Iceage blijft de uiterste grenzen van rock verkennen
Alle foto's door Steve Gullick

FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Iceage blijft de uiterste grenzen van rock verkennen

We spraken de Deense postpunkband over het grootse geluid van hun nieuwe plaat, en hun liefde voor liveshows.
Lauren O'Neill
London, GB

Het is maandag, het is maart, en ik ben in Londen. Er zijn betere momenten om in deze stad te zijn. Ik zit buiten in de rookruimte van een pub in de wijk Hackney en de lucht is zo grijs als je zou verwachten in deze periode. Ik noteer een naam in het kladblok van mijn gesprekspartner Elias Bender Rønnenfelt, de frontman van Iceage.

Ik schrijf het op in mijn amper te lezen handschrift: “Wilfred Owen.”

Advertentie

Wilfred Owen was een Engelse soldaat in de Eerste Wereldoorlog, die in zijn diensttijd stierf toen hij nog maar 25 was. De dichter wordt tegenwoordig gezien als een van de grootste artiesten uit die periode, en wordt gewaardeerd door hoe hij schoonheid zag in pure lelijkheid. Rønnenfelt doet me ergens denken aan Owen. Hij is 26 jaar oud en omschrijft ook op poëtische wijze verschillende situaties, met hier en daar een kunstzinnige dosis pessimisme.
Ik noem Owen in ons gesprek – dat voornamelijk gaat over de band en hun nieuwe album Beyondless – omdat ik bijna zeker weet dat hij een inspiratiebron moet zijn in de intro van de plaat. Hurrah heeft namelijk een bijna militaire toon: “Heading for last roundup / Hardware at hand / I was told to protect and serve / But I'm here to supply a demand”. De minimalistische aanpak van Iceage doet me denken aan Owens werk Anthem for Doomed Youth, waarin overleden soldaatjongens worden vergeleken met dood vee: vervangbaar.

Rønnenfelt vertelt mij dat hij nog nooit iets van Owen heeft gelezen, maar dat hij de link wel interessant vindt. Hij neemt het kladblok terug en belooft me dat hij er in de toekomst eens naar gaat kijken. Gitarist van de band Johan Surrballe Wieth komt ook bij ons zitten. De twee muzikanten zitten niet per se te wachten op vergelijkingen met hun muziek, en hebben het liever over de rusteloze energie die door hun muziek stroomt. Begrijpelijk voor een band die zo groot is en zoveel fans heeft.

Advertentie

In de tien jaar dat ze bestaan, heeft Iceage altijd tegenstand geboden aan gecategoriseerd of gedefinieerd worden. Je kunt ze in het mapje ‘postpunk’ stoppen, maar binnen dat mapje hebben ze eigenlijk geen consistente vorm aangenomen. In het begin klonken ze als hardcore en noise, maar hun voorlaatste plaat, Plowing Into the Field of Love uit 2014, klinkt bijna als country. Die overgang lijkt zo natuurlijk en onvermijdelijk als een mens dat volwassen wordt. En op hun vierde LP, Beyondless, die nu uit is, neemt Rønnenfelt de luisteraar mee in zijn snijdende, verhalende stijl naar wat voelt als het hoogtepunt van de band tot nu toe. Of zoals Daniel Stewart van de Australische band Total Control in een essay dat bij mijn exemplaar van het album zat schrijft: “Ze hebben eindelijk hun ambities ingehaald.”

Vanwege al die gedaantewisselingen wordt Iceage beter omschreven door een gevoel dan door een genre: hun muziek zoemt met een woordeloze, voortdenderende energie. Vooral ook live. Als ik terugdenk aan de keren dat ik ze zag optreden, denk ik aan iets wat ik uit stripboeken ken: een wolk waar benen, armen, zweet en woede uit tevoorschijn komen. Voor een band als deze is het duidelijk dat stilstand geen optie is.

“We zijn nooit geïnteresseerd geweest in stilstaan, of twee keer hetzelfde maken,” zegt Wieth als ik suggereer dat Beyondless als een verbreding van het landschap van Iceage voelt. Rønnenfelt beaamt dat: “Ik denk niet dat we ooit in staat zullen zijn om ergens te blijven hangen,” vertelt hij me. “Het zou vreselijk zijn als je op een dag het idee hebt dat je je magnum opus hebt gemaakt, om daarna de handdoek in de ring te gooien, zo van: ‘Ik heb gezegd wat ik wilde zeggen.’ Het blijft veranderen en hopelijk blijven we in beweging.” Ik krijg het idee dat als Iceage niet in beweging zou blijven, de band zoals we die kennen zou ophouden te bestaan.

Advertentie

Dus blijven ze bewegen. Beyondless is een groots album, veel grootser dan de voorgaande platen van de band. Wieth en Rønnenfelt zijn het erover eens dat ze minder grenzen zagen qua technologische middelen, en dat hun label Matador ze daarin steunde. Ze kregen “enorm veel creatieve vrijheid”, en dat kun je horen. De grootste stap vooruit zijn de vele extra instrumenten die je nu hoort bovenop hun gebruikelijke set-up, waaronder verschillende blaas- en strijkinstrumenten. Het zorgt ervoor dat de band meer dan ooit tegenpolen samenbrengt in hun muziek.

Als tekstschrijver heeft Rønnenfelt altijd uitersten opgezocht: abstractie versus orde, of schoonheid versus afstotelijkheid. Hij zegt zelf dat hij een ruimte wil creëren waarin vuiligheid en pracht een pact kunnen sluiten. Rønnenfelt legt daarbij uit dat de nieuwe instrumenten op de plaat ook zulke confrontaties opzoeken, omdat dit altijd al tot de kern van hun muziek behoorde. “Onze band bevindt zich ergens tussen grijze gebieden en contradicties, en daar zijn we verder mee gegaan met Beyondless.

Of deze tegenstrijd komt vanuit Rønnenfelt, valt te beargumenteren. Hij geeft de band z’n stem en woorden, en hij voelt zelf als een beetje als een contradictie. Op het podium gaan zijn ledematen alle kanten op. Wanneer je naast hem zit, kijkt hij je constant strak in je ogen aan, waardoor hij heel direct overkomt. Andere keren komt hij juist over alsof hij zijn woorden even weegt voordat hij iets zegt.

Advertentie

In de teksten van de band, vooral op Beyondless, hoor je dan ook hoe nauwkeurig Rønnenfelt te werk gaat met zijn woorden. Ook al wil hij niet altijd een heldere betekenis geven aan zijn werk, maar meer een gevoel overbrengen. Dat geldt voor heel Iceage, een band die zich nooit in een hokje heeft laten plaatsen. Het schrijfproces van Rønnenfelt lijkt zich te focussen op nieuwe betekenissen geven aan oude conventies. “Veel van onze teksten zijn gebaseerd op notities die zijn geschreven over verschillende situaties gedurende een langere tijd,” zegt hij. “Die notities verknip ik en gooi ik samen, waardoor er niet per se een nieuwe betekenis ontstaat, maar alles botst en elkaar voedt. Een liedje kan dus gaan over iets dat in het verleden is gebeurd, maar je kan die realiteit ook in een soort verknipte realiteit veranderen.”

Toen Iceage ooit begon als een stel tieners, moesten ze het hebben van hun liveshows. Ze wilden amper met de pers praten – ze lieten liever hun werk spreken. De geheimzinnigheid rondom de band werd in die tijd versterkt door mysterieuze labels als Youth Attack en Sacred Bones (waar Rønnenfelt ook banden mee heeft), die hardcorepunkbands voortbrachten als Sex Vid, Hoax en Cult Ritual.

De jongens van Iceage pasten qua geluid precies bij die groepen, maar ontgroeiden ze al snel door de vele metamorfoses die ze ondergingen. Wieth en Rønnenfelt komen in dit interview best open over, maar ze geven zich nog altijd het liefst bloot op het podium. Rønnenfelt beaamt dat: “Concerten geven is ongelooflijk interessant voor ons. Ik houd er echt van, wat je ermee kan doen en wat je ermee kan blijven doen. Het verveelt nooit.” Wieth neemt een trekje van zijn sigaret en knikt stilletjes mee.

Advertentie

Dat klinkt logisch. Op het podium lijkt Rønnenfelt een soort dronken maar innemende sekteleider, altijd op het randje van omvallen of in een transcendente out-of-body experience (vaak allebei tegelijk). Hij gromt commando’s naar de toeschouwers aan zijn voeten. Gevraagd naar wat ze hopen van het live opvoeren van Beyondless, zeggen Wieth en Rønnenfelt dat ze willen uitzoeken wat de nieuwe liedjes kunnen bereiken in een live-setting, en dat ze streven naar iets dat meer overkoepelend is. “Ik denk dat voor ons een goed liveoptreden iets is dat het generieke gevoel van een concert overstijgt. Iets dat een intiem moment creëert, waar alles draait om het nu,” zegt Rønnenfelt. “Ik kan niet voor ons publiek spreken, maar voor de mensen op het podium. Dat onze namen of de muziek er niet meer toe doen, maar dat het gewoon een intieme ervaring wordt. Soms kan dat leiden tot destructieve schaamte, maar ik denk dat er ook plek is voor zoiets, als het maar eerlijk is. Ik heb liever destructieve schaamte dan…“

Wieth: “Een doorsnee optreden.”

Middelmatigheid is het tegenovergestelde van waar de band naar op zoek is. Het is duidelijk dat ze liever voor lul staan dan iets worden wat lijkt op ‘vertrouwd’. “Als ik het podium af loop, maakt het me niet uit of het een positieve of negatieve ervaring was, als er maar iets uit vloeit, en je in staat was om iets te geven,” vertelt Rønnenfelt. “Dat het voelt als een waardevolle aangelegenheid. Het is fijn als het publiek en de band ondergedompeld worden, en dat het samenvloeit.” Hij denkt lang na, en er verschijnt een glimlach op zijn gezicht. “En soms is het gewoon een rammelend, dronken gevecht, en dat is ook oké.”

Wieth valt hem bij, en begint ook te lachen: “Zolang het maar niet gaat lijken op de zoveelste dag op kantoor.”

Eerlijk gezegd lijkt het me onmogelijk dat Iceage iets wordt dat daar op lijkt. Ze zijn te dynamisch, te beweeglijk. Beyondless, met zijn gecompliceerde geluid en halve verhalen die je zelf verder mag invullen, is daar het bewijs van. Rønnenfelt somt de evolutie van de band tot nu toe op met een terloopse opmerking, terwijl hij zijn jas dichttrekt. Hij lijkt ­– en belangrijker, voelt – afwijkend op dit duffe terras in Oost-Londen. “Alles, of het nou een album opnemen is of een heel leven, is een leerproces. En elke keer dat je zoiets doormaakt, wordt het een springplank waarmee je ergens anders op kunt springen.”

Ik ben er zeker van dat Iceage nooit zal stoppen met springen.

Volg Noisey op Facebook, Instagram en Twitter.