Een Game Boy met Pokémon
Image: Flickr/Monsieur Gordon
Tech

Wetenschappers hebben het deel van je brein gevonden dat Pokémon onthoudt

Waarschijnlijk ben je na twintig jaar nog steeds enorm goed tijdens het raden van 'Wie is deze Pokémon?'

Als je als kind vrij obsessief Pokémon hebt gespeeld, dan heb nu waarschijnlijk ergens midden in je brein een volledige Pokédex zitten. Dat is wat een nieuw onderzoek concludeert.

De populaire game was de basis voor een onderzoek naar de rol van visuele prikkels in de ontwikkeling van het brein. Een groep onderzoekers, onder leiding van Jesse Gomez, een onderzoeker aan Berkeley, heeft deze week de resultaten van het onderzoek gepubliceerd in Nature Human Behavior.

Advertentie

Op elf proefpersonen hebben Gomez en zijn team MRI-scans uitgevoerd. De proefpersonen waren zogenaamde ‘Pokémonexperts’, die tussen hun vijfde en hun achtste regelmatig Pokémon speelden op de Game Boy. Op de scans is te zien dat er een stukje hersenen is waarin bij alle proefpersonen de herinnering aan Pokémon was opgeslagen. Dat specifieke stukje brein heet de sulcus occipitotemporalis en ligt om de temporale kwab heen.

"We zagen een groot verschil tussen de mensen die in hun jeugd Pokémon hebben gespeeld en degenen die dat niet hebben gedaan,” vertelt Gomez in een video waarin hij zijn bevingen samenvat. “Pokémonexperts laten niet alleen een specifieke reactie zien in de visuele cortex, maar voor ons is het het interessants dat de reactie ook hetzelfde is bij alle proefpersonen.”

Wetenschappers hebben eerder al aangetoond dat mensen – en bepaalde andere primaten – de visuele prikkels uit hun jeugd organiseren in verschillende gebieden van de hersenen. Woorden, gezichten en auto’s gaan bijvoorbeeld allemaal naar een ander deel van het brein.

Tijdens zijn PhD aan Stanford kwam Gomez op het idee dat Pokémon unieke kansen bood voor zijn onderzoek. En dan met name binnen de theorie die eccentricity bias wordt genoemd. Volgens deze theorie worden de grootte en de locaties van de delen van het brein die zich bezighouden met visuele prikkels bepaald door hoeveel ruimte de objecten innemen in het gezichtsveld. Daarnaast is het ook van invloed of het beeld zich in het midden of aan de rand van het gezichtsveld bevindt.

Advertentie

Omdat de deelnemers allemaal Pokémon speelden op Game Boys en andere handheld-consoles, was er een hoge mate van consistentie tussen die twee factoren. Omdat de kinderen in de studie hun centrale zicht gebruikten om te focussen op de personages op het scherm, en de beelden over het algemeen voor het gezicht werden gehouden, werden ze ongeveer even groot in het visuele veld voor alle deelnemers.

Dit kan een verklaring zijn voor waarom de beelden van Pokémon bij alle proefpersonen zorgden voor activatie in hetzelfde hersengebied. In eerdere studies werd gevonden dat de sulcus occipitotemporalis ook reageert op beelden van dieren. Dus is het ook wel logisch dat beelden van Pokémon daar worden opgeslagen.

“Een intrigerende implicatie van onze studie is dat een zelfde intensieve visuele ervaring in de jeugd leidt tot een zelfde soort representatie met een consistente functionele topografie in het brein van volwassenen,” schreven de onderzoekers. “Dit wijst er op dat hoe we ergens naar kijken en de kwaliteit waarmee we het tijdens de kindertijd zien, invloed heeft op de manier waarop visuele representaties in onze hersenen worden gevormd.”

Met andere woorden: als je een Pokémonexpert op leeftijd bent die nog steeds de obscuurste monsters in Wie is deze Pokémon? raadt, dan moet je je sulcus occipitotemporalis maar even bedanken.

Volg VICE op Facebook, Instagram en Twitter.