Sport

De Nederlandse amateurvoetballer die even als prof leefde in Turkije

​Foto's door de auteur.

In een Rotterdams café begint amateurvoetballer Mahmut Sönmez (29) ineens te juichen. “Yes, de training gaat vanavond niet door,” zegt hij. “Ik zag mezelf al door de sneeuw banjeren.” De aanvaller is weer terug op de Nederlandse amateurvelden, nadat hij afgelopen zomer als speler van Kozakken Boys een aanbieding kreeg van Kirsehir Belediyespor. Hij ging het avontuur aan en werd zo even profvoetballer op het derde niveau van Turkije.

Sönmez tekende een contract voor een jaar, maar zijn leven als profvoetballer in Turkije zou uiteindelijk maar drie maanden duren. In Rotterdam vertelt hij nu over gestoorde trainers in Turkije, en de ernstige thuissituatie die hem dwong om vliegensvlug terug te keren naar Nederland. Dit is zijn verhaal.

Videos by VICE


“Sinds mijn 22ste krijg ik jaarlijks aanbiedingen vanuit Turkije. Turkse zaakwaarnemers en clubs zoeken vaak in het Nederlandse amateurvoetbal naar Turkse spelers. Voetballers uit de Eredivisie zijn meestal te duur en jonge jongens uit de Keuken Kampioen Divisie willen meestal nog niet zo’n overstap maken. Dan komen ze vanzelf uit bij spelers uit de Tweede Divisie, zoals ik.

Ieder jaar hield ik de voorstellen uit Turkije af – ik kende de verhalen dat zelfs supersterren als Wesley en Sneijder en Didier Drogba hun geld niet op tijd kregen. Maar afgelopen zomer ben ik toch ingegaan op een voorstel. Ik moest het toch een keer proberen in mijn leven.”

Mahmut voor Kozakken Boys.
Mahmut voor Kozakken Boys. (Foto: Proshots)

“De club die me wilde hebben was Kirsehir Belediyespor. De trainer, Selahaddin Dincel, gaf aan dat hij me al jaren volgde op de amateurvelden. “Ik ben erg van je gecharmeerd,” zei hij. Ik hoefde van hem niet eens op proef mee te trainen of mee op trainingskamp: hij wist al genoeg. Na drie dagen te hebben rondgekeken in de stad en op de club was mijn gevoel goed. Het contract zag er lekker uit en nadat ik goed met mijn ouders had overlegd, heb ik er voor een jaar getekend.

Mijn ouders zijn uiteindelijk zelfs mee naar Turkije verhuisd. Mijn vader was toch al met pensioen, en het plaatsje waar zij oorspronkelijk vandaan komen ligt op een uurtje rijden van Kirsehir Belediyespor. Ik sliep met het grootste gedeelte van de selectie op de campus van de club. Dat was wel lekker, want zo betaalde ik nul huur en werd er drie keer per dag voor me gekookt. Ik deelde een kamer met één teamgenoot, terwijl anderen met drie op een kamer sliepen.”

“Het was allemaal prima geregeld op die campus, al was het leven wel heel eenzijdig. Ik deed niets anders dan opstaan, douchen, trainen, eten en slapen. De mensen van de technische staf waren ook een stuk strenger dan in Nederland. De spelers mochten bijna nooit van de campus af om iets leuks te gaan doen. Ze letten er heel erg op of ik wel genoeg rust pakte. Dat ging soms best wel ver. Mensen van de club liepen altijd de gangen na om te checken of de lichten op de kamers wel uit waren.

Ze controleerden zelfs via Whatsapp wie er tot laat online was geweest. Mijn trainer had ook een lokaaltje waarin hij zeven verschillende camerabeelden kon bekijken. Op die manier kon hij ‘s nachts de gangen in de gaten houden. Hij wilde niet dat we na middernacht nog naar andere kamers gingen. Als je om drie uur ‘s nachts naar een maatje op een andere kamer ging, dan was je er snel bij.

De trainer heeft mij nooit ergens op kunnen betrappen. Ik was hem namelijk altijd veel te slim af. Als ik na twaalf uur wilde chillen bij een andere kamer, dan gooide ik vaak een deken over me heen. Dan kon hij nooit bewijzen of mijn kamergenoot of ik ‘s nachts de hort op was geweest. En soms had ik zin in een pizzaatje, maar dat mocht natuurlijk ook niet. Dan maakte ik met de pizzakoerier een afspraak dat hij mijn pizza via mijn raam naar binnen zou gooien. Hij moest het dan naar twee hoog gooien, dus dat was nog best een kunst, maar het lukte meestal net.”

“In Turkije zijn trainers vaak emotioneel en knettergek. Voor een uitwedstrijd had onze trainer er van tevoren op gehamerd dat een buitenspeler van de tegenstander veel naar binnen zou komen. In de allerlaatste minuut kregen we precies op die manier een goal tegen, waardoor we gelijkspeelden. Daar was de trainer niet blij mee. We zouden diezelfde avond terugvliegen, maar op weg naar het vliegveld zei hij opeens: ‘Het vliegtuig is geannuleerd. Jullie gaan allemaal met de bus naar huis.’ Ik dacht dat hij een grap maakte en bij het vliegveld wel zou zijn afgekoeld, maar we hebben dat vliegveld nooit gezien. Hij liet ons twaalf uur in de bus zitten. Dan ben je echt gestoord.

Verder had ik het wel echt goed naar mijn zin in Turkije. Bij Kirsehir Belediyespor betaalden ze bijna altijd netjes. Soms waren ze net iets te laat, maar dat gaf niet. Voetballend ging het ook lekker. Het derde niveau van Turkije is wat mij betreft vergelijkbaar met de top van de Keuken Kampioen Divisie. Bij sommige wedstrijden zat er achtduizend man op de tribune. Dat was na mijn jaren als amateurvoetballer wel mooi om mee te maken. De fans waren gek op me, omdat ik regelmatig de trukendoos opengooide. Ze gingen uit hun dak als de tegenstander aan me ging hangen om de bal af te pakken.”

Mahmut.

“Mijn vader vond het leuk om bij mijn trainingen en wedstrijden te kijken. Helaas ging zijn gezondheid na een tijdje ineens weer hard achteruit. Een klein jaar geleden werd hij getroffen door een herseninfarct, en de fysieke klachten daarvan begonnen in Turkije weer op te spelen. Hij kon niet meer tweeënhalf uur in de bus zitten naar de club, omdat hij het dan veel te benauwd kreeg. Het werd voor hem lastiger om zijn dagelijkse dingen te doen, hij had steeds meer hulp nodig van mijn moeder.

Uiteindelijk hebben mijn ouders besloten terug naar Nederland te gaan. ‘Zou je ook niet terug willen?,’ vroeg mijn moeder. ‘Je gaat toch geen miljonair meer worden van het voetbal.’ Mijn contract bij Kirsehir Belediyespor liep nog zes maanden door, maar de thuissituatie was natuurlijk veel belangrijker dan voetbal. In de kamer van de voorzitter vertelde ik hem over mijn situatie, maar hij wilde me liever niet kwijt. Hij zag dat de fans gek op me waren, en de trainer wilde me ook behouden.

De voorzitter bood nog aan om vliegtickets voor me te boeken, zodat ik een week naar huis kon, maar in een week zou het niet ineens beter gaan met mijn vader. Ik zat niet meer met mijn hoofd in Turkije en wilde gewoon weg. De voorzitter kreeg begrip voor de situatie en werkte netjes mee. Binnen een paar dagen was alles geregeld voor mijn terugkeer naar Nederland. Ik ben de club daar dankbaar voor.”

Mahmut.

“Nu woon ik weer bij mijn ouders in Rotterdam, om ze fulltime te ondersteunen. Ik kleed mijn vader aan, scheer hem, en help hem met douchen en naar de wc te gaan. We wandelen veel samen en ik breng hem drie keer per week naar het ziekenhuis. Natuurlijk wil ik soms ook liever op mezelf wonen, maar deze man en vrouw hebben mij gemaakt tot wie ik nu ben. Daar heb ik zo veel respect voor.

Gelukkig kon ik in in Nederland wel snel weer aan de bak bij RVVH, een eersteklasser uit Ridderkerk. Ik neem mijn vader nu mee naar de wedstrijden – als het aan hem ligt komt hij zelfs bij de trainingen kijken. Zelfs met zijn rollator gaat hij nog steeds helemaal los na een lekkere dribbel van mij. Als hij iemand op de tribune hoort zeggen: ‘Zo, dat is een goede voetballer,’ dan fleurt hij helemaal op.

Op een profavontuur reken ik niet meer. Als mijn contract bij RVVH komende zomer afloopt, sta ik sta open om met iedere Nederlandse amateurclub te praten. Lekker voetballen is het belangrijkste. Het maakt me niet uit of dat nou op het vierde, vijfde of zesde niveau is. Ik weet nu in ieder geval hoe het is om als prof in Turkije te voetballen. Ik heb het toch maar mooi geprobeerd. Daar ben ik best trots op.”

Dit is een verhaal uit De Kantinedienst, de verhalenserie van VICE Sports over amateurvoetbal in Nederland. Zie hier alle verhalen uit deze serie.