FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Ethopische hyena’s eten graag uit je mond

Hyena’s zijn niet weg te denken uit het straatbeeld van de Ethiopische stad Harar. Je mag er ook gezellig mee spelen: als je ze met je mond een homp rottend vlees voorhoudt, smikkelen ze het zo op.

Hier voorziet de auteur een hyena van een kleine nachtelijke snack.

Lange tijd haalde ik mijn kennis over hyena’s vooral uit The Lion King, al die uren Animal Planet ten spijt. Shenzi, Banzai en Ed waren de griezelige hyena’s die uiteindelijk vooral onhandig, zwak en komisch bleken te zijn, en geregeld in zingen uitbarstten. Maar nu ik nauwlettend in de gaten word gehouden door een volgroeide hyena die op een halve meter afstand zit, begin ik te denken dat Disney me weer eens voorgelogen heeft.

Advertentie

In tegenstelling tot wat veel mensen denken zijn hyena’s eerder jagers dan aaseters. Ze hebben ook veel spiermassa, en het grootste deel daarvan zit rond hun schouders en nek. Je krijgt daardoor de indruk dat ze elk moment klaar zijn om toe te slaan wanneer ze iets met vlees voor zich hebben, wat ze dan zonder enige moeite aan flarden kunnen scheuren. Iets in mij zegt dat dit wezen toch niet zo geïnteresseerd is in het stuk half bedorven vlees dat aan een stok tussen mijn tanden bungelt, maar des te meer in mijn kakelverse gezicht. Ik probeer die gedachte te negeren: het van mond tot mond voeren van hyena’s is nou eenmaal iets wat je hoort te doen als je in Ethiopië bent.

Op alle andere plekken ter wereld zou dit een verschrikkelijk slecht idee zijn. Een klein stukje verder, net over de grens in Somaliland, zijn hyena´s echt een plaag. Ze beheersen het platteland daar en leven van het vee. Als het donker wordt verdrijven ze iedereen die ze tegenkomen van hun grondgebied. In Somaliland krijgen alleen de stoerste mannen de bijnaam warabi, wat “hyena” betekent. Ook in de buurt van de Ethiopische stad Harar worden mensen door hyena’s aangevallen, voornamelijk kinderen. Maar Harar, een stad die bekend staat om opmerkelijke tradities en ideeën, heeft een unieke verhouding ontwikkeld met de hyenapopulatie. Daardoor is de hyena niet meer alleen de regionale slechterik, maar vooral ook profeet en melkkoe.

Advertentie

De nauwe band tussen Harar en hyena’s ontstond vijf eeuwen geleden, toen er een muur om de stad gebouwd werd, waaraan de stad haar huidige vorm ontleent. Harar had als regionale handelshoofdstad en islamitisch centrum in oostelijk Afrika toen net de nederlaag van het islamitische Adal Sultanaat door christelijk Ethiopië meegemaakt, waardoor veel moslimgebieden aan de christenen onderworpen waren. Nur ibn Mujahid, de toenmalige emir van Harar, liet toen een muur rondom de stad bouwen zodat Harar van de buitenwereld afgezonderd werd.

De muren functioneerden zo goed dat Harar tot 1875 een onafhankelijke stadsstaat bleef, met een eigen taal, cultuur en etniciteit. Eenmaal veroverd door Egypte en vervolgens Ethiopië, verloor ze haar handelspositie en werd de stad langzaamaan steeds armer. Van begin af aan bleek dat de stadsmuur niet zo goed bestand was tegen hyena’s. Die ontdekten al vrij snel dat ze ’s nachts de stad in konden glippen via de rioolafvoer in de muur, om op zoek te gaan naar eten, en vervolgens weer terug te keren naar hun leven in de heuvels buiten de stad. Vreemd genoeg deden ze zich liever te goed aan het slachtafval van slagerijen dan aan mensen of dieren. De inwoners van Harar lieten de beesten hun gang gaan, want wat moest een ommuurde stad anders met een berg rottend vlees?

Uiteindelijk groeide het uit tot een ritueel. Volgens sommigen werden de hyena’s elk jaar tijdens de Ashura (de tiende dag van de eerste maand van de Islamitische kalender) door één van de sjeiks geroepen. Die voerde ze dan een kom met pap, waarmee de toekomst van de stad voor het komende jaar voorspeld werd. Als de hyena veel at zou het een jaar van overvloed worden. Zo niet, dan niet. Anderen zeggen dat de voederceremonies een meer pragmatisch doel hadden: om de hyena’s in jaren van droogte en schaarste te kalmeren, en te voorkomen dat ze het vee aan zouden vallen. Hoe het ook zij, het is een traditie die nog  steeds voortduurt.

Advertentie

Maar zestig jaar geleden veranderde er iets, toen één man de hyena’s regelmatiger begon te voeren. Hij mocht de agressieve kudde wel: hij praatte tegen ze, en gaf alle hyena’s een eigen naam.

Al gauw werden de trucjes van deze hyenatemmer een nachtelijke show, die steeds door talloze Hararis werd bezocht. De stedelingen kwamen samen onder de bomen net voorbij de poort, om te zien hoe de beesten om de man heen gingen staan en gretig het vlees uit zijn handen pikten, om vervolgens als een stel blije puppies op hem te klimmen. De man bracht deze vaardigheden over op zijn neef, Youssef Mume Saleh, die nog steeds met verschillende hyenafamilies rond de stad contact maakt en ze te eten geeft. Dit pretje bleef natuurlijk niet onopgemerkt bij buitenlandse toeristen.

In 2006 werd Harar op de Werelderfgoedlijst gezet, en dat gaf een impuls aan het toerisme voor de ommuurde stad. Als je in de buurt van Harar bent en andere buitenlanders wil ontmoeten, dan kun je een kijkje komen nemen bij de hyenashow. Meestal durven de toeristen niet al te dicht bij de beesten in de buurt te komen. En dat terwijl er geen enkele reden is om te denken dat de hyena’s alleen maar aardig zullen zijn zijn voor hun baasjes die ze al hun hele leven kennen. Los van een toevallige aanval hier of daar, is de hyenapopulatie door de eeuwen heen zo tam geworden dat kleine kinderen de stadsdieren rustig uit hun hand laten eten.

Dat betekent niet dat het voeren een zachtaardig proces is, verre van zelfs. Op de avond dat ik de hyena’s voer, komen ze voorzichtig dichterbij. Als één van hen besluit dat hij honger heeft, komt hij waakzaam naar me toe – blijkbaar is hij bang dat het vlees op het laatste moment weggetrokken wordt. Hij stapt naar voren, trekt zich terug, en sluipt door het donker. Dan ineens, na minutenlang afwachten, duwt het beest zichzelf met volle kracht en snelheid naar voren. Hij rukt de stok uit mijn mond, en laat me achter met een mond vol splinters en boomschors. Zodra hij het vlees te pakken heeft, gaat hij er meteen vandoor.

De hyena’s van Harar beginnen dik te worden, zeker vergeleken met hun maniakaal jankende, magere vrienden op het platteland. Voor de hyena’s binnen de stadsmuren is het voeren een vanzelfsprekendheid geworden. Sommige Harari’s zien de hyena’s nog steeds profetische dieren, en hyena’s die op ploffen staan betekenen volgens de regels van de Ashura dat er goede tijden aankomen. Zelfs als de dikke dieren geen teken van Gods gratie voor de komende jaren zijn, is het voeren een bemoedigend bewijs van alles dat de unieke cultuur van Harar doorstaan heeft.