FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

My First Club: Awanto3

“In Den Helder kon je absoluut niet leuk uitgaan, het was in die tijd het afvoerputje van Nederland met veel geweld en domme, enge, mislukte figuren.”

Op tweeëntwintig jarige leeftijd vertrok Steven de Peven uit Den Helder, "het afvoerputje van Nederland", richting Amsterdam, waar hij zijn stempel wist te drukken op het nachtleven. Hij brak samen met Kid Sublime door als Rednose District, en sinds 2010 staat hij met zijn dj-alias Awanto3 in de booth van zowat iedere respectabele club in het land. Twee jaar geleden kwam zijn geweldige solo-debuutalbum Opel Mantra uit via Rush Hour. Ondanks dat hij inmiddels soms wat "clubmoe" is, staat hij aanstaande zaterdag in Club Up.

Advertentie

Tijdens Hotel Quartet wordt hij vergezeld door Match Box en goede vriend Melon, die ons al eerder in My First Club vertelde hoe zijn eerste clubavond eruitzag. Een mooie reden om Steven te vragen naar hoe hij in de clubwereld belandde en wat deze ervaringen voor hem hebben betekend als dj.

THUMP: Je komt uit een muzikale familie met een oom die een drive-in-show had. Was je eerste clubervaring een keer dat je met hem meeging?
Steven: Ik kan mij herinneren dat ik het altijd heel spannend vond wanneer ik zelf bij het mengpaneel mocht staan in hun slaapkamer/speelkamer/studio. Ik ging dan op een krat van colaflesjes staan zodat ik erbij kon. Soms was ik ook op de feesten waar ze draaiden, maar dat waren geen clubavonden – meer partijen en bruiloften.

Je verhuisde op jonge leeftijd vanuit België naar Den Helder, kon je daar een beetje leuk uitgaan?
Ik verhuisde niet naar Den Helder, maar naar Sint Maartens Vlotbrug, een minuscuul dorpje twintig kilometer bij Den Helder vandaan. In Den Helder kon je absoluut niet leuk uitgaan. Het was in die tijd het afvoerputje van Nederland, met veel geweld en domme, enge, mislukte figuren in de Koningsstraat. Veel racisme en inteelt; blijkbaar heeft dat een verband. Den Helder was een grote leerschool qua draaien. Ik draaide alleen of met een andere dj een avond vol, waarna we shoarma gingen eten en baco's drinken terwijl we door de ramen naar de ambulances en politieauto's staarden die elk weekend de straat schoon moesten vegen na de vele knok- en steekpartijen. Het uitgaan was grotendeels lomp en plat, wat tevens ook een van de grootste redenen is dat in naar Amsterdam ben vertrokken.

Advertentie

Was je eerste echte house-ervaring in Club Piranha in Den Helder, of was dat later in Amsterdam?
Ik denk dat voor mij de echte house-ervaring een beetje van twee kanten is gekomen. De kant van het luisteren, draaien en produceren, en van het dansen en meedoen met het clubben. Mijn eerste echte house-avond was in een disco in België, waar ik toen heen ging om te dansen op swingbeat, pophits en hiphopvarianten. Ineens werd er acid gedraaid en newbeat; zo noemden ze dat toen. Ik vond het smakeloos en weet nog goed dat ik kwaad aan de kant ging zitten met mijn colaatje. Het was geen muziek om goede moves op te maken. Ik was in een soort blikkerige hel beland. Fascinerend vond ik het wel, omdat ik het nog nooit had gehoord. Daarna heb ik er naar leren luisteren, met name door mijn goede vriend Remy Verheyen (Dexter), Ralf Kuilman en Koert Notario, die mij in die jaren erg hebben beïnvloed door mij de juiste platen aan te reiken in de winkel. Dat was voornamelijk house uit New York, Chicago en techno uit Duitsland. Bij velen was in die tijd de gabber ook enorm aanwezig, maar dat vond ik iets te soft.

Kon je wel aarden in veel clubs in de hoofdstad? Je smaak was en is toch een stuk breder dan de hokjes van house, techno en drum 'n bass.
Ik hoefde niet echt te aarden, behalve in de clubs waar ik een residentie had. Ik heb een enorme liefde voor techno, house en drum 'n bass. Daar kan ik onafgebroken naar luisteren als het moet, zeker als het hard staat. Behalve als de slechtste varianten ervan werden gedraaid, dan stond ik waarschijnlijk snel te blowen of te drinken en werd het, ondanks het lawaai, meestal toch nog wel lachen.

Advertentie

Op tweeëntwintig jarige leeftijd vertrok Steven de Peven uit Den Helder, "het afvoerputje van Nederland", richting Amsterdam, waar hij zijn stempel wist te drukken op het nachtleven. Hij brak samen met Kid Sublime door als Rednose District, en sinds 2010 staat hij met zijn dj-alias Awanto3 in de booth van zowat iedere respectabele club in het land. Twee jaar geleden kwam zijn geweldige solo-debuutalbum Opel Mantra uit via Rush Hour. Ondanks dat hij inmiddels soms wat "clubmoe" is, staat hij aanstaande zaterdag in Club Up.

Tijdens Hotel Quartet wordt hij vergezeld door Match Box en goede vriend Melon, die ons al eerder in My First Club vertelde hoe zijn eerste clubavond eruitzag. Een mooie reden om Steven te vragen naar hoe hij in de clubwereld belandde en wat deze ervaringen voor hem hebben betekend als dj.

THUMP: Je komt uit een muzikale familie met een oom die een drive-in-show had. Was je eerste clubervaring een keer dat je met hem meeging?
Steven: Ik kan mij herinneren dat ik het altijd heel spannend vond wanneer ik zelf bij het mengpaneel mocht staan in hun slaapkamer/speelkamer/studio. Ik ging dan op een krat van colaflesjes staan zodat ik erbij kon. Soms was ik ook op de feesten waar ze draaiden, maar dat waren geen clubavonden – meer partijen en bruiloften.

Je verhuisde op jonge leeftijd vanuit België naar Den Helder, kon je daar een beetje leuk uitgaan?
Ik verhuisde niet naar Den Helder, maar naar Sint Maartens Vlotbrug, een minuscuul dorpje twintig kilometer bij Den Helder vandaan. In Den Helder kon je absoluut niet leuk uitgaan. Het was in die tijd het afvoerputje van Nederland, met veel geweld en domme, enge, mislukte figuren in de Koningsstraat. Veel racisme en inteelt; blijkbaar heeft dat een verband. Den Helder was een grote leerschool qua draaien. Ik draaide alleen of met een andere dj een avond vol, waarna we shoarma gingen eten en baco's drinken terwijl we door de ramen naar de ambulances en politieauto's staarden die elk weekend de straat schoon moesten vegen na de vele knok- en steekpartijen. Het uitgaan was grotendeels lomp en plat, wat tevens ook een van de grootste redenen is dat in naar Amsterdam ben vertrokken.

Was je eerste echte house-ervaring in Club Piranha in Den Helder, of was dat later in Amsterdam?
Ik denk dat voor mij de echte house-ervaring een beetje van twee kanten is gekomen. De kant van het luisteren, draaien en produceren, en van het dansen en meedoen met het clubben. Mijn eerste echte house-avond was in een disco in België, waar ik toen heen ging om te dansen op swingbeat, pophits en hiphopvarianten. Ineens werd er acid gedraaid en newbeat; zo noemden ze dat toen. Ik vond het smakeloos en weet nog goed dat ik kwaad aan de kant ging zitten met mijn colaatje. Het was geen muziek om goede moves op te maken. Ik was in een soort blikkerige hel beland. Fascinerend vond ik het wel, omdat ik het nog nooit had gehoord. Daarna heb ik er naar leren luisteren, met name door mijn goede vriend Remy Verheyen (Dexter), Ralf Kuilman en Koert Notario, die mij in die jaren erg hebben beïnvloed door mij de juiste platen aan te reiken in de winkel. Dat was voornamelijk house uit New York, Chicago en techno uit Duitsland. Bij velen was in die tijd de gabber ook enorm aanwezig, maar dat vond ik iets te soft.

Kon je wel aarden in veel clubs in de hoofdstad? Je smaak was en is toch een stuk breder dan de hokjes van house, techno en drum 'n bass.
Ik hoefde niet echt te aarden, behalve in de clubs waar ik een residentie had. Ik heb een enorme liefde voor techno, house en drum 'n bass. Daar kan ik onafgebroken naar luisteren als het moet, zeker als het hard staat. Behalve als de slechtste varianten ervan werden gedraaid, dan stond ik waarschijnlijk snel te blowen of te drinken en werd het, ondanks het lawaai, meestal toch nog wel lachen.


Welke clubavonden zijn een belangrijke inspiratiebron geweest voor de sfeer die je als dj wil neerzetten?
Dan moet ik zeggen dat bijna alle clubavonden die ik heb bezocht en waar ik heb gedraaid, me ergens wel hebben geïnspireerd. Alle beetjes hebben ervoor gezorgd dat ik nog steeds bezig ben met waar ik van hou en waar ik naar streef. Ook al was het goed bagger, dan had ik wel weer geleerd van die baggerheid. Ik probeer niet echt een sfeer neer te zetten. De sfeer wordt bepaald door de variatie aan muziek die ik bij me heb, de keuzes die ik op dat moment maak en de missers die ook voorkomen in het vak, bijvoorbeeld door moeheid of afleiding.

Je draait samen met Melon dit weekend, hij draaide ook veel in de tijd van Mazzo en Vaaghuyzen. Kan je je nog herinneren dat je hem voor het eerst in actie zag?
Ik ken Jeroen, Melon, al vanaf de middelbare school. Hij had toen een heel tof bandje, Het gekkenhuis heette dat. In die tijd trokken we het leven goed uit elkaar en muziek was de grootste drive ever. Na school zijn we allebei onze eigen kant op gegaan. Hij voornamelijk grafisch vormgever en muziek maken, en ik plaatjes draaien en avonden organiseren. Later kwamen we, in de tijd van Vaaghuyzen, elkaar weer veel tegen en hielp Jeroen me met ontwerpen voor mijn labeltje en de eerste Djazzadelic-avonden in Vaaghuyzen en Mazzo. Ik zag hem voor het eerste echt draaien in Vaaghuyzen, samen met San Proper, en later ook in Mazzo. Hij had toen een switch gemaakt vanuit zijn eerdere werk, en blijkbaar precies op het juiste moment. Vanaf toen is Jeroen naar mijn weten begonnen met het slopen van alle clubs en festivals over de hele wereld.

Over clubavonden uit verleden hoor je vaak nostalgische verhalen. Toch lijkt het of de muziek die je momenteel in de clubs hoort, je meer op het lijf geschreven is dan pakweg tien jaar terug.
Er is alleen maar meer muziek bijgekomen. Ik ben blij dat ik thuis in Bergen aan Zee alleen naar de vogeltjes mag luisteren; soms kan ik gek worden van de nachtegaal die overdag ook gewoon doorgehaald verdergaat. De clubavonden zijn niet meer op mijn lijf geschreven, moet ik eerlijk zeggen. Ik ben best wel een beetje clubmoe. En toch is het elke keer ook wel weer leuk – met de juiste mensen in de organisatie, aan de deur, achter de bar, op de vloer en achter de draaitafels. Het leven is zo dubbel, bah.


Volg Awanto3 via Facebook // SoundCloud

Welke clubavonden zijn een belangrijke inspiratiebron geweest voor de sfeer die je als dj wil neerzetten?
Dan moet ik zeggen dat bijna alle clubavonden die ik heb bezocht en waar ik heb gedraaid, me ergens wel hebben geïnspireerd. Alle beetjes hebben ervoor gezorgd dat ik nog steeds bezig ben met waar ik van hou en waar ik naar streef. Ook al was het goed bagger, dan had ik wel weer geleerd van die baggerheid. Ik probeer niet echt een sfeer neer te zetten. De sfeer wordt bepaald door de variatie aan muziek die ik bij me heb, de keuzes die ik op dat moment maak en de missers die ook voorkomen in het vak, bijvoorbeeld door moeheid of afleiding.

Je draait samen met Melon dit weekend, hij draaide ook veel in de tijd van Mazzo en Vaaghuyzen. Kan je je nog herinneren dat je hem voor het eerst in actie zag?
Ik ken Jeroen, Melon, al vanaf de middelbare school. Hij had toen een heel tof bandje, Het gekkenhuis heette dat. In die tijd trokken we het leven goed uit elkaar en muziek was de grootste drive ever. Na school zijn we allebei onze eigen kant op gegaan. Hij voornamelijk grafisch vormgever en muziek maken, en ik plaatjes draaien en avonden organiseren. Later kwamen we, in de tijd van Vaaghuyzen, elkaar weer veel tegen en hielp Jeroen me met ontwerpen voor mijn labeltje en de eerste Djazzadelic-avonden in Vaaghuyzen en Mazzo. Ik zag hem voor het eerste echt draaien in Vaaghuyzen, samen met San Proper, en later ook in Mazzo. Hij had toen een switch gemaakt vanuit zijn eerdere werk, en blijkbaar precies op het juiste moment. Vanaf toen is Jeroen naar mijn weten begonnen met het slopen van alle clubs en festivals over de hele wereld.

Over clubavonden uit verleden hoor je vaak nostalgische verhalen. Toch lijkt het of de muziek die je momenteel in de clubs hoort, je meer op het lijf geschreven is dan pakweg tien jaar terug.
Er is alleen maar meer muziek bijgekomen. Ik ben blij dat ik thuis in Bergen aan Zee alleen naar de vogeltjes mag luisteren; soms kan ik gek worden van de nachtegaal die overdag ook gewoon doorgehaald verdergaat. De clubavonden zijn niet meer op mijn lijf geschreven, moet ik eerlijk zeggen. Ik ben best wel een beetje clubmoe. En toch is het elke keer ook wel weer leuk – met de juiste mensen in de organisatie, aan de deur, achter de bar, op de vloer en achter de draaitafels. Het leven is zo dubbel, bah.

Volg Awanto3 via Facebook // SoundCloud