Fanastic Man. Foto: Franzi Mueller Schmidt.
Roze keramische fluit van Gijs Assmann (2018), zitzak door Frank Mandersloot (1994), portret door Ruud van der Peijl (2008). Foto: Franzi Mueller Schmidt.

FYI.

This story is over 5 years old.

Creators

De jubileumexpo van de Rietveld Academie toont het kleine verschil tussen succes en mislukking

"Er staan geen naambordjes bij de werken, dus je weet niet wanneer iets gemaakt is door een bekende oud-student of juist door iemand die geen carrière wist te maken."

Naast een rode zitzak-kruk ligt een roze keramieken blokfluit, en daarboven hangt een portret van een jongen met een rode penis. Dat lijkt allemaal weinig met elkaar te maken te hebben, maar één overeenkomst hebben deze werken toch zeker wel: de makers ervan zijn alledrie afgestudeerd aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Het is vijftig jaar geleden dat de Amsterdamse kunstacademie zijn huidige naam kreeg, en dat is alle reden voor een verjaardagsfestijn.

Advertentie

Dit jubileum heeft de vorm van een overzichtstentoonstelling van werk van alumni uit de afgelopen halve eeuw, genaamd Gerrit wordt 50, Willem maar 28. En dan hebben we het niet alleen de duizenden kunstenaars en ontwerpers die afstudeerden aan de Gerrit Rietveld Academie, maar ook die van de masteropleiding aan het Sandberg Instituut. Een behoorlijk karwei om daar een selectie in te maken, en ze dan ook nog eens overzichtelijk te presenteren.

Met bijna zeshonderd werken is de tentoonstelling een bonte en eclectische verzameling aan kunst en design geworden. Alles staat netjes opgesteld op verschillende grijsgroene podia, of “tijdscapsules” zoals hoofdcurator en alumnus Moritz Küng ze noemt. Je vindt er werken van inmiddels wereldbekende kunstenaars, maar ook van makers waarvan je waarschijnlijk nog nooit hebt gehoord. En als je goed kijkt, zijn er verrassende verbanden te ontdekken. Naast een foto van twee meisjes en twee honden hangt bijvoorbeeld een poster met vier hondenkoppen, en daarnaast weer een print van Rob Scholte met vier appels. Die weer dezelfde kleuren hebben als de collage die dáár weer naast hangt.

Vlak voor de opening liepen we door de tentoonstelling met Moritz Küng, en vroegen we hem hoe hij een halve eeuw aan alumni in deze tentoonstelling heeft samengebracht.

The Gentlewoman 2. Foto: Franzi Mueller Schmidt.

Creators: Hoi Moritz. Wat mij opvalt is dat er naast de werken geen naamplaatjes staan, maar nummers. Waarom is dat zo?
Moritz Küng: Als je naar de werken kijkt heb je niet direct informatie over wie het gemaakt heeft en wanneer het is ontstaan. Dat is een hele bewuste keuze geweest, want het leidt de bezoeker hopelijk tot een andere manier van kijken. Als je een Van Gogh bekijkt, kun je dat niet doen zonder te bedenken hoeveel waarde het heeft. Je ziet geld. In deze tentoonstelling staat ook duur werk, maar bezoekers hebben in principe geen idee welk werk dat is. Dat moet je ontdekken.

Advertentie

Valt er nog meer te ontdekken?
Er zijn ook werken die infiltreren in het gebouw. Het werk van Julie Amelie bijvoorbeeld, Colors of the academy, bestaat uit allemaal kleurcode-kaartjes, waarmee ze een match probeert te maken met voorwerpen uit het gebouw. Maar wat je ook kan ontdekken is werk van iemand die misschien gefaald heeft als kunstenaar, of niet het geluk had om carrière te maken.

Gerangschikt op kleur: fotoboek met vrouw in geel truitje door Rineke Dijkstra (1981-1986), kandelaar met gele kaars door Roos Kalff (2018), parfumfles door Edgar Vos & Rop Ranzijn (1998). Foto: Franzi Mueller Schmidt.

Gerangschikt op kleur: fotoboek met vrouw in geel truitje door Rineke Dijkstra (1981-1986), kandelaar met gele kaars door Roos Kalff (2018), parfumfles door Edgar Vos & Rop Ranzijn (1998). Foto: Franzi Mueller Schmidt.

Je kunt het dus niet opvatten als overzicht van ‘het beste van vijftig jaar Rietveld’.
Nee, dat vond ik niet zo interessant. Er zit wel werk van beroemde mensen tussen, zoals conceptueel kunstenaar Bas Jan Ader, interieurontwerper Jan des Bouvrie, modefotografe Inez van Lamsweerde, of Gerrit Rietveld zelf, maar dan zijn het niet de meest iconische werken. In plaats daarvan heb ik meer gekozen voor werk dat niet direct identificeerbaar is met de persoon. De rood-blauwe stoel van Rietveld staat hier dus bijvoorbeeld niet.

Hoe vat je zoveel geschiedenis en disciplines samen in één tentoonstelling?
Dat was inderdaad de grote vraag. Mij werd verteld dat er iets van 10.000 studenten zijn geweest in de afgelopen vijftig jaar, en eigenlijk is dat gewoon een onmogelijke hoeveelheid. Ik heb van nagenoeg duizend personen een diepte-onderzoek gedaan naar wat zij tegenwoordig maken. Voor mij was dat erg leuk. Ik wordt 57 en werk vaak met mijn eigen generatie, dat is iets heel normaals. Het is moeilijk om het contact met de jongere generatie niet te verliezen, maar ik heb nu een enorm inzicht gekregen in wat mensen produceren die nu in de twintig zijn.

Advertentie
Rechtsonder A March Issue (2018), door Line Arngaard Sørensen en Sonia Oet, gecombineerd met onder andere Pussy Pants (2018) van Duran Lantink

Rechtsonder A March Issue (2018), door Line Arngaard Sørensen en Sonia Oet, gecombineerd met onder andere Pussy Pants (2018) van Duran Lantink. Foto: Franzi Mueller Schmidt.

Wat typeert deze generatie dan volgens jou?
Dat verschilt natuurlijk wel weer per discipline. Maar een werk dat ik fantastisch vind, en typerend voor deze tijd, is een afstudeerwerk van het afgelopen jaar. Een modeontwerpster en een grafisch ontwerpster maakten een exacte kopie van de Vogue van maart 2018. Ze hebben elke foto opnieuw geënsceneerd en gefotografeerd, maar dan met studenten of docenten als modellen. Dat is meer dan alleen kopiëren: het bevraagt en bekritiseert wat schoonheid en mode is. Dat is grandioos. Het project hebben ze met behulp van crowdfunding gefinancierd. Dat is natuurlijk iets wat in mijn generatie niet bestond. Je hebt tegenwoordig een ander contact met media.

Is de academie in de loop der jaren ook veel veranderd?
Ik heb hier gestudeerd van ‘84 tot ‘88. Ik kom uit een kleine stad in Zwitserland, en naar Amsterdam komen was voor mij echt een verbreding van mijn horizon. Hier is ook de interesse ontstaan in het interdisciplinaire. In die zin had deze school een grote invloed op mijzelf, maar ik kan niet zeggen wat vandaag de dag de positie is van de Rietveld. Ik hoop wel dat het een beetje resoneert door de manier waarop de tentoonstelling gemaakt is. Door de capsules met al die verschillende verhalen, de interdisciplinariteit en de verrassende, onmogelijke of onnozele manier waarop dingen naast elkaar staan.

No! We Can't. Foto: Franzi Mueller Schmidt

No! We Can't. Foto: Franzi Mueller Schmidt.

Waarom heb je voor die tijdcapsules gekozen?
We staan hier in een nieuw gebouw. Toen ik een jaar geleden gevraagd werd om het concept voor de tentoonstelling te ontwikkelen, was het nog niet eens helemaal duidelijk hoe die eerste verdieping eruit zou zien. Waar de wanden zouden komen bijvoorbeeld, en waar juist niet. Dus daar moest iets op gevonden worden dat een zekere mobiliteit heeft. Dat is hoe de capsules tot stand zijn gekomen.

Welk werk is je favoriet?
Ik heb niet één favoriet werk, maar wel een aantal. Bijvoorbeeld dat van Marjon Keller, een oud-student die stemacteur is geworden. Haar werk is te zien in een soort boombox, die weer ontworpen is door Jesse Howard. Wat je hoort is het geluid van een soort commercial van Hyundai, maar zonder dat Hyundai daarin genoemd wordt. De reclamespot begint de met de vraag ‘wat is belangrijk?’ Ik vind dat een heel leuk werk, omdat die reclame uit zijn commerciële context is gerukt en opeens een commentaar geeft. In die zin is dat een van mijn favoriete werken.

De tentoonstelling ‘Gerrit wordt 50, Willem maar 28’ is te bezoeken tot en met 25 november 2018. Meer informatie vind je hier . Tijdens Museumnacht vindt er ook een écht verjaardagsfeest plaats, en hier meer informatie kunt vinden.

the usefulness of useless research

Het groene object is de boombox, Cloning Objects, van Jesse Howard (2015). Hierin wordt het Hyundai geluidsfragment van Marjon Keller (2012) afgespeeld. Foto: Franzi Mueller Schmidt.