FYI.

This story is over 5 years old.

Identiteit

Mijn kinderen en ik werden acht jaar lang fysiek en emotioneel mishandeld door mijn man

Ik ben op het politiebureau geweest, maar daar werd gezegd dat “er toch niets met mijn aangifte zou worden gedaan”, omdat ik het niet kan bewijzen.
Milou Deelen
zoals verteld aan Milou Deelen
Rosa – foto door Vera Kurpershoek
Rosa – foto door Vera Kurpershoek 

Deze week publiceren we verhalen van vrouwen die in een opvanghuis wonen, omdat ze door huiselijk geweld thuis niet meer veilig zijn. In Nederland krijgt één op de vijf vrouwen ooit te maken met fysiek geweld dat wordt gepleegd door een (ex-)partner of iemand uit huiselijke kring, en jaarlijks worden 200.000 tot 230.000 volwassenen slachtoffer van ernstig of herhaaldelijk huiselijk geweld.

Rosa* van 37 uit Noord-Holland vertelt hoe zij en haar kinderen acht jaar lang slachtoffer waren van huiselijk geweld door haar partner Bob*. Ze kwam in de crisisopvang terecht waar ze drie maanden verbleef, en sinds een maand woont ze samen met haar oudste twee kinderen in een opvanghuis voor vrouwen. Op het moment dat we haar spreken woont ze al vier maanden niet meer thuis.

Advertentie

Ruziemaken, schreeuwen, dreigen, negeren, vernederen, uitschelden, slaan, schoppen, opsluiten, buitensluiten, afpersen, stalken en achtervolgen – die woorden zijn me allemaal heel bekend.

De eerste twee weken hier in de vrouwenopvang voelde als een strafkamp. Ik kende niemand, ik kende de weg niet en zat alleen maar binnen. Nu weet ik wel dat we hier veilig zijn en dat ik niet steeds achterom hoef te kijken. Bob heeft moeite met autorijden dus hij kan hier niet heen komen.

Bob, mijn toekomstige ex-partner, is de reden waarom ik hier zit. We hebben samen twee kinderen van vijf en zes, en uit een eerder huwelijk heb ik twee kinderen van twaalf en veertien. Bob en ik zijn acht jaar samen geweest, maar eigenlijk ging het na de eerste twee maanden al fout. Het begon met ruzie, en al snel kreeg ik klappen.

Ruziemaken, schreeuwen, dreigen, negeren, vernederen, uitschelden, slaan, schoppen, door elkaar schudden, opsluiten, buitensluiten, afpersen, wantrouwen, stalken en achtervolgen – die woorden zijn me heel bekend. Mijn kinderen zijn opgevoed met het idee dat dat allemaal normaal is. Het geweld was eerst met name op mij gericht, daarna vooral naar mijn oudste twee kinderen; zij konden niks goed doen. Als ze aan het afwassen waren ging Bob erbij staan en zei dan: “ik wist wel dat jullie niet konden afwassen, zie je wel dat jullie niks kunnen.” Zijn eigen kinderen trok hij altijd voor. Ik stond altijd tussen Bob en mijn oudste kinderen in, en als ik het dan voor de kinderen opnam, kregen we slaande ruzie en vlogen de borden door de kamer.

Advertentie

Ik heb twee keer per week gesprekken met een psycholoog en een trajectbegeleider, er zijn kinderpsychologen, en er komt iedere week iemand langs voor een ‘ouder-kind’ gesprek. De kinderen moeten hierover leren praten. Ik voel me heel schuldig dat mijn kinderen acht jaar lang zijn blootgesteld aan geweld. Mijn kinderen hebben hun moeder op haar slechtst gezien en verkeerde voorbeelden gekregen. Ik ben helemaal dichtgeklapt en vergat zelfs met mijn kinderen te praten en hun complimentjes te geven. Als je van huis uit geen goede voorbeelden krijgt, dan worden ze later ook niet groot en sterk. Ik moet mijn dochter leren om nee te zeggen, en mijn zoons leren respect te hebben voor vrouwen.

Soms als ik in huilen uitbarstte, werd hij ineens heel lief – dan zei hij lieve dingen en ging hij de was ophangen en stofzuigen.

Vier jaar geleden was het lijfelijk geweld tegen mij het ergst. Ik had onze baby van negen maanden op mijn arm, toen hij mij begon te slaan. Ik schreeuwde dat hij moest oppassen voor ons zoontje, dus pakte hij hem af zodat hij mij kon slaan. Een baby uit de handen van een moeder trekken is het ergste wat je een moeder kunt aandoen.

Ik dacht er weleens aan om hem te verlaten, maar ik durfde niet omdat ik zo bang voor hem was. Soms als ik in huilen uitbarstte, werd hij ineens heel lief – dan zei hij lieve dingen en ging hij de was ophangen en stofzuigen. We hebben vier jaar geleden samen een traject bij maatschappelijk werk gevolgd en thuis negen maanden begeleiding gehad. Daardoor kreeg ik hoop, maar na een paar weken ging het altijd weer mis.

Advertentie

Bob wantrouwde mij enorm. Als ik naar de supermarkt wilde moest ik toestemming vragen, en als ik thuiskwam moest ik alles in detail vertellen: waar ik was geweest, wat ik had gedaan, met wie ik had gepraat, en wat ik had gezegd. Vriendinnen die koffie kwamen drinken, mochten hun echtgenoot nooit meenemen – Bob wilde geen mannen in huis. De eerste keren ging ik er tegenin, maar dan kregen we ruzie, werd hij agressief en ging hij slaan. Ik heb geen vriendinnen meer over. Ik praatte met niemand over dit geheim, ik was ontzettend eenzaam.

In een zomervakantie een paar jaar terug logeerde mijn dochter van twaalf een weekend bij mijn zusje, en mijn zoon van veertien bij mijn moeder. Zij zijn toen allebei uit de school geklapt. “Als dit zo verdergaat, gaan we thuis weg,” zeiden ze. Dat is mijn grootste verdriet, dat mijn kinderen bij mij weg wilden. Mijn moeder en zus hebben gevraagd wat er aan de hand was, en ik moest toen wel toegeven dat het heel erg fout zat.

Ik kon toen niet meer naar huis, omdat ik heel bang was voor Bob. Zo kwam ik in de crisisopvang terecht met mijn kinderen. Je mag daar zes weken verblijven, maar omdat de kinderen en ik geen plek hadden om naar toe te gaan, zijn we er drie maanden geweest. De eerste weken had ik ‘code rood’: ik mocht niet naar buiten omdat dat niet veilig was. Daarna kreeg ik code oranje: ik mocht naar buiten in de wijk, maar ik moest alles melden.

Advertentie

Ik had er veel moeite mee om zo gecontroleerd te worden, want die controle vond ik aan Bob juist zo vreselijk. Na drie maanden was er plek in een opvanghuis, waar we sinds een maand wonen. Het is helemaal aan de andere kant van het land. Mijn oudste twee kinderen en ik hebben alles moeten achterlaten. Voor mijn kinderen was het heel vervelend om van school te wisselen, maar ik had geen keuze.

Ik ben op het politiebureau geweest, maar daar werd gezegd dat “er toch niets met mijn aangifte zou worden gedaan”, omdat ik het niet kan bewijzen.

De jongste twee kinderen zijn nog steeds bij Bob. Zij zouden daar elk weekend zijn, en voor de rest bij mij. Na drie weken heeft hij de kinderen niet meer teruggebracht – sindsdien heb ik ze niet meer gezien. Ik heb de politie gebeld en zei: “Ik ga mijn kinderen halen, en als ik jullie was, zou ik erbij zijn.” De politieagenten gingen bij Bob naar binnen, terwijl ik buiten stond te wachten, kwamen naar buiten en zeiden dat ze niks konden doen, want de kinderen lagen te slapen en Bob was agressief. Ik moest het maar via de juridische weg uitzoeken, want de politie haalt kinderen alleen weg als ze daar onveilig zijn. Elke avond mag ik van Bob vijf minuten met ze bellen. Ik mis ze ontzettend.

Ik ben op het politiebureau geweest, maar daar werd gezegd dat “er toch niets met mijn aangifte zou worden gedaan”, omdat ik het niet kan bewijzen. Het komt erop neer dat mijn kinderen of ik eerst weer geslagen moeten worden, en pas dan krijgen we hulp.

Advertentie

Achteraf denk ik: hoe heb ik acht jaar lang oogkleppen op gehad? Hoe heb ik kunnen doen alsof er niks aan de hand was? Ik ben mijn kinderen heel dankbaar dat zij het hebben verteld aan mijn moeder en zusje, anders had ik daar nog steeds gezeten. Sinds de eerste dag dat ik daar weg ben, ben ik opgelucht, blij en voel ik me sterk. Mijn oogkleppen zijn nu af – ik weet nu dat ik erover mag praten, het is geen geheim meer.

Achteraf denk ik: hoe kan het dat ik acht jaar lang oogkleppen op had? Hoe heb ik kunnen doen alsof er niks aan de hand was?

Het belangrijkste is dat ik positief blijf en er het beste van maak. Ik ga elke week naar een moedergroep-cursus, waar ik andere vrouwen uit de opvang ontmoet. Daar wordt mij geleerd om als moeder weer sterk in mijn schoenen te staan, en te zorgen dat mijn kinderen weer naar mij luisteren. Ik weet bijna niet meer hoe ik mijn kinderen moet opvoeden; ik ben mezelf kwijtgeraakt en heb geen zelfvertrouwen meer.

Bob heeft me altijd tegengehouden om verder te leren, dus bleef ik in de thuiszorg werken. Maar het is mijn droom om verpleegkundige te worden – ik kijk vanaf mijn balkon uit op een ziekenhuis. Wat ik heel graag wil meegeven aan alle vrouwen die in een vergelijkbare situatie zitten: houd moed, en als je nu die moed niet voelt: er komt een dag waarop het er wel is.

*Rosa en Bob zijn gefingeerde namen

Mocht je na het lezen van dit verhaal met iemand willen praten of op zoek zijn naar hulp, kijk dan op deze site van de Rijksoverheid waar je terecht kunt, of neem direct contact op met Stichting Het Kopland: 050 - 599 14 20.

College voor de Rechten van de Mens zet zich tot en met 10 december in voor de Europese campagne UNiTE to end violence against women.