een zon in een tekening
Image: Pamela GuestIllustratie
Tech

Wetenschappers denken dat er 90 procent kans is dat de maatschappij instort

Volgens theoretische natuurkundigen zullen de ontbossing en ons ongebreidelde gebruik van grondstoffen waarschijnlijk de “onomkeerbare ondergang” van de menselijke beschaving veroorzaken.

Twee theoretische natuurkundigen, Mauro Bologna en Gerardo Aquino, concluderen dat de wereldwijde ontbossing door de mens binnen de komende twintig tot veertig jaar leidt tot “de onomkeerbare ineenstorting” van de menselijke beschaving. De twee zijn gespecialiseerd in complexe systemen.

Als we doorgaan met het vernietigen van de bossen op aarde, zal de planeet niet langer in staat zijn om een grote menselijke bevolking te onderhouden, zo blijkt uit hun artikel, dat in mei in Nature Scientific Reports werd gepubliceerd. Het artikel is door medewetenschappers gecontroleerd. Als het huidige tempo van de ontbossing aanhoudt, “zullen alle bossen over ongeveer 100 tot 200 jaar verdwenen zijn,” concluderen de wetenschappers.

Advertentie

“Het is natuurlijk onrealistisch om te denken dat de menselijke beschaving pas door de ontbossing zal worden geraakt als de laatste boom wordt omgehakt,” schrijven ze.

In dit scenario vindt de ineenstorting van de menselijke beschaving veel sneller plaats dan eerder werd gedacht. Ze komen tot deze conclusie, doordat de hoeveelheid bos veel invloed heeft op de levensondersteunende systemen van onze planeet, die nodig zijn voor het voortbestaan van de mens. Denk bijvoorbeeld aan CO2-opslag, zuurstofproductie, bodembehoud, regulering van de watercyclus, bescherming voor de natuurlijke en menselijke voedselsystemen en het onderdak van talloze diersoorten.

Zonder deze vitale bosfuncties, “is het voortbestaan van vele diersoorten, waaronder de onze, zeer onwaarschijnlijk voor te stellen,” gaan de wetenschappers verder. “De geleidelijke aantasting van het milieu als gevolg van ontbossing zal de menselijke samenleving zwaar beïnvloeden. En daardoor zal de ineenstorting van de mens dus ook veel eerder beginnen.”

Aquino is een onderzoeksmedewerker aan het Alan Turing Institute in Londen. Bologna is professor van de afdeling Electronic Engineering aan de Universiteit van Tarapacá in Chili. Aquino werkt momenteel aan politieke, economische en culturele complexe systeemmodellen om conflicten te voorspellen.

De beide wetenschappers zijn natuurkundigen. Aquino heeft eerder onderzoek gedaan bij de Biological Physics Groups aan Imperial College London, het Max-Planck-Institut für Physik komplexer Systeme in Dresden en de Mathematical Biology Group aan de Universiteit van Surrey.

Advertentie

In hun onderzoek hebben de wetenschappers de huidige snelheid van de bevolkingsgroei afgezet tegen de snelheid van ontbossing, om te kijken hoe snel we onze hulpbronnen zullen verbruiken. Daarmee berekenden ze hoeveel kans we nog hebben om de catastrofale ineenstorting van de menselijke beschaving te voorkomen.

Wanneer is er geen weg meer terug?

Vóór de ontwikkeling van menselijke beschavingen was de aarde bedekt met 60 miljoen vierkante meter bos. Door de menselijke voetafdruk op de planeet versnelt de ontbossing, en er is volgens de wetenschappers op dit moment nog minder dan 40 miljoen vierkante kilometer bos over.

“Als de bevolkingsgroei op het huidige tempo blijft toenemen en wij onze hulpbronnen op het huidige tempo blijven verbruiken, waarbij vooral de ontbossing van belang is, tonen onze berekeningen aan dat we nog enkele tientallen jaren hebben voordat onze beschaving onomkeerbaar instort,” schrijven de wetenschappers in de conclusie van het artikel.

“Statistisch gezien is de kans erg klein dat we doorleven zonder een catastrofale ineenstorting mee te maken,” zeggen ze. In het beste geval hebben we volgens hen een kans van minder dan 10 procent om de ineenstorting van de menselijke beschaving te voorkomen. Volgens hen is er dus een kans van meer dan 90 procent dat de onze huidige, industriële beschaving instort.

In het model is er een punt waarop de bevolkingsgroei een maximum bereikt en de hoeveelheid bos nog steeds afneemt. Na dit punt “vindt er een snelle, rampzalige ineenstorting van de bevolking plaats,” schrijven de onderzoekers. “Uiteindelijk stabiliseert de situatie als we nog maar een kleine menselijke populatie hebben, of als we volledig uitgestorven zijn. Als het ontbossingspercentage niet voor dat punt – dat we het ‘point of no return’ noemen – verandert, zal de menselijke bevolking zichzelf dus niet kunnen onderhouden, rampzalig ineenstorten en mogelijk zelfs uitsterven.”

Advertentie

Kan technologie ons redden?

De wetenschappers geven hun artikel een intrigerende techno-utopische draai: ze komen namelijk met het idee om een Dysonbol te bouwen. Dat is een hypothetische megastructuur rondom onze zon, die het grootste deel van de zonne-energie absorbeert en terugstuurt naar de aarde. “De Dysonbol hoeft echter niet letterlijk genomen te worden, maar kan ook worden gezien als energiewaarde,” zegt dr. Aquinos. Dezelfde energie-output zou ook op een andere manier gerealiseerd kunnen worden, bijvoorbeeld met kernfusie.

Kortom, als we ons niet-duurzame tempo van de bevolkingsgroei en de ontbossing niet veranderen, suggereren de wetenschappers dat we nog één andere optie hebben om niet uit te sterven: een ongekende mate van technologische ontwikkeling.

Die ontwikkeling kan je plaatsen in de context van de schaal van Kardasjov. Dat is een indeling die in 1964 door de Sovjet-astronoom Nikolaj Kardasjov werd bedacht. Je kunt er het niveau van de technologische ontwikkeling van een beschaving mee beoordelen, op basis van de hoeveelheid energie die diezelfde beschaving kan gebruiken.

Als een beschaving volgens de schaal van Kardasjov de technische middelen kan uitvinden om de energie van haar eigen ster volledig te benutten, zal dat die beschaving in staat stellen om de limieten van de conventionele hulpbronnen te overschrijden.

Aquino en Bologna benaderen als theoretisch natuurkundigen een groot deel van de problemen in hun artikel op een theoretisch niveau, en sommige delen zijn speculatief. Wat zou een samenleving bijvoorbeeld moeten doen om de limieten van hun conventionele hulpbronnen te overschrijden, en hoe ziet zo’n samenleving eruit?

Advertentie

“Het verbruik van natuurlijke hulpbronnen, met name de bossen, concurreert met onze technologische ontwikkeling,” schrijven ze. “Een hoger technologisch niveau leidt tot een groeiende bevolking en meer ontbossing, maar ook tot een effectiever gebruik van hulpbronnen. Als we meer technologieën ontwikkelen, zouden we in principe technische oplossingen kunnen bedenken om de ecologische ineenstorting van onze planeet te voorkomen of, als dat niet lukt, een beschaving in de buitenaardse ruimte te op te bouwen.”

De wetenschappers erkennen natuurlijk dat we op dit moment niet voldoende technische capaciteiten hebben om zulke krachtige technologieën te ontwikkelen.

Daarom hebben ze naast hun model van de menselijke bevolkingsgroei en de ontbossing ook een model gemaakt van onze technologische ontwikkeling. Zo wilden ze erachter komen of we een kans hebben om zulke technologieën te ontwikkelen, voordat de ecologische crisis de ineenstorting van de beschaving veroorzaakt. Maar helaas, dat is niet echt zo. In die specifieke context concluderen ze dus dat we een kans van minder dan 10 procent hebben om het wél te doen en daarmee de ondergang te voorkomen.

De wetenschappers speculeren ook dat deze hachelijke situatie weleens de reden zou kunnen zijn waarom we elders in het universum nog nooit bewijs van intelligent buitenaards leven hebben gevonden. Hun model suggereert namelijk dat intelligente beschavingen de neiging hebben om in te storten, omdat ze – lang voordat ze de capaciteiten ontwikkelen die nodig zijn om geavanceerder en duurzamer te worden – de hulpbronnen van hun planeet volledig opmaken.

Advertentie

Hoe nu verder?

De conclusies van het model over de bevolkingsgroei en de ontbossing zijn nogal deprimerend. Maar dat komt onder andere omdat het model gebaseerd is op “deterministisch” lopende parameters, gebaseerd op de huidige omstandigheden.

In andere woorden: het model gaat ervan uit dat de bevolkingsgroei en ontbossing op ongeveer hetzelfde tempo zullen blijven doorgaan. Het model is dus niet gemaakt op “wat als?”-vragen. De conclusie lijkt daarom nogal scherp: als we op hetzelfde tempo doorgaan met de boskap, bevolkingsgroei en ons gebruik van grondstoffen, is het onvermijdelijk dat de menselijke beschaving binnen twintig tot veertig jaar instort.

Maar het goede nieuws is dat er reden is om aan te nemen dat dit rampscenario – hoewel het wel goede inzichten geeft over de ernstige risico’s die we lopen als we zo doorgaan – niet goed past bij de recentere gegevens en verwachtingen over de boskap, bevolkingsgroei en ons gebruik van grondstoffen.

Volgens het State of the World’s Forests-rapport van 2020, dat werd gepubliceerd door de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en het VN-milieuprogramma (UNEP), is het wereldwijde ontbossingstempo de afgelopen decennia afgenomen.

Vanaf de jaren negentig tot de periode tussen 2010 en 2020 nam het netto bosverlies af van 7,8 miljoen hectare per jaar naar 4,7 miljoen hectare per jaar. Een van de redenen hiervoor is dat er, ondanks de voortdurende ontbossing, ook nieuwe bossen ontstaan – zowel natuurlijk als door menselijke planning.

Advertentie

Ook de reële snelheid van de ontbossing lijkt te zijn afgenomen. In de jaren negentig stond in het VN-rapport dat de ontbossing zo'n 16 miljoen hectare per jaar bedroeg. Tussen 2015 en 2020 was dat afgenomen tot zo’n 10 miljoen hectare per jaar.

Er is echter geen reden om onszelf op de borst te kloppen. In absolute termen toont het VN-rapport aan dat het wereldwijde bosgebied tussen 1990 en 2020 met een kolossale 178 miljoen hectare is afgenomen – een gebied dat ongeveer even groot is als Libië.

We lopen ook risico dat we deze bescheiden vertraging weer tenietdoen. Uit de laatste gegevens van Global Forest Watch, een project van het World Resources Institute, blijkt dat het primaire bosverlies in 2019 2,9 procent hoger was dan in het jaar ervoor. Dat duidt erop dat we de komende tijd misschien wel weer een versnelling van de ontbossing zullen gaan zien.

Op dezelfde manier zullen de verwachte bevolkingsgroeipercentages waarschijnlijk lager zijn dan eerder werd verwacht. Onlangs publiceerde The Lancet een nieuwe reeks verwachtingen, die suggereren dat de bevolkingsgroei misschien wel niet zo hard gaat na 2050 – in tegenstelling tot eerdere verwachtingen, doordat de vruchtbaarheidscijfers dalen.

Helaas zijn deze ontwikkelingen misschien niet genoeg om de conclusies van het Nature Scientific Reports-model substantieel te veranderen. “Het is moeilijk voor te stellen dat er in deze tijdspanne – bij gebrek aan zeer sterke collectieve inspanningen – grote veranderingen in de [bevolkingsgroei- en ontbossing]-parameters zullen plaatsvinden,” schrijven de wetenschappers. Wel geven ze toe dat het mogelijk is dat de verwachtingen rondom deze trends “kunnen fluctueren”.

Advertentie

De nieuwe cijfers en verwachtingen geven aan dat het haalbaar is om gevaarlijke exponentiële groeitrends te voorkomen – vooral als we alles doelbewust en gerichter aanpakken.

Het alternatief: om de aarde geven

De laatste manier om volgens de wetenschappers een ineenstorting te voorkomen, is een fundamentele transformatie van onze beschaving.

De onderliggende lijn van het huidige ineenstortingstraject is dat “het verbruik van de hulpbronnen van de planeet niet algemeen wordt beschouwd als een dodelijk gevaar voor de menselijke beschaving”, omdat “we ons laten leiden door de economie”. Een beschaving als de onze “hecht meer waarde aan het belang van onszelf. We hebben minder of zelfs geen zorgen over het ecosysteem waarin we leven.”

Volgens de wetenschappers moeten we misschien ons model van de samenleving herdefiniëren. “Een model waarin het belang van het ecosysteem op de een of andere manier boven ons individuele belang wordt geplaatst, wat uiteindelijk leidt tot een algemeen gemeenschappelijk belang.”

De meest effectieve manier om onze overlevingskansen te vergroten is dus de focus te verleggen van ons extreme eigenbelang naar een gevoel van zorg voor elkaar, de andere diersoorten en de ecosystemen waarin we ons bevinden.

Met andere woorden: om onze ondergang te voorkomen moeten we ofwel naar de ruimte vertrekken of een voortrekkersrol aannemen in de paradigmaverschuiving van onze samenleving. Wat is waarschijnlijker?

Uiteindelijk is dat aan ons. En als dit onderzoek ook maar enigszins nauwkeurig is, heeft de mensheid misschien naar maar een paar jaar om te beslissen.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op VICE US.