Venetië wil zijn kunst verkopen om uit de schulden te komen

Venetië wil een aantal kunstwerken uit eigen bezit verkopen om zo van zijn schulden af te komen. Dat schrijft The Telegraph. Momenteel kampt de stad met een schuld van 64 miljoen euro. Samen zouden de te verkopen kunstwerken zo’n 400 miljoen moeten opbrengen.

“Bij afwezigheid van andere financiële middelen, zou de welvaart van de stad beter behouden kunnen blijven door een paar kunstwerken op te geven, die niet verbonden zijn met de geschiedenis van de stad,” zei burgemeester Luigi Brugnaro vrijdag tegen de Italiaanse krant Il Sole 24 Ore.

Door het stijgende waterpeil en de zinkende Middeleeuwse panden, in combinatie met de kosten van het schoonhouden van de grachten, is de stad erg duur in onderhoud. De gemeente heeft steeds meer problemen om die kosten te dekken. Tegelijkertijd wil de burgemeester een voorbeeld stellen voor andere Italiaanse steden die in financieel noodweer verkeren. “Venetië wil een voorbeeld zijn voor andere Italiaanse steden. Schulden staan het economische herstel van Italië in de weg. Als we de schuld verlagen, werpen we een serieuze last van onze schouders.” Momenteel ligt het voorstel van de burgemeester in Rome, waar zal worden besloten of de kunstwerken ook daadwerkelijk op de markt zullen komen.

Luigi Brugnaro werd in juni van dit jaar aangesteld als nieuwe burgemeester van Venetië. Sindsdien is gebleken dat hij de controverse niet schuwt. Eerder besloot hij bijvoorbeeld al dat “er nooit een gay-pride in mijn stad zou komen.” De burgemeester besloot tot de verkoop van topstukken als Klimt’s Judith II (Salome) uit 1909 en een vooralsnog onbekend werk van Chagall. Hij koos onder meer voor die schilderijen zodat hij dan geen kunstwerken van Italiaanse makelij van de hand zou hoeven doen. Klimt en Chagall komen namelijk respectievelijk uit Oostenrijk en Rusland. De verwachting is dat alleen Judith II van Klimt al zo’n 70 miljoen euro opbrengt.