Krakers
Demonstratie van de kraakbeweging in Amsterdam tegen het gebruik van de noodverordening door burgemeester Polak, in 1982. Foto: Rob Croes, Nationaal Archief/Anefo
huizenmarkt

Waarom gaan we niet massaal de straat op om betaalbare woningen te eisen?

"In de media lees je veel zielige verhalen over mensen die hun huis uitgezet dreigen te worden. Dat benadrukt het idee dat het een individueel probleem is."
Untitled_Artwork 99
In de serie Broertje Dood aan Woningnood gaan we op zoek naar de beste manieren om je door de voortwoekerende wooncrisis heen te slaan.

In Berlijn lopen de straten regelmatig vol met verbolgen huurders, die zich daar dan met spandoeken en trommels uitspreken tegen rap stijgende huurprijzen en het afschaffen van het huurplafond. Afgelopen maand liepen er weer een paar duizend mensen in een protestmars door de stad, met slogans als “geen winst door huur” en “we hebben behoefte aan onteigening”. 

Advertentie

De laatste keer dat er in onze hoofdstad zo massaal en luidruchtig om huisvesting werd gedemonstreerd, droegen nieuwslezers nog brillen met bruin getinte glazen. Nou is het zo dat er in Duitsland relatief meer huurders zijn, dus het is niet vreemd dat ze zich daar makkelijker in grote groepen organiseren. Maar toch - ook hier in Nederland is de situatie op de woningmarkt al jarenlang ronduit kut. Er verschijnen iedere dag nieuwe artikelen over de onmogelijke situatie van starters, berichten over huren en huizenprijzen die met een misselijkmakend tempo omhoog schieten en hartverscheurende reportages over mensen die hun huis uit worden gezet of geen geschikte woning kunnen krijgen. Ook wordt steeds duidelijker dat deze deprimerende puinhoop niet uit zichzelf is ontstaan, maar het gevolg is van doelgericht regeringsbeleid zoals het instellen van een verhuurdersheffing waardoor de sociale woningvoorraad enorm slonk, of het in het leven roepen van tijdelijke huurcontracten, die nauwelijks extra woonruimte opleveren maar het leven van huurders wel een flink stuk zuurder maken

Advertentie

Waarom protesteren we daar in Nederland eigenlijk zo weinig tegen? Zijn we niet betrokken genoeg, zijn we bang dat onze huisbaas meteen de sloten vervangt als we klagen, of zijn we simpelweg te druk met het bij elkaar verdienen van de huur?

“Het decennialang prediken van marktwerking heeft ervoor gezorgd dat mensen denken dat ze er zelf voor kiezen, en dat het nou eenmaal zo is,” zegt Abel Heijkamp van de Bond Precaire Woonvormen, een organisatie die acties organiseert tegen huisuitzettingen en ander onredelijk huurbeleid. Door het krimpen van de sociale huursector zijn steeds meer mensen op de vrije markt aangewezen, waar tijdelijke contracten steeds vaker voorkomen.

Zo’n flexcontract is niet goed voor de weerbaarheid van de huurder, ziet Heijkamp. “Veel traditionele huurdersverenigingen denken dat ze die huurders niet kunnen helpen, omdat ze niet dezelfde huurrechten hebben. Als ze eruit worden gezet na het aflopen van het contract, hebben ze juridisch gezien geen poot om op te staan.” 

Daarbij heeft de komst van tijdelijke contracten voor fragmentatie gezorgd, omdat er veel verschillende soorten flexcontracten zijn, die per huisbaas en per situatie weer net anders kunnen zijn. “Iedereen ziet vooral z’n eigen shit”, zegt Heijkamp. “En omdat er zoveel problemen op microniveau zijn, verliezen mensen uit het oog dat die veroorzaakt worden door beleid op macroniveau. Mensen zijn niet georganiseerd, ze laten individueel over zich heen lopen.”

Advertentie

Een van de belangrijkste taken van de BPW is dan ook het verenigen van huurders die in hetzelfde ellendige huurschuitje zitten, zodat ze samen kunnen optrekken en actievoeren. Vaak hebben mensen daar een zetje bij nodig, zegt Heijkamp. “Op school leer je hoe je dingen voor elkaar krijgt voor jezelf, maar niet hoe je dat doet als groep. Dat vind ik ook leuk aan mijn werk: hoe kan je binnen een maand van een brave burger een activist maken.”

Het is niet zo dat jongere mensen minder bereid zijn tot actievoeren dan de oudere generatie, denkt Heijkamp. “Je ziet juist dat ook jongeren erg activistisch zijn, ze gaan de straat op om de demonstreren voor beter klimaatbeleid en tegen racistisch politiegeweld. Bij die zaken is er sprake van een overkoepelend probleem, het is daardoor makkelijk om je er tegen te verenigen. Als het om huisvesting gaat is er óók sprake van een overkoepelend probleem, want waardig wonen is een recht voor iedereen, maar toch ontbreekt dat perspectief nog best vaak.” 

De berichten die in de media verschijnen over mensen die in de knel komen te zitten door een te hoge huur, in de verdringing raken of hun huis of stad uitgezet dreigen te worden, leiden niet altijd tot meer solidariteit. “Het gaat vaak om zielige verhalen over personen die erg precair wonen of die dreigen hun woning te verliezen. Maar dat versterkt alleen het idee dat het om individuele problemen gaat. Over huurders die zich organiseren en met succes in verweer komen lees je dan weer veel minder.”

Advertentie

Maar dat gebeurt wel, benadrukt Heijkamp. “Afgelopen jaar hebben we elke maand actie gevoerd met groepen huurders en vaak met succes. Je kan wel degelijk zaken veranderen. “

Ook Nick* (24) lukte het om in actie te komen tegen zijn verhuurder. Hij woonde samen met zijn partner in een woning met een tijdelijk contract, en toen die afliep wilde zijn verhuurder dat ze de woning zouden verlaten. “Ik heb ze toen opgebeld, omdat ik wilde weten waarom we uit die woning moesten. We waren nette huurders, we betaalden de huur altijd op tijd. Maar ik kreeg geen reden, er werd geërgerd op me gereageerd.”

Samen met de BPW heeft Nick vervolgens een actie opgezet: er werden flyers uitgedeeld, en hij ging op zoek naar mensen die ook bij zijn verhuurder, een grote vastgoedbelegger, huurden. Zodra zijn verhuurder daar lucht van kreeg werd hij meteen anders behandeld, merkte hij - hij kreeg een ‘goedmaakbelletje’, waarin werd uitgelegd dat hij eruit moest omdat de woning gerenoveerd zou worden (“dat was een lulverhaal, er zit nu gewoon weer een tijdelijke huurder in”). Hij kreeg een aanbod voor een vervangende woonruimte, maar die was duurder en erg ver. Daarom besloot hij de actie door te zetten. Met een groepje medehuurders kondigde hij aan voor het kantoor van de verhuurder te gaan demonstreren. Naast de BPW kwam er steun van een flink aantal andere actiegroepen en organisaties, en er kwam aandacht van de media en de lokale politiek. Die druk heeft er volgens Nick voor gezorgd dat hij uiteindelijk toch een betaalbare woning aangeboden kreeg. “We zijn met dertig man, spandoeken en een megafoon naar dat kantoor toe gegaan. Uiteindelijk hebben we een sociale huurwoning vlakbij het centrum van Den Haag aangeboden gekregen.” (Dit zou dus een verhaal met een een gelukkig einde zijn, ware het niet dat deze woning vorige maand is afgebrand). 

“Wij waren eigenlijk het schoolvoorbeeld van hoe je met positieve actie dingen gedaan kan krijgen,” zegt Nick. Hij ziet dat de huizenstrijd vooral gevoerd wordt door mensen die iets ouder zijn en daardoor nog levendige herinneringen hebben aan de kraakcultuur en gedegen huurbescherming, of die al jaren in een sociale huurwoning wonen. Wie in de afgelopen tien jaar voor het eerst naar woonruimte ging zoeken, weet niet anders dan dat de wachtlijsten voor sociale huur onmogelijk lang zijn, dat het grootste deel van je inkomen opgaat aan huur en dat je zelfs voor een bedompt kamertje zonder ramen met talloze anderen moet concurreren. “Veel jongeren proberen het niet eens om iets aan hun situatie te doen, die hebben het geaccepteerd als een onoplosbaar probleem.”

Een enorme protestmars voor betere huisvesting zou Nick graag zien gebeuren, maar dan moeten wel meer mensen gaan inzien dat ze niet altijd machteloos staan op de woningmarkt, en in actie komen. “Op kleine schaal is er best veel mogelijk. Zodra je met dertig mensen de straat op gaat, kan je echt al veel gedaan krijgen. Als je niet gaat zeiken, gebeurt er niets”, zegt hij. Heijkamp ziet het redelijk optimistisch in. In de nabije toekomst hoopt de BPW meer acties te kunnen organiseren, die zodra de coronamaatregelen niet meer gelden wellicht ook meer mensen zullen trekken. “Als iedereen een kleine duit in het zakje doet kun je de sociale verhoudingen veranderen, en op die manier kan je meer zekerheid en zeggenschap over je woonsituatie krijgen, en het recht om in je huis en stad te blijven opeisen. In een grote groep kan je serieus genomen worden. Maar dan moet je wel eerst weten dat dat kan.”

*Achternaam bekend bij de redactie.