Ik dineerde met een wapenhandelaar op het wildste etentje ter wereld

FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Ik dineerde met een wapenhandelaar op het wildste etentje ter wereld

De gesprekken aan de eettafel gaan over diamanten, hennephotdogs en brandende Lamborghini’s.

Het is kwart voor zeven 's ochtends op een vrijdag en de kinderen hebben mij net wakker gemaakt. Ze moeten naar school. Ik heb maar twee uur geslapen en ik heb een monsterlijke kater. Mijn hoofd en lichaam staan op springen. Ik ben pissig op De Ambassadeur. Het is allemaal zijn schuld. Hij heeft mij hierin geluisd en ik had nooit 'ja' moeten zeggen. Ik weet niet hoe ik de volgende twee dagen ga overleven.

Advertentie

Ik zit in het midden van Dining Impossible, 's werelds meest exclusieve etentje. Een driedaags gastronomisch extravaganza in drie wereldberoemde restaurants. Kopenhagen is de huidige locatie en ik ben erbij.

Een paar uur voor mijn katerhel was ik bij Balthazar, de champagnebar bij het hotel d'Anglettere in Kopenhagen. Ik nam afscheid van mijn tafelgasten: de Ambassadeur, de Pokerspeler, de Wapenhandelaar, de Bankier, de Verkoper, de Jetsetters, de Drummer, de Internetmiljonair, en hun partners. Ze hebben in het echt vrij normale namen, maar om dit verhaal te kunnen schrijven blijven ze anoniem.

De eerste dag was een achtbaan. Ik had een hoop gehoord over Dining Impossible, en de verwachtingen waren hoog. Ik werd niet teleurgesteld. We gingen naar Geranium, het driesterrenrestaurant bovenop het nationale stadion van Kopenhagen, om te dineren in hun privé-eetkamer. We werden bediend door de chef-kok Rasmus Kofoed, winnaar van de Bocuse d'Or.

De Ambassadeur – De Culinaire Ambassadeur of de Ambassadeur van Genot, zoals hij genoemd werd door de Thaise minister van Industrie – is eigenlijk Kristian Brask Thomsen, die het concept voor dit gestoorde diner vier jaar geleden bedacht. Hem werd gezegd dat het onmogelijk was. Je kon de reserveringen niet krijgen, laat staan de gasten, en zeker niet de plekken zoals Geranium, AOC en Noma voor drie avonden achter elkaar. Maar het lukte de Ambassadeur wel, en hij noemde het daarom Dining Impossible. Het concept gaat nu de wereld rond, van Barcelona tot San Sebastian, New York tot Lima en Hong Kong. Nu is het terug in Kopenhagen voor de vierde keer.

Advertentie

Op mijn laatste krachten zet ik de kinderen af op school. Ik stap terug mijn bed in en speel de gebeurtenissen van de vorige nacht nog eens af in mijn hoofd. De Verkoper was de eerste persoon waarmee ik sprak. Het korte verhoor ging als volgt:

"Wat doe je?" vraagt hij.

"Ik schrijf."

"Journalist?

"Soort van."

"Dus je schrijft leugens?"

"Ik schrijf wat verkoopt."

Ik mag de Verkoper wel.

Illustration: Sofie Kampmark

Het diner bij Geranium was een tentoonstelling van moeiteloze perfectie. Kofoed is haast buitenaards met zijn techniek en precisie. Scheermessen met een eetbare schelp die zo dun en delicaat is dat het me haast ziek maakt om te bedenken hoeveel werk erin is gestoken. Dille-'stenen' gemaakt van makreel en mierikswortel, die diepgroen en glanzend zijn, alsof ze net uit de zee zijn gehaald. 22 gangen in totaal, met een wijnarrangement. We waren bezopen. Een dronken gast van een andere tafel komt ons feestje binnenvallen. Ze heet Maja. Ze gaat op de vensterbank zitten, waar ze het voor elkaar krijgt om een vintage Deense designlamp kapot te maken voordat ze vriendelijk doch dringend het restaurant uit wordt gezet. Is dat echt gebeurd, vraag ik me af, terwijl ik in mijn bed lig, maar mijn mijmeringen worden verstoord door een sms'je. "Ben je weer bijgekomen?"

Ik neem een snelle douche, trek een trui aan en stap op de fiets. Kristian de Ambassadeur is de perfecte gastheer. Een moeiteloze mix van formaliteit en charme. Een tsunami van flauwe moppen en na wat alcohol ook een jukebox met foute jaren tachtig-hitjes. Hij is onberispelijk gekleed, spreekt met een net accent, alsof hij van adel is, ook al komt hij uit een middenklasse gezin. Hij is een zelfgemaakte gourmet-dandy met hart, ziel en een pochet in zijn jasje.

Advertentie

Een half uur na zijn bericht ontmoet ik hem op Olafur Eliassons cirkelbrug naast het restaurant No. 2. Hij drinkt wat in het zonnetje. Een aantal andere gasten zijn er ook en het is fijn om te zien dat zij ook zo gehavend zijn als ik. De eerste ochtend is altijd het zwaarst, zegt de Wapenhandelaar. Ik voel me al wat beter en ga naast de Drummer zitten. Hij vloog hier gisterochtend heen vanuit New York, een paar uur voordat we naar Geranium gingen. Hij is enthousiast en drumt af en toe ongemerkt op de tafel. Hij is met pensioen. Hij hoort geen steek meer. Wanneer hij met zijn drummervrienden uitgaat in New York, verstaan ze elkaar nauwelijks. We eten een burger en drinken een glas witte wijn. De Verkoper ziet er afschuwelijk uit. Iets met een bezoek aan een stripclub de vorige nacht met de Bankier.

Het tweede restaurant is AOC. In tegenstelling tot Geranium ruikt het hier ook echt naar eten. Er hangt een vleugje bouillon in de lucht, de zoete geur van gestoofde kool. Ik voel iets rommelen in mijn maag, ik hoop dat het honger is. We zitten in het privédeel van het restaurant, een prachtige ruimte. Ik zit tussen de Ambassadeur en de Bankier. De Ambassadeur verontschuldigd zich. "Er zijn niet genoeg vrouwen," zegt hij. Mij maakt het niet uit. De Bankier komt uit Londen en is een goede gesprekspartner. Hij praat over benchmarks. De Ambassadeur levert benchmarks als het aankomt op eten. De gasten betalen er graag voor.

Advertentie

Daarna praat de Bankier verder over hoe hij de schuld van Griekenland hielp herstructureren. AOC is comfort food op de beste manier mogelijk. Net als je denkt dat je het niet meer redt in dit gestoorde gastronomische experiment, komt er een bord met iets vertrouwds aan. Een piepklein gerecht van ui met kaviaar en vlierbloesem is geniaal, net zoals de gerookte aardappel met zalmeitjes en bruine boter-emulsie. Er is gegrilde platvis die je met je vingers kan eten. Een van de Jetsetters weigert dat. In plaats daarvan staat hij op en vertelt hij een vieze grap, om de balans te behouden. Alexander is onze ober deze avond. Hij is niet ouder dan 23 en hij is een ster. We buigen allemaal voor hem. De Drummer vertelt verhalen over spelen met Stevie Wonder. Zo'n soort nacht is het. Het grote wijnmenu begint er in te hakken en we houden het op een vroege avond. In de foyer van het restaurant praten we met de rokers. De Internetmiljonair vertelt dat hij zijn Lamborghini verkocht heeft. Die kon de hitte van Dubai niet aan. Het is een groot probleem in Dubai, brandende Lamborghini's. Hij lacht. Ik kijk naar mijn fiets met kinderzitje.

Illustration: Sofie Kampmark

De volgende middag, zaterdag, ontmoet ik de anderen bij Grisen (het varken), het hipste fastfoodrestaurant in de stad, gerund door de hipste Turk van de stad, Umut. De anderen zijn al langs John's Hot Dog Deli geweest waar ze hotdogs met foie gras hebben gegeten. Hoe kon het ook anders. Umut heeft een hotdog gemaakt met hennep en kaviaar. Ik adem het haast in, zo lekker is het. De Verkoper gaat ervoor. Hij neemt een sandwich met gebraden big. We zijn allemaal in betere toestand. Er wordt fernet geschonken. Umut schotelt mij een broodje met varkensvlees voor. Deze is overgoten met bearnaisesaus en komt met een berg friet. De Ambassadeur kijkt bezorgd, met ons etentje bij Noma vanavond verbiedt hij mij het monster op te eten. Alsof dat zou lukken. De Pokerspeler en De Verkoper eten zonder blikken of blozen het broodje op, wetende dat er waarschijnlijk geen biefstuk op het menu staat vanavond. De vrouw van de Verkoper heeft de andere vrouwen meegenomen om bontjassen te kopen. We discussiëren of je het uitverkoop kan noemen als jassen van 20.000 naar 12.000 zijn afgeprijsd.

Advertentie

Hij opent een fles rood en mompelt wat over extra uren volgende week. Ik ga mee met De Pokerspeler en loop door Nørrebro. We praten over scholen en kinderen. Over pedagogiek. Na deze dagen ben ik de laatste persoon om dat mee te bespreken, maar dit is wat De Pokerspeler fascineert en wat hij in het dagelijks leven echt doet. Ik voel dat mijn vooroordelen een voor een weggescheurd worden. Als schrijven over voedsel je vak is, moet je in een stad als Kopenhagen wonen. En dat komt allemaal door Noma en René Redzepi. De 'Seal Fucker' heeft de wereld veroverd en een culinair wonder in de stad neergezet. Een diner zoals dit zou onmogelijk zijn in het pre-Noma tijdperk.

De Ambassadeur staat bij het raam in de privé-eetzaal op de eerste verdieping, hij heeft een colbert aan. De andere gasten arriveren een voor een, allemaal nieuwsgierig.

We krijgen er twee nieuwe gasten bij: Een Amerikaanse investeerder en haar privéchef. Ik zit naast haar en de Internetmiljonair. Geen normaal persoon zou klagen over dit gezelschap. Ik heb geen idee wat een investeerder doet, maar ze legt het geduldig uit met haar zware Amerikaanse accent. De vriendin van de Internetmiljonair is geweldig gezelschap. Ze leeft een luizenleventje in Dubai, maar ze heeft er een gezonde ironische blik op. Ze is lollig, net als haar vriend.

Illustration: Sofie Kampmark

Sommigen zeggen dat Noma niet gaat om het voedsel. Dat Noma avant-garde is, wat het ook is, maar dat is nooit de insteek. Een aantal gerechten is zoveel beter dan alles wat we hiervoor geproefd hebben. Er is een dessert van schapenmelkyoghurt met mieren. Koningskrab met gefermenteerde eierdooiers. Kleine ravioli met garnalen, met Oost-Indische kers in plaats van pasta.

Advertentie

Af en toe komt er een groep toeristen naar de keuken op de eerste verdieping. Het is niet storend, maar het valt op. Later maken wij hetzelfde rondje, het voelt nutteloos en ik voel me net een gast op een cruiseschip.

We eindigen in een nachtclub in het hart van Kopenhagen waar de champagne en gin rijkelijk vloeien. De Ambassadeur danst met een grote schare vrouwen en danst met het enthousiasme van een opgewonden tiener op een schoolfeest. Ik ga naar buiten om een praatje te maken met de Wapenhandelaar terwijl we bier drinken. Ze vertelt over jagen en haar andere hobby: de diamanthandel. Ik kan wel uren naar haar luisteren. De eerste nacht beschreef ze zichzelf als een Natural Born Killer. Ik geloof het meteen. Zij en haar man zijn goed gezelschap. Ik praat met haar man over zijn werk voor de Vereniging van Forensische Odontologie, over hoe hij naar crisiszones vliegt als er lichamen zijn die door hun tanden geïdentificeerd moeten worden. Het is lastig om mijn ogen af te houden van de reusachtige diamant die op zijn lapel is gespeld.

Ik ga weer naar binnen en zie een van de Jetsetters zoenen met De Investeerder in een hoekje. De anderen praten, lachen, drinken en dansen. Ik merk opeens dat ik deze mensen ga missen. Het voelt als een zomerkamp, we hebben zoveel meegemaakt samen. Ik vertrek voordat mijn ogen volschieten.

Het is zondag en ik sta voor de wasbak in de keuken. Er ligt vier pond aan blauwe mossels voor mij en ik voel mij sip omdat ik zelf weer moet koken. Ik ben sip dat er geen Michelinsterren meer zijn; sip omdat ik niet meer naast de Pokerspeler en de Wapenhandelaar zit. Het was voor hen nooit een kwestie van geld. Ze waren er omdat ze het echt wilden. Het ging altijd om het voedsel en de kans om het beste wat er te krijgen is te kunnen proeven.

Ik schrijf hem een bericht dat ik me leeg voel. "Dat is volkomen normaal," antwoordt hij. Maar ik wil geen normaal. Ik wil zestig dinertjes in drie dagen bij drie van de beste restaurants ter wereld. Ik wil drie wijnmenu's en alles wat erbij komt. Maar vooral wil ik dineren met een wapenhandelaar die in haar vrije tijd diamanten verhandelt.

Dit artikel kwam eerder uit op MUNCHIES DENEMARKEN in september 2016