FYI.

This story is over 5 years old.

nieuws

Een smörgåsbord van haat

De Islamitische Staat vindt nieuwe rekruten onder boze, Zweedse jongemannen.

Illustratie door Paul Hornschemeier

Ahmed* wacht op me op een parkeerplaats aan de noordelijke kant van Göteburg, in Zweden. Het is een sombere novemberochtend in zijn geboortestad. Hij staat te wachten op een stukje gras, in een uitgestrekte vlakte van vochtig beton. Hij is sympathiek – een verlegen maar vriendelijke 25-jarige man die me begroet met een stevige handdruk. Hij spreekt duidelijk en beleefd Engels.

Ook is hij lid van de Islamitische Staat, een groepering bestaande uit Soennitische extremisten die oorlog voeren met een coalitie van meer dan zestig landen. Terwijl we in een nabijgelegen fastfoodrestaurant koffie drinken en chocoladedonuts eten, vertelt hij waarom hij zich bij de groepering heeft aangesloten. De Islamitische Staat beheerst grote delen van Syrië en Irak in een zelfverklaard kalifaat, waar militanten een radicale interpretatie van de islamitische wet naleven en wreedheden begaan die ze vervolgens aan de hele wereld laten zien.

Advertentie

Ahmed lijkt op een strijder die nog maar kort geleden de frontlinies verlaten heeft, met zijn volle baard onder een camouflagemuts en een klein, stevig lijf in een dikke jas tegen de naderende winter. Zijn gezichtshaar is netjes bijgewerkt, hij glimlacht hartelijk en onder zijn bovenlip zit een bolletje snus – typisch Scandinavische tabak. Na anderhalf jaar in Syrië te hebben gevochten is hij weer terug in Zweden. Ondanks het comfort van zijn huidige omgeving is hij vastberaden om terug te keren en zijn dood tegemoet te treden in een gewelddadige, gewapende strijd tegen degenen die hij ziet als de vijanden van zijn geloof.

"In de islam is er niks beters dan een martelaar zijn. Het is een eer," zegt hij kalm. Hij voegt eraan toe dat het binnen zijn streng religieuze gezin zelfs een ambitie was. "Ik dacht altijd aan de jihad. Ik wist niet eens dat er moslims waren die dat niet wilden." Moslimleiders over de hele wereld veroordelen de Islamitische Staat en hun gewelddadige uitspattingen, maar Ahmed gelooft dat alle gelovigen de jihad moeten voeren, om het einde der tijden te bewerkstelligen, zoals is voorspeld in de islamitische eschatologie. "Mijn grootste doel is om Allah tevreden te stellen," zegt hij. "Zijn woord is het hoogst en dat van kafirs [ongelovigen] het laagst."

In eerste instantie was hij van plan om zich aan te sluiten bij een gewapende groep in het vaderland van zijn ouders, maar hij besefte dat loyaliteit aan het land botste met loyaliteit aan het geloof. Toen hij beelden zag van de oorlog in Syrië reisde hij daarnaartoe om te vechten. Veel van zijn landgenoten hebben dezelfde tocht gemaakt. Fredrik Milder, een persvoorlichter van de Zweedse veiligheidsdienst, vertelde me dat minstens 130 "door al-Qaida geïnspireerde individuen" naar Irak en Syrië zijn gereisd om samen met extremistische groepen te vechten, waaronder de Islamitische Staat. Onbevestigde informatie plaatst het aantal zelfs tussen de 250 en 300. Van een stuk of 30 wordt aangenomen dat ze dood zijn en ongeveer 40 zijn teruggekeerd naar Zweden, aldus Milder.

Advertentie

De Syrische tak van de Islamitische Staat bestaat voornamelijk uit buitenlanders en vecht regelmatig tegen lokale rebellenbrigades die in strijd zijn met troepen van de overheid, waaronder het Vrij Syrische Leger (VSL). De buitenlandse rekruten van de groepering hebben meegedaan aan een paar van de ergste wreedheden. Veel van die wreedheden, zoals kruisigingen, stenigingen en massa-executies, hebben ze vastgelegd op gruwelijke propagandavideo's. De extremisten hebben ook leden van kleine religieuze groepen afgeslacht en vrouwen tot slaven gemaakt, volgens sommige rechtenorganisaties.

Ahmed beschrijft het door de Islamitische Staat bezette gebied als een paradijs. "Iedereen weet dat er bommen boven ons hoofd hangen, maar de mensen zijn er gelukkig," zegt hij. Hij beweert dat de groep helpt om de vromen te bevrijden van het regime van de Syrische president Bashar al-Assad en het door het Westen gesteunde VSL, dat hij beschuldigt van oorlogsmisdaden. Sommige van de ergste gruwelijkheden die door de Islamitische Staat zijn gepleegd ontkent hij. Hij vindt dat de media hen verkeerd afschilderen.

"Jullie [journalisten] willen ons graag neerzetten als gestoorde idioten en jullie zeggen dat we onschuldige mensen vermoorden en verkrachten. We hebben onze wereld niet achtergelaten om vrouwen te verkrachten en om te moorden." Hij geeft wel toe dat de Islamitische Staat mensen heeft geëxecuteerd die de strikte morele code hadden schonden. Hij is blij met de wrede, gefilmde moorden van gijzelaars, die hij ziet als een noodzakelijk oorlogswapen tegen Amerika en de geallieerden die luchtaanvallen uitvoeren op de extremistische organisatie. "Het is goed. Zij [de Islamitische Staat] doen hetzelfde als de VS en Groot-Brittannië. De gijzelaars werden niet vermoord omdat ze journalisten waren – ze werden vermoord omdat het kafirs zijn en we willen dat de VS ons niet meer bombardeert. Amerika maakt burgers dood, niet alleen de moedjahedien. Wanneer een Amerikaan wordt gepakt is de hele wereld in rep en roer, maar als het een moslim is hoor je niemand."

Advertentie

Even later geeft hij toe dat veel mensen niet onder de regels van de Islamitische Staat willen leven. "Ze zeggen in ons gezicht: 'Ga weg, jullie bezorgen ons problemen.' Het merendeel van de Syriërs mag ons niet; niemand mag ons. Maar het is niet hun land. Het is van de islam en zij hebben er geen recht op."

In veel opzichten past Ahmed in het typische plaatje van Zweden die zich aansluiten bij IS of een vergelijkbare groep. Volgens de veiligheidsdienst zijn de meeste rekruten mannen tussen de achttien en dertig jaar oud, afkomstig uit Malmö, Stockholm en, vooral, Göteburg. De Zweedse journalist Per Gudmundson, die uitvoerig heeft geschreven over islamitisch extremisme, deed in 2013 onderzoek naar achttien Zweedse burgers die in Syrië voor jihadistische groepen vochten. Hij vertelde me dat ze allemaal eerste of tweede generatie immigranten waren uit landen als Irak, Marokko, Jordanië en de Filippijnen. De helft kwam echter uit twee aangrenzende buurten in Göteburg.

Ulf Boström, een politieagent die al 37 jaar werkzaam is, werkte de afgelopen tien jaar als lid van de integratie-eenheid (een driepersoons team dat met verschillende religieuze groepen werkt om conflicten en radicalisme te minimaliseren) in de stad. Hij beschrijft het gebied als het epicentrum van extremistische ideologieën. De oorzaken zijn deels van sociale aard, zegt hij. Meer dan twintig procent van de 540 duizend inwoners van Göteburg is immigrant. Ongeveer tachtig procent van hen woont in de noordoostelijke buurten van Backa en Biskopsgården, gesegregeerd van de rest van de stad. Er is hier veel werkloosheid, de academische resultaten zijn slecht en de criminaliteitscijfers zijn hoog. "In bepaalde opzichten hebben wij [de Zweedse autoriteiten] meegewerkt aan de totstandkoming van dit probleem met ons integratiebeleid, omdat we niet wisten hoe we dat precies moesten doen," geeft Boström toe. "De grond hier is nu vruchtbaar om terreur op te kweken."

Advertentie

De evaluatie komt overeen met die van Gudmundson, wiens onderzochte personen allemaal minstens een deel van het Zweedse schoolsysteem hadden afgerond, uit gezinnen met lage inkomens kwamen, niet veel verdienden en vaak een strafblad met kleine vergrijpen hadden. Boström zegt dat veel Zweden die in Syrië hebben gevochten het gevoel hebben dat ze geen toekomst in hun geboorteland hebben. Hij schetst de typische rekruut als een jonge man zonder rechten, die vroeger is gepest, later een poging deed om crimineel te worden en daarin faalde, of in aanraking kwam met drugs. Iemand die zich verstoten voelt van zijn familie en daardoor geïsoleerd is. Dit maakt zulke jonge mannen makkelijke doelwitten voor extremisten die rekruten willen radicaliseren. "Als je de bodem hebt bereikt en er verschijnt iemand die respectvol tegen je praat, je geldt en eten biedt, en je vertelt over alle goede dingen van religie, dan zie je dat al snel als de enige weg naar een zonnige toekomst," zegt Boström.

Rekruteerders schetsen het als een kans op een nieuw leven. Een kleiner gedeelte van degenen die zich aansluiten bij extremistische militante groepen is hoger opgeleid, volgens Mohammad Fazlhashemi. Hij is hoogleraar islamitische theologie en filosofie aan de Uppsala Universiteit van Zweden. In plaats van acceptatie verleiden rekruteerders hen met religieuze theorieën die de daden van IS lijken te legitimeren. Boström zegt dat er al lange tijd een netwerk van rekruteerders is gevestigd in Göteburg, die actief zijn in moskeeën (soms zonder kennis van de imam) en in kleinere gebedshuizen, zoals kelders en garages. Veel contact wordt online gelegd.

Advertentie

Ahmed ontkent dat hij geradicaliseerd is door een externe partij – hij schildert het af als zijn eigen keuze. In tegenstelling tot veel jongeren die uit een gematigder milieu komen, zegt hij dat hij vooraf aan zijn ouders heeft verteld dat hij naar Syrië zou gaan. Zij stonden achter zijn keuze en vroegen hem zelfs of hij een familielid mee kon nemen, die begin 2014 stierf tijdens een gevecht. Ahmed heeft geen spijt dat hij hem had meegenomen – sterker nog, hij is blij dat een familielid het martelaarschap heeft bereikt. Veel van Ahmeds gevechtsvrienden hebben veel minder radicale achtergronden. Zijn vrienden die zich ook bij de Islamitische Staat aansloten deden dit in het geheim, omdat ze wisten dat hun families zouden proberen om hen tegen te houden. "Als we allemaal deden wat onze ouders zeiden, dan zou er niemand zijn die in de jihad vecht!" lacht hij.

Terug in Zweden voert Ahmed geen oorlog. Hij zit vast. Hij kwam Syrië voor het eerst binnen toen hij illegaal de Turkse grens overstak. Nadat hij terugkwam en een paar maanden in Zweden was verbleven, probeerde hij dezelfde route naar Syrië te nemen, maar dit keer werd hij gepakt door de Turkse grenspolitie. Hij werd het land uitgezet en verbannen. Hij is vastberaden om terug te gaan, zowel om te vechten als om zijn Syrische vrouw en hun pasgeboren dochter te zien. Hen verlaten was de grootste fout van zijn leven, zegt hij. Door middel van meerdere tekstberichten via een bepaalde app vraagt hij hulp om Syrië binnen te komen. Hij is onzeker over hoe hij de tocht kan maken en bovendien niet in staat om hogere commandanten van de Islamitische Staat te bereiken. Zij zouden hem via gevestigde routes het land in kunnen smokkelen.

"Ze hebben geen tijd om mij te helpen en bovenden weet ik niet wie ik moet vragen." Andere Zweedse – en ook Britse – strijders wisten dit ook niet, zegt hij. Mannen zoals Ahmed, van wie niet bewezen is dat ze een misdaad hebben begaan, maar die wel sterk verdacht worden van het toetreden tot een jihadistische groepering, zijn een grote zorg voor de autoriteiten. Volgens Milder besteedt de veiligheidsdienst veel tijd aan deze mannen. Ze ondervragen hen wanneer ze terugkeren en verzamelen inlichtingen over of ze wellicht aanslagen op het vaderland plannen, of op een bepaalde manier "terrorisme actief ondersteunen".

Ahmed beschrijft hoe het was om ondervraagd te worden door de autoriteiten toen hij terugkwam. Hun grootste angst was dat hij van plan was een aanslag te plegen. Hij vertelt me dat hij nog steeds nauwlettend in de gaten wordt gehouden. "Ze bespioneren me de hele tijd," zegt hij. Met een grijns op zijn gezicht voegt hij eraan toe dat die mesen zich vast vervelen, omdat hij de meeste dagen gewoon thuis zit. Hij benadrukt dat hij nooit een aanslag zou plegen op zijn geboorteland, dat altijd goed voor hem is geweest. "Ik vind Zweden een fijn land en Göteburg voelt als mijn thuis," zegt hij. Hij waarschuwt wel dat anderen daar misschien anders over denken. "Ik denk dat de degenen die naar Syrië willen reizen dat moeten kunnen doen. Degenen die dat willen maar niet mogen, zouden zomaar hier een jihad kunnen gaan voeren."

*Niet zijn echte naam