Daar komt nog eens bij dat negentig procent van alle aanmeldingen wordt afgewezen door de academie. En laten we niet vergeten dat tijdens de studie meer dan de helft stopt omdat ze het lastig vinden om hun nieuwe identiteit als wereldverbeteraar te combineren met het maken van kunst. Daarnaast heb je ook nog mensen die het proberen zonder ooit een opleiding te hebben gevolgd. Nou, als ik nu een simpel rekensommetje maak dan blijkt dat er precies oneindig veel mensen met kunstenaarsambities zijn!
Videos by VICE
Dat is natuurlijk allemaal leuk en aardig, en ik gun iedereen zijn eigen creatieve ontdekkingsreis, maar het aantal mensen dat daadwerkelijk kan eten van kunstenaar zijn is bijna op één hand te tellen. Ik hoop zelf dat ik op een dag genoeg geld verdien, want dan kan in een Quooker in mijn keuken installeren.
Nou zou dit probleem op te lossen zijn als de overheid de geldkranen voor de kunst weer eens een beetje meer zou open draaien, en als iedereen die ook maar een beetje geld verdient dat geld investeert in z’n persoonlijke kunstcollectie. Helaas is dat niet het geval, waardoor ik voorlopig niet anders kan dan hopen dat er minder mensen zouden bestaan met kunstenaarsambities. Daarom heb ik een lijst gemaakt van alles wat ik niet leuk vind aan het kunstenaarschap. Ik hoop hiermee zoveel mogelijk mensen af te schrikken, zodat ze hun kunstdromen in de versnipperaar stoppen, en ik alvast de mensen van Quooker kan bellen.
Hier de duistere kanten van het zijn van een kunstenaar:
De angst om barista te worden
Ik las een keer dat maar liefst 90 procent van alle afgestudeerden van een kunstacademie niet kan rondkomen, en uiteindelijk koffie gaat zetten om wat geld te verdienen. Ik vertelde iemand een keer dat ik de Rietveld Academie had gedaan, waarop het mens zei: ‘Oh, je bedoelt de Barista Academy?’ Ik stond met mijn bek vol tanden, en was niet in staat een scherpzinnige opmerking terug te kaatsen.
Verlangen naar een kantoorbaan
Sinds ik kunstenaar ben verlang ik dagelijks naar het hebben van een kantoorbaan. Ik heb het idee dat regelmatige werktijden, een mok met mijn naam erop en de mogelijkheid om over collega’s te roddelen bij het koffiezetapparaat de remedie is tegen al mijn psychische problemen. Tegelijkertijd denk ik dat ik geen enkele kantoorbaan tot een goed einde zou kunnen brengen.
Exposities
Veel mensen denken dat het hebben van een tentoonstelling het summum is van geluk, als je een kunstenaar bent. Ik geef toe dat tentoonstellingen inderdaad het einddoel zijn van je harde werk, maar de realiteit is dat mensen daar dan een hoop vervelende dingen over vinden. Bijvoorbeeld: “Heel interessant hoor, maar ik had het interessanter gevonden als je deze foto niet in de studio had gemaakt, maar de mensen in hun echte omgeving had gefotografeerd. En heb je er wel eens over nagedacht om in zwart-wit te gaan werken?” Het is een beetje alsof je een bakker bent en je steeds moet horen van je klanten: “Heel lekker hoor deze roomsoes, maar misschien moet je eens proberen om viergranenmeel te gebruiken. En is het niet een idee om ze onder een stolp te presenteren, in plaats van in zo’n wit bakje?”
Mensen die geen kunst van je kopen
Ook voel je je op zo’n opening regelmatig een soort speelbal van alle rijke mensen die er naartoe gaan. Nu heb ik in principe niks tegen rijke mensen – het zijn net echte mensen, heb ik gehoord – maar soms zeggen ze dan dingen tegen je als: “Dit is werkelijk waar een heel mooi kunstwerkje, misschien wel echt iets wat ik zou kopen. Hoeveel kost het?” Dan reken ik mezelf rijk en stel ik me voor hoe gelukkig ik me zal voelen als ik weer eens mijn huur heb kunnen betalen. Vervolgens gaat de rijke persoon verder: “Dat is een heel schappelijke prijs inderdaad. Misschien koop ik het ooit wel eens, maar ik zou er niet op rekenen hoor, er is zoveel mooie kunst in de wereld die ik wel zou willen hebben!’ En doei.
De druk om niet burgerlijk te zijn
Mensen verwachten automatisch dat je als kunstenaar een wild leven met drugs, seks en rock ‘n roll leidt, en het treurige is dat ik dat ook beetje van mezelf verwacht. Maar eigenlijk ben ik elke avond een vermoeide man die naar niets anders verlangt dan op bed liggen, met een lekkere Temazepam in mijn mond.
Tegelijkertijd kopen al mijn niet-kunstenaar vrienden huizen en kruipen ze elke avond voor de buis om een serie op Netflix te kijken. Maar als kunstenaar bestaat er natuurlijk niet zoiets als een leven na je werk, want helaas, je bent je werk! Stiekem verlang je naar Netflix, maar dat wordt verstoord door het opgejaagde gevoel dat je hebt. Van jezelf moet je namelijk netwerken op openingen, Duitse filosofie lezen, of onder invloed van LSD over straat zwalken, onder het mom van geestverruiming. Je bent immers een kunstenaar.
Nooit lekker achterover leunen
Stel je bent een Italiaanse broodjesbakker met de naam Mario. Je hebt een heel lekker broodje verzonnen dat je Broodje Mario noemt en dat blijkt een groot succes te zijn. Nou, dan kan je lekker de rest van je leven Broodje Mario’s verkopen die je door anderen laat maken, terwijl je zelf op een luxe cruise aan de Egyptische kust zit. Helaas werkt het niet zo met kunst. Zodra je een goed idee hebt en het is een succes, dan willen mensen gelijk zien wat je volgende stap gaat zijn. Als je volgende idee op je eerdere werk lijkt gaan mensen daar ongetwijfeld iets van vinden: “Oei, Jan is wel een beetje in herhaling gevallen.” Niet alleen vinden ze dit nieuwe idee kut, maar ook je oude, succesvolle idee mag volgens hen de prullenbak in.
Geen geld hebben
Eigenlijk vind ik over geld klagen als kunstenaar niet meer van deze tijd, maar het blijft helaas toch wel een dingetje. Ik snap dat ik niet mag klagen, want toen ik vijf jaar geleden afstudeerde had ik nooit durven dromen dat het zo goed zou gaan. Maar toch wringt het dat mensen me blijven complimenteren over mijn carrière in de kunsten, terwijl ik mijn vader niet eens durf te bellen om geld te lenen. Want het zou best fijn zijn om over te straat te kunnen lopen met sokken zonder gaten tot mijn kuiten.
Altijd jaloers zijn
Ten slotte nog een opmerking over succes. Ik was in de veronderstelling dat ik na een keer exposeren rustig zou kunnen sterven. Maar het vervelende van dit vak is dat je altijd meer wil. Zodra je een groepstentoonstelling hebt gehad, ben je jaloers op de kunstenaar met een solo-tentoonstelling. Zodra je een solo-tentoonstelling hebt gehad krijg je pijn in je buik omdat een andere kunstenaar, warempel eentje die later dan jij is afgestudeerd, een solo-expo heeft in New York. En zo blijft jaloezie als een hongerig monster knagen aan je leven, waardoor je altijd verlangt naar meer. Hoe goed het ook met je gaat. Maar misschien zegt dat meer over mijn verknipte persoonlijkheid dan over het kunstenaarsbestaan.
Mocht je dit artikel nou helemaal hebben gelezen, en nog steeds zin hebben in een carrière als kunstenaar, dan heet ik je meer dan welkom in deze bedroevende wereld. Succes ermee!