Identiteit

Voor lhbti-statushouders is het geen feest in een kleine gemeente

“Mensen die zijn gevlucht vanwege hun seksuele oriëntatie zijn vaak alleen, en in plaatsjes als Veenendaal of Barneveld is geen lhbti-netwerk om op terug te vallen”
LHBTIdorp

Zo’n beetje iedereen die zodra het mogelijk was hun ouderlijk huis in een afgelegen lintdorp of degelijke provinciale gemeente verruilde voor een kamertje in de randstad kan het bevestigen: in een grote stad is het makkelijker om anders te zijn. In een dichtbevolkt gebied is de kans groter dat je mensen vindt die op precies dezelfde manier van de norm afwijken als jij, en minder kans dat er bij de lokale supermarkt afkeurend over je gefluisterd wordt als je eens een excentrieke broek draagt. Dat is wel zo prettig, zeker als je nog aan het worstelen bent met zelfacceptatie en je eigen identiteit.

Advertentie

Mensen die als asielzoeker naar Nederland komen en een verblijfsvergunning krijgen, kunnen die keuze voor de grote stad meestal niet maken: ze krijgen (als ze geluk hebben) ergens in het land een woning toegewezen, en moeten dan maar hopen dat het een plek is waar ze goed kunnen gedijen.

Soms gaat dat behoorlijk mis. In augustus vorig jaar deed een 28-jarige inwoner van Veenendaal aangifte omdat er rauwe eieren tegen zijn ramen waren gegooid. Kort daarvoor was hij ‘s nachts vlakbij zijn woning mishandeld en werden hem dingen als “sterf, homo” toegeroepen. De man was naar Nederland gekomen als asielzoeker, weggevlucht uit een streng islamitische omgeving waar hij in de problemen kwam vanwege zijn seksuele oriëntatie. Op een wrange manier leek hij in Veenendaal in een soortgelijke situatie terecht te zijn gekomen. 

“Het is triest. Hij is hier gekomen voor z’n veiligheid, en dan gebeurt er dit”, zegt Sandro Kortekaas van LGBT Asylum Support, een organisatie die zich bekommerd om de situatie van lhbti-asielzoekers in Nederland. Namens de man schreef LGBT Asylum Support brieven aan de burgemeester van Veenendaal, in de hoop dat de man binnen de gemeente zou kunnen verhuizen - want in zijn eigen woning voelde hij zich niet veilig meer. Niet alleen was dat waar hij mishandeld was, ook stond de woning pal naast een moskee, wat gezien zijn geschiedenis onprettig was. Dat is vooralsnog niet gelukt, zegt Kortekaas. Wel kreeg de man begeleiding aangeboden om ‘veilig te leren wonen’. “Hij moest voor zijn gevoel weer terug in de kast.”

Advertentie

Kortekaas vindt dat er bij het toewijzen van woonplaatsen aan statushouders onvoldoende rekening wordt gehouden met de situatie van mensen die tot de lhbti-gemeenschap behoren. In Nederland worden asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen na hun verblijf in een asielzoekerscentrum verspreid over het hele land. Zelf kiezen waar ze heen verhuizen mag niet: het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) koppelt de statushouders aan een gemeente in Nederland. Het is wel de bedoeling dat daarbij wordt gezocht naar een plek waar de statushouder in kwestie zo goed mogelijk past: in gesprekken wordt gevraagd naar opleidingsniveau, werkervaring en toekomstplannen. Daarnaast zijn er door de wet vastgestelde ‘harde criteria’, zoals medische bijzonderheden of eerstegraads familie die al ergens in het land woont.

Dat laatste noemt Kortekaas oneerlijk, omdat mensen die vluchten vanwege hun seksuele identiteit vaak in hun eentje zijn - in sommige gevallen zijn ze juist gevlucht om aan hun familie wilden ontkomen. Daarom zouden ze des te meer een plek moeten krijgen waar ze een sociaal netwerk van gelijkgestemden kunnen opbouwen, en in een kleine gemeente zonder aanwezige lhbti-gemeenschap is dat moeilijk. 

Het geval van de man in Veenendaal staat niet op zichzelf, zegt Kortekaas. Het komt vaker voor dat lhbti-statushouders terecht komen in een relatief kleine gemeenten, op afstand van grotere steden, waar het lastig voor ze is om een netwerk op te bouwen. “Er was onlangs iemand die in Barneveld werd geplaatst, terwijl het COA op de hoogte was van zijn situatie. Die man kwam uit een omgeving waar hij niet zichzelf kon zijn, en nu woont ‘ie midden in de bible belt.” 

Er werd wel een poging gedaan om de man in Barneveld te ondersteunen, vertelt Kortekaas, maar erg veel hielp dat niet. “Er werd voor hem contact geregeld met iemand van een lhtbi-belangenorganisatie, die het advies gaf vooral op Grindr en andere datingapps te zoeken naar contact. Dat is natuurlijk geen vervanging voor een echt netwerk.” 

LGBT Asylum Support vindt dat de CAO de seksuele oriëntatie van statushouders moet meewegen bij het toewijzen van een woonplaats. Volgens Kortekaas ontbreekt hierover beleid, en wordt er in de gesprekken die het COA met statushouders voert te snel aan voorbij gegaan. “Het gaat ons erom dat iemand toegang heeft tot een netwerk. Daar kan je op terugvallen als je je onveilig voelt, en het maakt integratie ook een stuk makkelijker.”

Het COA laat desgevraagd weten dat er tijdens de gesprekken met statushouders wel specifiek wordt gevraagd naar wat diegene graag wil, maar dat er maar een beperkt aantal woningen zijn. Alleen op basis van een de harde eisen kan een statushouder uitgeplaatst worden naar een bepaalde regio. “Het is niet zo dat het COA geen rekening met de geaardheid of seksuele identiteit houdt, maar het is simpelweg niet altijd mogelijk om aan wensen te voldoen”, aldus de woordvoerder. “Het wordt erg ingewikkeld als statushouders zelf kunnen gaan kiezen waar ze willen wonen.”

Dat het spreiden van asielzoekers niet altijd gelukkig uitpakt, bleek eerder deze week ook uit een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Daarin werd aangetoond dat de baankansen van Syrische statushouders sterk afhankelijk zijn van de plek waar ze terecht komen. En waar het voor gezinnen misschien prettig is om ergens te wonen waar het redelijk rustig en overzichtelijk is, stelde het SCP eerder ook al vast dat het voor jonge en alleenstaande statushouders lastig kan zijn om een leven op te bouwen in een kleine gemeente. 

Kortekaas probeert nu aandacht voor het geval de man in Veenendaal te vragen, in de hoop dat de zorgen van LGBT Asylum Support serieus worden genomen door beleidsmakers. “Plaatsing van lhbti-statushouders in steden met een lhbti-netwerk is van levensbelang,” zegt hij.