Ik speelde het grote Dekmantel Dobbelspel en won
Bart Heemskerk

FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Ik speelde het grote Dekmantel Dobbelspel en won

Het ging hard tegen hard, maar uiteindelijk kwam ik als winnaar uit de pendelbus.

In sommige restaurants hebben ze maaltijden van absurde proporties – vaak een biefstuk of een hamburger – die je, als je ze helemaal opeet, gratis krijgt. Zo voelt de line-up van Dekmantel ook een beetje. Ik weet dat ik het nooit allemaal op kan, maar ik wil wel een poging wagen.

Omdat er zoveel dingen zijn die ik graag wil zien, en me dat nooit lukt (ik ben helaas maar één lichaam) én om een leuk spelelement toe te voegen aan het hele gebeuren, speel ik het grote Dekmantel Dobbelspel. Ik ga niet proberen om alle spelregels uit te leggen (het is vrij ingewikkeld), maar in het kort: er zijn zes podia en als ik bijvoorbeeld vier gooi met de dobbelsteen ga ik naar podium nummer vier (dat is de Greenhouse). Als ik het langer dan een half uur uithou bij een podium en het is leuk en ik wil dansen, win ik de ronde. Ga ik er eerder vandoor, dan wint Dekmantel. Of de dobbelsteen, afhankelijk van hoe je het wil zien. Goed, daar gaan we!

Advertentie

Zaterdag, 15:38 uur. Ik heb één gegooid.

De eerste worp brengt me naar het hoofdpodium, waar San Proper de laatste platen van zijn set draait. Hij maakt een geintje door te zeggen dat hij Kraftwerk gaat draaien, en zet vervolgens Purple Haze van Jimi Hendrix aan. De zon doet zijn werk en nadat San Proper afsluit met de Italoklassieker Fun Fun van Happy Station, ben ik al licht aan het zweten. Ik moet concluderen dat ik de eerste ronde glansrijk heb gewonnen en omdat ik best honger heb, ga ik een pannenkoek eten. Die is lekker van smaak, maar wel een beetje taai. Een tip: mix het beslag wat minder lang, dan vormt het minder gluten en krijg je luchtigere pannenkoeken. Ik spoel het eten weg met een lekkere bloody mary, want het is tenslotte feest. Ook is het tijd voor een worp.

Het is 16:11 uur en ik gooi vier. Ik ga naar de Greenhouse, een fijn groot podium in een kas die gelukkig wel aan de zij- en bovenkant open is. Toch is het er, zoals het een goede kas betaamd, warm en vochtig. Illum Sphere, een Britse dj en producer die muziek uitbrengt op Ninja Tune, geeft de tomaatjes water. Hij draait vrolijke house met veel trommels en dat is uitstekend viben. Het hoogtepunt van zijn set is het moment dat de drums er weer inkomen na een absurd lange break. Ik gooi mijn handen in de lucht, wat betekent dat het nu 2-0 staat. Yay!

16:43 uur. Ik heb zes gegooid.

Als ik vier had gegooid in plaats van zes, was ik hier geweest, bij Jameszoo (foto door Bart Heemskerk)

Het is altijd een moment van lichte euforie als je met een dobbelsteen zes gooit, maar al helemaal als het betekent dat ik naar het podium van Red Light Records mag. Midden op het terrein staat het gekke kerkje dat je nog kent van Lente Kabinet, alleen is het voor de gelegenheid rood geverfd. Dit is de zonnigste stage, en dat komt niet alleen door het weer. Op dit moment staan daar de Gop Tun dj's (ik zie verdorie maar één persoon, maar goed), en er klinkt een prachtig Afrikaans lied met zo'n kalimba en een gekke fluit. Als ik even aan de zijkant zit, kijkt een jongen me goedkeurend aan, waarna hij bemoedigend op mijn beide knieën slaat. Dat vat ik op als winst.

Advertentie

Deze jongen had een haan gevonden. Heb ze voor de zekerheid maar onherkenbaar gemaakt, want ik weet niet hoe chill het is om lachend met een stervende haan op internet te staan.

De volgende dj begint, en eigenlijk moet ik met de dobbelsteen gooien, maar hij begint met een heerlijk zomerse plaat van een genre dat ik niet ken. Het klinkt een beetje als Zuid-Amerikaanse reggae. Niet veel later deel ik een jointje met een jongen die van Los Angeles naar Berlijn is verhuisd en een zeer goede tijd heeft op Dekmantel. Hij vertelt dat hij de avond ervoor op de camping voor het eerst in zijn leven ghb had genomen, toen er plotseling iemand langskwam met een haan onder z'n arm. Hij was een tovenaar tegengekomen die zijn vriendin had veranderd in een haan. Ik moet een beetje lachen, maar ook een beetje huilen. Arme haan.

De klok slaat 17:20 uur en ik gooi twee. Oei, ik moet naar de illustere UFO. Daar is het duister, warm en vochtig, en er klinkt beukende techno door de speakers. Donato Dozzy en Peter van Hoesen laten half zes 's middags klinken als half zes 's ochtends. Hoe vet het geluid en de lichten hier ook zijn, hier ben ik nog niet klaar voor. Verdorie, ik heb dit rondje verloren. 3-1.

Tien over half zes en ik gooi één.

Tom Trago op het hoofdpodium (foto door Bart Heemskerk)

Dat wil zeggen: Tom Trago op de mainstage. Hij speelt een liveset met mooie muziek. Het houdt het midden tussen techno en house – volgens mij heet het dan tech-house – en het absolute hoogtepunt is als hij een hypnotiserend en repetitief nummer opbouwt met een melodietje van vier noten. Het klinkt als een overstuurde duimharp en halverwege verandert er plots iets van pitch. Het lijkt alsof de lucht scheurt.

Advertentie

Ik neem even pauze van het spel om patat te eten. Terwijl ik de mayo uit mijn mondhoeken veeg, kijk ik naar de live-set van Cris Kuhlen alias Dazion. Ik sta aan de zijkant van het Red Light Radio-kerkje, en kan goed zien wat hij allemaal doet. Dat is niet mis: met een Yamaha-synth (zo eentje met cheesy panfluitgeluiden), een drumcomputer en een sampler tovert hij iets heel bijzonders in elkaar. Als je in het publiek staat, zou je niet eens doorhebben dat het live is. Een jongen die vooraan staat, zet een kroon (zo eentje van karton) en een zonnebril op het hoofd van Kuhlen. Hier is alles goed.

Mijn friet is al lang op en ik realiseer me dat ik de spelregels aan het breken ben. Hoog tijd om te werpen.

18:31 uur en de dobbelgoden schenken mij de zes.

Dekmantel Soundsystem (foto door Bart Heemskerk)

Yes, ik mag bij Dazion blijven. Zeer blij met weer een gewonnen ronde. Ik vier mijn winst met koude pils en sta me vervolgens te verbazen over het feit dat al die extreem aanstekelijke melodieën zo huppakee live worden gespeeld. Daarna sta ik zonder duidelijke reden een hele tijd bij Dekmantel Soundsystem op het Selectors-podium. Ik kan me niet herinneren dat ik met de dobbelsteen heb gegooid, maar toch ben ik hier. Hoogst merkwaardig.

Mijn benen voelen moe, dus ik neem een korte pauze in de bar achter het hoofdpodium. Ik hoor mensen fluiten en joelen over de set van Floating Points heen. Achter me wordt de lucht grijs en buienradar.nl zegt dat het gaat regenen. Even een time-out, want het dobbelspel werkt alleen als het droog is. Ik staar een tijdje naar dingen als de lijst met drankjes. Ergens staat 'Provance' in plaats van 'Provence'.

Advertentie

Als het weer droog is, is het tijd voor Vladimir Ivkovic. Ik heb niet gedobbeld, maar omdat ik toch zover voor sta, kan ik me dat permitteren. Bovendien heb ik veel goede verhalen gehoord over Ivkovic, dus dit wil ik wel eens met mijn eigen ogen zien. Hij begint rustig, met hypnotiserende drums en bongo's en weet ik het allemaal. Het is traag en plagerig, alsof hij weet dat we toch heus wel blijven staan.

Foto door Bart Heemskerk

Een heel sip kijkend meisje wordt afgevoerd door beveiligers en mijn hart bloedt voor haar, zij heeft het spel verloren. Ik vraag aan de beveiliger wat ze heeft misdaan en hij vraagt waarom ik dat wil weten. Ik zeg dat ik nieuwsgierig ben en hij zegt dat ze stond te snuiven. Arme meid. Ik loop een rondje om mijn gevoelens een plek te geven.

Het onmogelijke gebeurt: de dobbelsteen is kwijt. Ik voel me een beetje ontheemd. Nu moet ik ineens zelf gaan bepalen waar ik heenga. Gelukkig word ik goed opgevangen door Woody bij Red Light Radio. Maar nu steken de dilemma's hun vuile hoofden op, en dat was precies wat ik probeerde te omzeilen met het dobbelspel. Moet ik terug naar Vlad, die nu ongetwijfeld in de tweede versnelling zit, of naar Arca? Ik overweeg kortstondig om een dobbelsteen-app te downloaden (dat bestaat wel, toch?) maar neem een gokje en ga naar Arca in de Greenhouse.

Mijn god. Als ik Arca zie, word ik een beetje emotioneel. Het voelt alsof ik een berg heb beklommen en bovenop de bergtop staat een oude vriend me op te wachten. Zijn set is dramatisch, feestelijk, theatraal en uitzinnig. Hij paradeert over de tafels waar de cd-spelers op staan en spuit champagne in het publiek terwijl achter hem een filmpje wordt afgespeeld door Jesse Kanda van twee mensen die een long opblazen. Don't ask. De long gaat over in een filmpje van wat lijkt op GG Allin die heel hard op een buffet met fruits de mer slaat. Denderende drums en van die typische ontstemde Arca-synths vliegen door de lucht. Niet de meest toegankelijke set – het is ook vrij rustig in de kas – maar het is lekker om eventjes geen vierkwartsmaat te horen. Later staat Arca weer op de tafels te dansen met op de achtergrond een timelapse van een ontbindend varken met als soundtrack snoeiharde grindcore. Veel te snel wordt het elf uur en in een euforische stemming neem ik een taxi naar huis. Winnaars reizen in stijl.

Advertentie

Zondag besluit ik rustig aan te doen. Ik lig eerst een hele tijd in de koele schaduw bij de mainstage waar eerst Shanti Celeste en later Palms Trax het publiek verleiden tot de eerste voorzichtige dansjes. De dresscode op dit festival is een soort casual retro, ik zie veel mensen met zonnebrillen à la Kyle 'So stoked my dudes', Patagonia-shirts en hier en daar wat glitters. Shanti eindigt haar set met een opzwepende housetrack waarin een vrouwenstem de luisteraar opdraagt om hun body te moven. Ik wil wel, maar laat me nog heel effe liggen.

Shanti Celeste (foto door Bart Heemskerk)

Dansen doe ik even later bij Olaf Boswijk gevolgd door Stump Valley. Die laatste beginnen rustig met een soort latin tango-house. Bij de bar backstage zijn ze overgestapt op het schenken van grote biertjes voor de prijs van een kleine. In mijn hoofd hoor ik een kermisomroeper roepen dat er alweer een winnaar is. Klopt, denk ik. Dat ben ik. Zelfs zonder dobbelsteen. Ik zit een tijdje in de zon met een stomme grijns op mijn gezicht op een houten bankje. Een mevrouw naast me is net klaar met een frietje en prijst mayonaise als handcrème. Als er dan ook nog iemand op het bankje begint te dansen, vibreert het hele ding als een massagestoel en hoor ik mijn chakra's zachtjes zingen.

Mijn hoogtepunt op de zondag is Bufiman bij Boiler Room. Hij is een sjamaan met USB-sticks, in opperste concentratie, en je kunt zien dat hij helemaal in de muziek is gaan zitten. De hele set sta ik haast aan de grond genageld betoverd te kijken naar niet alleen een Bufiman, maar ook naar een vakman.

Advertentie

Wat later, liggend in het gras, zie ik een zakje met half kapotte truffels. Ik besluit om ze toch niet op te eten.

Ik ga nog even bij Red Light Radio kijken – stiekem toch wel weer mijn favoriete plek op het festival – en daar zijn wat vrienden van Dekmantel plaatjes aan het draaien. Ik herken Steven de Peven, Vic Crezée en Jameszoo. Het gaat een beetje stroef daar, wat misschien komt omdat ze moeten invallen voor een andere act die er niet is. De dansvloer is leeg, totdat iemand op het briljante idee komt om Destiny's Child op te zetten. Voordat je 'fipronil' kunt zeggen, staat het vol bij de kerk. Als het lied klaar is zegt er iemand door de microfoon: "Eindelijk een goeie track bij dit podium."

Leukste podium, imho (foto door Yannick van de Wijngaert)

Ik loop even langs bij Selectors, maar daar is geen hond. Beatrice Dillon draait een beetje gezapige dubtechno. Een stukje verderop staat Helena Hauf te draaien. Ah, daar is iedereen. In de kas staat een uitzinnige massa. Om de een of andere reden hebben een heleboel mensen hun schoenen uitgetrokken en heffen die hoog in de lucht. Na een laatste lied, vol scheurende en schreeuwende synths, volgt het hardste applaus dat ik dit weekend heb gehoord.

D.A.F. volgt haar op, en dat is wel eventjes leuk, zo'n brullende Duitser die een paar liter water over zichzelf gooit. Ik heb alleen geen puf meer om de Mussolini te dansen (een vrij vermoeiende dans, naar ik meen).

De zon gaat onder, ik haal bier van mijn laatste muntje en dans het laatste restje energie uit mijn benen bij Beesmunt. Daarna is het tijd om te gaan. Bij de pendelbus zoek ik naar mijn buskaartje in de binnenzak van mijn jas en ik vind de dobbelsteen. Ik blijk vier te hebben gegooid. Zuchtend sta ik op uit de bus en ik sjok terug naar het terrein…

Geintje! Ik ga naar huis. Doei!

Wil je meer lezen over dit geweldige festivalseizoen? Dat kan hier.