwaar. We kregen al die shit over ons heen, en we verdienden er niks aan.”

En Idles?

Lias haalt z’n neus op en gaat verder: “Het verschil tussen Idles en Sleaford Mods is enorm. Ze hebben iets rauws, Sleaford Mods. Het is gevoelig, zonder pretentie. Idles probeert hetzelfde te doen, maar dat lukt ze voor geen meter.”

Nathan doet iets minder zijn best om het mooi te verwoorden: “Hun muziek is voor vijftienjarige idioten die bang zijn om stom te worden gevonden.”

“Er gaat wel een soort oorlogszucht van ze uit, maar Idles is gewoon echt niet neukbaar. Sleaford Mods is sexy – onbezonnen, afschuwelijk en slordig. Ze proberen niet grappig te zijn, maar hebben wel een bepaalde erotische kracht.”

Hebben ze Fat White Family diezelfde erotische kracht meegegeven?

“Dat hebben we door de jaren heen wel geprobeerd, ja,” grijnst Lias. Nathan lacht ondeugend en toont wederom zijn smetteloze tanden: “Dat kostte mij geen enkele moeite.”

Advertentie

Toen de broers demo’s van alle nummers hadden gemaakt, keerde Saul terug. De rest van de band volgde, om de laatste puntjes op de i te zetten. “Saul weet enorm veel van muziek af, wat je in zijn verwijzingen en zo terugziet. Hij heeft een soort wetenschappelijke benadering van muziek die Nathan en ik niet echt hebben,” vertelt Lias. “Wanneer hij een dag vrij is, doorspit hij de muziek van allerlei platenmaatschappijen en genres. Hij is een soort ekster. En dan hebben we het nog niet eens over zijn schrijftalent gehad, waar hij ons tijdens dit project ook mee heeft geholpen.”

Ze wilden hem terug in de band en dat was snel geregeld. Hij kwam met Fringe Runner, een van de beste nummers op het album. Het nummer is volledig gekleurd met zijn talent voor plakkende, stroperige melodieën – het soort dat je in een aantal oudere nummers van Fat White Family terugvindt. Na een paar sessies vertrokken Saul, Nathan en Lias naar Noorwegen. Dat was de nieuwe thuisbasis van de oude eigenaar van The Queens – de pub in Zuid-Londen waar de leden van Fat White Family woonden, werkten (pizza bakten) en live optraden. “Noorwegen is alles wat Queens niet was. Het leek wel een afkickkliniek,” zegt Lias. “We noemden het ‘De Betty Fjord Kliniek.’”

Het moment dat ze terugkwamen, was niet het moment dat ze met het album begonnen. “Nathan stapte eruit, omdat hij toch niet wilde samenwerken met Saul. Het ging er een tijdje nogal lelijk aan toe, wat overal een schaduw overheen wierp.”

Advertentie

In een interview met The Quietus las ik laatst dat ze ruzieden over wie wat had geschreven, en dat de originele versies van de nummers beter zouden zijn dan de andere versies.

“Lias, hier mag je geen antwoord op geven,” zegt Nathan, die ineens opspringt van de bank. Lias leunt naar voren en spreekt me beleefd aan: “Kunnen we deze vraag overslaan? Het leidt alleen maar tot gekibbel en daar heb ik nu geen zin in.”

Nathan schiet opnieuw omhoog: “Dat moet je ook niet zeggen. Geef gewoon geen antwoord, dat is je recht als artiest”

“Als artiest mag je toch gewoon bepalen wat er in het interview terechtkomt?”

“Ja, maar ik weet dat je je soms door de gek laat houden door vragen.”

“O, dat weet ik ook wel. Maar goed, nu hebben we dus alsnog gekibbel.”

Eigenlijk wilde ik gewoon weten wie precies welke nummers heeft geschreven, maar dat blijkt gewoon op de hoes van het album te staan. Wat ik nog niet weet is hoeveel iedereen er precies aan heeft bijgedragen. Hoe dan ook is het goed om te zien dat Nathan meer verantwoordelijkheid neemt in de samenwerking met zijn broer en de nieuwe leden. Na wat hoofdrekenen vertelt Lias me dat Fat White Family in totaal wel 25 verschillende leden heeft gehad, als je iedere drummer of manager die ooit is opgestapt meetelt. Maar uiteindelijk blijft de harde kern die al sinds dag één bestaat altijd overeind: Lias en Nathan Saoudi, Adam J. Harner en Saul Adamczewski.

Advertentie

Toch is de situatie nog altijd onzeker. Saul vergezelde de band in februari op het podium tijdens hun optreden in The Lexington in Londen. Ik was daar ook, en moet zeggen dat hij er gezonder en helderder uitzag dan ik hem ooit had gezien. Hetzelfde gold trouwens voor de rest van de band. Toen ze twee maanden later optraden in de platenzaak Rough Trade, ontbrak Saul vervolgens weer. En ook nu lijkt het er niet op dat Saul de laatste tijd vaak bij de repetities is geweest. “Saul gaat soms even op sabbatical om onderzoek en dat soort dingen te doen. Af en toe zijn we hem dus even kwijt, maar dat is allemaal voor een hoger doel,” legt Lias uit. Ik besluit er maar niet verder op door te gaan.

Eigenlijk doet het er ook niet zo toe of ze het nou met, zonder of met een beetje Saul hebben moeten doen: het is ze gewoon gelukt om een nieuw album te maken. De nummers hebben misschien niet de smerige pop-vibe die je in oudere favorieten als Touch The Leather en I Am Mark E Smith vindt, maar ze voegen wel een nieuw geluid toe aan hun repertoire. Het is een smoezelige, donkere, maar toch relatief relaxte plaat: alsof ze hun ketamine en wiet in de vorm van een album hebben gegoten. Een album waar je steeds verder in wegzinkt, waarna je jezelf uiteindelijk terugvindt in de diepe krochten van hun gedachten.

De twee broers hebben het gewoon gedaan. Ze hebben voor het eerst samen geschreven, terwijl de toekomst van de band volkomen onzeker was. Wat hebben ze daarvan geleerd? Lias haalt diep adem. “Blijf erin geloven, blijf werken. Het is allemaal wel te doen als je het gewoon wat tijd geeft en het graag genoeg wil. Blijf in je dromen geloven.”

Advertentie

En Nathan?

“Ik heb geleerd wat ik niet moet doen.”

“Wat? Heroïne en crack?” zegt Lias.

“Nee, allerlei dingen. Ik heb van alles geleerd in de afgelopen twee jaar. Wat is die quote van Aristoteles ook alweer?”

“’Op een dag zal deze oorlog ten einde komen?’”

“Nee. ‘Onwetendheid is de bron van alle kwaad.’”

Helaas was het niet Aristoteles die dat zei, maar Socrates (ja, dat heb ik gegoogeld). Ook prima. Fat White Family mag dan niet helemaal clean en compleet zijn, maar de leden zijn wel een nieuwe levensfase ingegaan. Ze bloeien eindelijk op. “Het is best gek hoe die gigantische stroom aan problemen uiteindelijk in iets positiefs kan veranderen, zolang je elkaar maar blijft steunen,” zegt Lias. Alsof ze het zo hadden afgesproken, vult Nathan zijn broer aan met een wijsheid die niet alleen slaat op het leven in een band, maar ook op het leven in het algemeen: “Het is als een lange wandeling, een oefening of een nieuw dieet. In eerste instantie denk je: what the fuck? Maar eigenlijk is het gewoon een voor…”

… waarde?

“Een voorwaarde, ja. Op den duur leidt het je naar iets beters. Je moet gewoon eerst door alle bagger heen zien te komen. Ik heb dat vaak genoeg gedaan om te weten hoe het werkt.”

Dit stuk verscheen eerder bij onze Britse collega's van Noisey UK.

Volg Noisey op Facebook , Instagram en Twitter .