FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

We hebben de eerste ethische regels van VR al overtreden

Twee Duitse filosofen hebben een ethische code voor virtual reality opgesteld, om te voorkomen dat onze werkelijkheid ooit af zal glijden naar een Matrix-achtige virtuele nachtmerrie.
Beeld: Medical Realities

Elke (ogenschijnlijk) nieuwe technologie gaat gepaard met discussies over hoe deze technologie gebruikt moet te worden. Nu bedrijven als Oculus, HTC en Sony binnen nu en een aantal maanden hun langverwachte virtual reality headsets zullen uitbrengen, en virtual reality nu eindelijk eens door zou kunnen breken naar het grote publiek, lijkt het dringend dat er sluitende ethische regels komen. Althans, dat vinden de Duitse filosofen Michael Madary en Thomas Metzinger, die een eerste poging gedaan hebben tot het opstellen van een lijst van "ethische overwegingen die gemaakt moeten worden bij het onderzoeken en gebruiken van virtual reality-technologieën."

Advertentie

De regels die Madary en Metzinger hebben opgesteld, zijn vorige week gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Frontiers in Robotics and AI, en zijn bedoeld als tegengewicht tegen de hype over de mogelijkheden van VR voor bijvoorbeeld onderwijs en entertainment. Madary en Metzinger zijn voornamelijk geïnteresseerd in de risico's van VR-technologieën die gebruikers het gevoel geven zich in een ander lichaam te bevinden dan hun eigen lichaam.

"Het kijken van een film of het spelen van een non-immersieve videogame, kan niet de illusie creëren dat je in een ander lichaam zit," schrijven Madary en Metzinger. "VR-technologie zal door dit mogelijk te maken niet alleen impact hebben op wat wij als menselijk en niet-menselijk zien, maar ook op ons begrip van essentiële concepten als bewustzijn, het ik, authenticiteit en echtheid."

Volgens de filosofen is er goede reden om bezorgd te zijn over de impact van VR onze ervaring en ons begrip van de wereld en ons eigen lichaam. Ze baseren zich hierbij op een lange traditie van psychologische experimenten die laten zien dat het menselijke brein, en daarmee de menselijke geest, veel bewerkelijker is dan we denken. Onze omgeving en onze waarnemingen hebben grote invloed op wat we denken, zoals experimenten als het Stanford Prison Experiment en Milgram's obedience experiments hebben laten zien.

Maar hoe goed de manipulatie in deze experimenten ook was; geen enkel experiment heeft de ervaring van de deelnemers ooit zo volledig gecontroleerd als hypothetisch gezien mogelijk zal zijn met VR: "Virtual reality kan een situatie creëren waarin elk aspect van iemands omgeving door simulatietechnieken bepaald wordt," schrijven Madary en Metzinger. "[Dit] werpt mogelijkheden op voor radicale manipulatie van zowel de mentale toestand van mensen als hun gedrag – vooral als commerciële, politieke of religieuze belangen deze gesimuleerde omgeving beïnvloedt hebben."

Advertentie

Er zijn zelfs al experimenten geweest die hebben aangetoond dat ervaringen in VR effecten hebben die doorwerken in de echte wereld. Mensen die zich in VR vereenzelvigden met een Superman-achtige avatar bijvoorbeeld, waren meer geneigd om onzelfzuchtig gedrag te vertonen, en mensen die gespeeld hadden met een avatar met een andere huidskleur dan henzelf waren minder geneigd om racistische gedachten te hebben.

Gebruikers moeten altijd bewust gemaakt worden van de belangen die een rol gespeeld hebben bij de ontwikkeling van een bepaalde VR-ervaring

In kader van deze experimenten hebben Madary en Metzinger een ethische code opgesteld bestaande uit zes basisregels, die bedoeld zijn als leidraad voor toekomstig onderzoek naar VR en de ontwikkeling van commerciële applicaties. Kort samengevat zijn de regels als volgt:

1) Bij experimenten waarbij gebruik wordt gemaakt van VR-technologieën moet het zeker zijn dat het experiment geen blijvende psychologische schade kan aanrichten. 2) Deelnemers aan dergelijke experimenten moeten geïnformeerd worden over de mogelijke (onbekende) doorwerkende effecten van de VR-ervaring. 3) Onderzoekers en media moeten utopische uitlatingen over VR vermijden, vooral als het gaat om VR als een behandeling tegen ziektes. 4) Gebruikers moeten altijd bewust gemaakt worden van de belangen die een rol gespeeld hebben bij de ontwikkeling van een bepaalde VR-ervaring, en de verschillende doelen van de technologie. (De auteurs zijn vooral bezorgd over militaire doelen, zoals VR als martelmethode of als manier om de empathie van een soldaat tegenover een vijand te verminderen). 5) De privacy van een gebruiker moet beschermd zijn. Aangezien VR de mogelijkheid kan bieden om allerlei nieuwe soorten persoonlijke informatie te verzamelen van gebruikers, moet er op een verantwoorde manier omgegaan worden met deze data, met toestemming van de gebruiker. 6) VR-omgevingen bieden ook nieuwe mogelijkheden voor reclame en advertenties. Ook hier moet de privacy van gebruikers niet geschonden worden. (Er is al onderzoek gedaan naar de manieren waarop VR het gedrag van consumenten zou kunnen beïnvloeden, vooral als de technologie zelf ontwikkeld is door een bedrijf dat belang heeft bij gerichte, gepersonaliseerde advertenties, zoals Facebook).

Advertentie

Ondanks deze zorgen, zijn Madary en Metzinger wel degelijk voorstanders van onderzoek dat gebruik maakt van VR. Sterker nog, ze stellen dat de ethische code juist een reden is om meer onderzoek te doen naar VR – maar dan wel op een ethisch verantwoorde manier.

"Er is een complex proces van wederzijdse invloed en ontwikkeling gaande, waarbij het biologische en het technologische elkaar beïnvloeden op manieren die we pas net beginnen te begrijpen."

Hoewel de code nog niet gereguleerd is door overheden of een intergouvernementele organisatie, is het een eerste stap richting daadwerkelijke regels om de verwachte opkomst van VR in goede banen te lijden.

"[De menselijke geest] wordt niet alleen beïnvloedt door culturele en sociale factoren, maar in toenemende mate ook door technologie – technologie die steeds autonomer en aanweziger wordt," schrijven Madary en Metzinger. "Er is een complex proces van wederzijdse invloed gaande, waarbij het biologische en het technologische elkaar beïnvloeden op manieren die we pas net beginnen te begrijpen. Deze co-evolutie maakt het van essentieel belang dat we op een rationele manier nadenken over de ethische dimensie van VR."

Madary en Metzinger houden een overtuigend betoog, maar wel een betoog dat gebaseerd is op de aanname dat VR ook echt zodanig door de wereld omarmd zal worden als Zuckerberg en andere VR-fanatici beloven. Er is echter aardig wat scepticisme tegenover deze belofte, en er zijn mensen die denken dat VR nooit echt zo groot en geavanceerd gaat worden als veel mensen denken. Gaan deze sceptici gelijk krijgen of zal er binnenkort hoge nood zijn voor de ethische code van Madary en Metzinger? Het antwoord op deze vraag zal afhangen van slechts één ding: of VR commercieel rendabel zal blijken of niet.

De eerste regel van Madary en Metzinger hebben we in ieder geval al gebroken: er is al veel geëxperimenteerd met VR zonder dat het zeker was dat er geen negatieve psychologische effecten zouden zijn voor gebruikers.