In ‘Vraag het VICE’ beantwoorden we, met de hulp van psychologen, experts en ervaringsdeskundigen, jullie levensvragen.
Ik ben al een paar jaar samen met mijn vriendin, Olivia*. We wonen niet samen, maar tot voor kort brachten we praktisch elk moment van de dag met elkaar door. We zijn collega's: we werken voor hetzelfde reclamebureau, waar we elkaar ook ontmoet hebben. Ze is zonder twijfel de liefde van mijn leven, en ik denk dat ik ook de hare ben. Omdat we voor ons werk vaak moeten reizen, hebben we al in een vroeg stadium van onze relatie de afspraak gemaakt dat het wel eens kan gebeuren dat iemand van ons met een ander slaapt. Dat is nooit echt een probleem geweest voor ons. Zij weet graag met wie ik seks heb, ik hoef over haar avontuurtjes geen details te horen. Ik ben wel eens jaloers geweest, maar het was nooit zo overweldigend dat ik er ongelukkig door werd. Deze relatievorm werkte perfect voor ons. Onze enige regels waren: seks met een ander doe je veilig, en in het weekend brengen we tijd met z'n tweeën door.
Drie maanden geleden vertelde Olivia me dat ze verliefd is geworden op iemand anders. Hij woont in het land waar ze vaak moet zijn voor werk. Ze zegt dat ze onze relatie niet wil verbreken en dat ze van me houdt, maar dat ze ook een relatie wil met die andere jongen. Ze denkt daar al veel langer over na, zegt ze. Haar vorige relaties zijn stukgelopen omdat monogamie niets voor haar is, en nu ze die andere jongen heeft ontmoet, realiseert ze zich dat ze niet alleen een open relatie wil, maar ook echt polyamoreus wil leven. Ik schrok daar eerst van, maar ging er snel mee akkoord. Het lijkt mij ook wel fijn om te daten met anderen, en zolang zij gelukkig is, ben ik dat ook. Maar twijfels heb ik wel. Sinds een maand zit ik thuis met een burn-out, en ik heb niet echt de energie om me bezig te houden met de veranderingen die zo'n polyamoreuze relatie met zich meebrengt. Steeds vaker is ze er niet in het weekend, omdat ze dan op bezoek bij haar nieuwe geliefde is. Het liefst zou ze de helft van de tijd bij hem wonen, in het buitenland. Dan zou ik ondertussen mooi op zoek kunnen gaan naar een eigen geliefde, maar ik heb daar de puf niet voor. Ik zit wel op Tinder, maar ik vergeet meestal te antwoorden op berichtjes. Na een paar uur in de kroeg verlang ik naar mijn bed. Op zulke momenten mis ik Olivia. Ik wil haar niets verbieden, maar waar ligt voor mij de grens? Hoe weet ik welke relatievorm bij me past?
Advertentie
M.
Hoi M.,
Over de hele wereld schijnen steeds meer mensen erachter te komen dat ze best een polyamoreuze relatie zouden willen hebben. Omdat het fenomeen steeds bekender wordt, hoor je ook steeds vaker verhalen over de zoektocht naar hoe polyamorie kan werken in een maatschappij die op monogamie is ingesteld. Daarin keren vaak dezelfde dingen terug: het verlangen naar spanning, nieuwe mensen willen leren kennen en het herdefiniëren van het concept ‘liefde’. Een overgang naar een polyamoreus leven lijkt vaak een puzzel te zijn, waarbij je samen met de mensen van wie je houdt een heleboel moet uitproberen. Het kan ingewikkeld zijn, maar ook heel mooi.Dat beaamt ook Yuri Ohlrichs, NVVS-seksuoloog en trainer bij kenniscentrum Rutgers. Wel moet je volgens hem rekening houden met het feit dat je nu niet lekker in je vel zit. Daardoor kan het lastiger zijn om aan te geven waar je grenzen liggen, en om zelf aan te voelen wat je grenzen zijn. “Je prioriteit moet liggen bij die burn-out,” vertelt Ohlrichs. “Pas als je die aanpakt, kan je grote en ingrijpende keuzes maken.” Je zit in een kwetsbare positie, en daar moeten jij en je geliefde rekening mee houden. Misschien is het goed om alles wat rustiger aan te doen, of misschien vind je het fijn om toch af te spreken dat je minstens één weekend per maand echt voor elkaar reserveert. “Uiteindelijk komt het erop neer dat je zelf moet inschatten hoeveel je op dit moment aan kan. Als een van de twee z’n been heeft gebroken, ga je ook niet met z’n tweetjes op skivakantie,” vertelt Ohlrichs. Je hoeft volgens Ohlrichs daarbij niet zelf polyamoreus te zijn om een polyamoureuze relatie te hebben. Het zou wel fijn zijn als je de energie hebt om te ontdekken hoe dat bij jou precies zit.
Hoi M.,
Over de hele wereld schijnen steeds meer mensen erachter te komen dat ze best een polyamoreuze relatie zouden willen hebben. Omdat het fenomeen steeds bekender wordt, hoor je ook steeds vaker verhalen over de zoektocht naar hoe polyamorie kan werken in een maatschappij die op monogamie is ingesteld. Daarin keren vaak dezelfde dingen terug: het verlangen naar spanning, nieuwe mensen willen leren kennen en het herdefiniëren van het concept ‘liefde’. Een overgang naar een polyamoreus leven lijkt vaak een puzzel te zijn, waarbij je samen met de mensen van wie je houdt een heleboel moet uitproberen. Het kan ingewikkeld zijn, maar ook heel mooi.Dat beaamt ook Yuri Ohlrichs, NVVS-seksuoloog en trainer bij kenniscentrum Rutgers. Wel moet je volgens hem rekening houden met het feit dat je nu niet lekker in je vel zit. Daardoor kan het lastiger zijn om aan te geven waar je grenzen liggen, en om zelf aan te voelen wat je grenzen zijn. “Je prioriteit moet liggen bij die burn-out,” vertelt Ohlrichs. “Pas als je die aanpakt, kan je grote en ingrijpende keuzes maken.” Je zit in een kwetsbare positie, en daar moeten jij en je geliefde rekening mee houden. Misschien is het goed om alles wat rustiger aan te doen, of misschien vind je het fijn om toch af te spreken dat je minstens één weekend per maand echt voor elkaar reserveert. “Uiteindelijk komt het erop neer dat je zelf moet inschatten hoeveel je op dit moment aan kan. Als een van de twee z’n been heeft gebroken, ga je ook niet met z’n tweetjes op skivakantie,” vertelt Ohlrichs. Je hoeft volgens Ohlrichs daarbij niet zelf polyamoreus te zijn om een polyamoureuze relatie te hebben. Het zou wel fijn zijn als je de energie hebt om te ontdekken hoe dat bij jou precies zit.
Advertentie
Volgens Ohlrichs is het goed om na te gaan of de stress over je relatie een rol speelt bij je burn-out. “Mocht dat zo zijn, dan kan je eventueel gerichtere hulp zoeken, zoals een relatietherapeut,” vult hij aan. Je schrijft dat je niet goed weet waar je grenzen liggen. Daar is geen pasklare oplossing voor, want vaak kom je daar pas achter door van alles uit te proberen. Een burn-out helpt daarbij niet. “Typisch bij een burn-out is dat je grenzen al overschreden zijn. En daardoor kan je vaak ook niet zelf de vinger leggen op wat je nodig hebt,” vult Ohlrichs aan. Toch zijn er volgens Ohlrichs wel enkele vragen die je jezelf kan stellen om hier wat helderheid in te scheppen. Namelijk:
- Wordt elke beslissing goed besproken?
- Vind je dat belangrijk?
- Heb je het gevoel dat je soms voor voldongen feiten komt te staan?
- Als je je grenzen aangeeft, wordt daar dan rekening mee gehouden?