Identiteit

Dit weekend werd op het Museumplein een vuist gevormd tegen anti-Aziatisch racisme

Demonstrant met Stop Asian Hate-bord

Waarschuwing: dit artikel bevat beschreven voorbeelden van racisme en geweld.

Afgelopen zaterdag vond er een protest plaats op het Museumplein in Amsterdam om een stem te vormen tegen anti-Aziatisch racisme en geweld. De demonstratie vond onder meer plaats in het kader van de wereldwijde actie ‘Stop Asian Hate’, die veel momentum kreeg door de terroristische aanslag in Atlanta waarbij een witte moordenaar onder meer zes Aziatische vrouwen doodschoot. In Nederland nam de 21-jarige student Lesley Hinyuen het initiatief om onder dit vaandel een demonstratie te organiseren. De student uit China woont sinds een half jaar in Nederland.

Videos by VICE

Meer dan driehonderd mensen verzamelden zich in Amsterdam en er werd weer eens keurig afstand gehouden. Op cynische steun van Hans Teeuwen na (hij liep langs de demonstratie om “I love Asians!” te scanderen, wat opmerkelijk weinig effect sorteerde) waren er geen ongeregeldheden. Ondanks de kou en de snijdende wind lieten demonstranten zich horen en sprak Martine Kamara voor VICE met ze over hoe zij het graag anders zouden zien in Nederland. 

Volgens de jonge mensen die er stonden is er nog heel veel te doen. Niemand die Martine sprak is niet voor ‘corona’ uitgescholden, iedereen had zwaarmoedige verhalen over intimidatie op straat, wat extra zorgwekkend is gezien de gebeurtenissen in de VS. De protestborden op het Museumplein riepen op om niet te discrimineren, fetisjeren of te stereotyperen. 

Op Instagram-accounts als Broodje Kaas met Sambal of Asian Raisins vind je veel schrijnende voorbeelden van hoe dat er in Nederland aan toegaat. Die laatste pagina voert al enkele maanden campagne met #iklachniet: een serie verhalen waarin mensen uit de Aziatische gemeenschap in Nederland ervaringen delen over de racistische opmerkingen die tegen ze gemaakt worden, die vervolgens weer afgedaan worden als een ‘grapje’. Kwetsende woorden als ‘ching chong’ en ‘sambalbij’ of leuzen als Hanky Panky worden spijtig genoeg nog dagelijks gehoord door Aziatische Nederlanders.

Martine Kamara sprak de aanwezige demonstranten en legde ze vast met hun protestborden. Lees en bekijk het hieronder.

DSC09955.jpg

Su Su (19) en Juliette (17)

Su Su: Ik krijg al mijn hele leven opmerkingen over hoe ik eruit zie. De ene keer gaat het over mijn spleetogen en de andere keer over mijn huidskleur – blijkbaar vinden mensen het grappig om dingen naar me te roepen. Tijdens de coronacrisis is het alleen maar erger geworden. Laatst liep ik naar mijn fiets en iemand bleef maar “corona-Chinees” naar me roepen. Ik wilde hem gewoon negeren, maar toen ik niet reageerde spuugde hij op me. En blijkbaar ben ik lang niet de enige wie dit is overkomen, heb ik vandaag bij dit protest geleerd. Mensen zeggen altijd dat ik het niet zo serieus moet nemen want “het is maar een grapje”. Ik heb er zelf nog nooit om gelachen.
Juliette: Su Su is mijn nichtje en ze hoort gewoon hier in Nederland. Er moet iets veranderen, het is heel erg wat er allemaal tegen haar wordt gezegd. Ik hoop dat meer mensen zichzelf gaan checken en actiever worden in het bestrijden van racisme.

DSC09946.jpg

Reiting (23)

Over de hele wereld zijn nu protesten tegen Aziatisch geweld, en ik wil hier onderdeel van uitmaken. De emmer is vol. Sinds het begin van de pandemie roepen mensen al “corona” naar me, steken ze middelvingers naar me op of hoesten ze expres op me. In het openbaar vervoer zingen mensen racistische liedjes naar me. Door het virus is er iets veranderd. Er was al racisme, maar het is het afgelopen jaar een stuk extremer geworden. Ik draag vandaag deze regenboogvlag, want ik wil laten zien dat ik hier sta als Aziaat, maar ook als lhbt’er. Als Aziaat ben ik een minderheid, maar ook als queer. Ik wil me vaker uitspreken en beter voor mezelf opkomen. Als we stil blijven, wordt het alleen maar erger.

DSC09942.jpg

Siwon (25)

Ik ben boos en bang. Ik voel me vaak onveilig. Dit protest leek me een gezonde manier om die gevoelens te uiten. Racisme neemt soms hele subtiele vormen aan. Zo vroeg laatst iemand me: “Hé, mag ik jou een racistische vraag stellen?” Daar gaat het al fout. Die persoon heeft dan misschien niet de intentie om me pijn te doen, maar zo komt het wel op me over. Het is net zo onprettig als wanneer iemand wél vervelende bedoelingen heeft. Racisme tegen Aziaten is bijna onzichtbaar. Het wordt vaak vergeten. In de afgelopen tien jaar is er bijvoorbeeld geen enkel onderzoek geweest naar racisme tegen Aziatische mensen. Dat is te lang. Dit probleem moet zichtbaar worden, want zo kan het niet langer. 

DSC09943.jpg

Isa (27)

Ik sta hier vandaag omdat ik de laatste tijd steeds meer lees over geweld tegen Aziatische mensen, maar ook voor mijn eigen ervaringen met discriminatie. Ik kom uit Singapore en ik ervaar veel racisme in Nederland. In de mildste vorm zijn dat huisgenoten die mijn eten raar vinden, maar ook op straat word ik nageroepen. Vreemden roepen “ching chong” naar me, of ze zeggen “konichiwa” of “ni hao” terwijl ik die talen niet eens spreek. Mensen geven me het gevoel alsof ik exotisch ben en hebben stereotypische ideeën over mij. Ze zien me niet als persoon. Toen ik mijn vrienden vertelde dat ik naar dit protest ging, waren ze verbaasd om te horen dat er geweld tegen Aziaten plaatsvindt. Ze wisten daar niets van. Ik hoop dat dit protest meer mensen bewust maakt van het racisme op deze wereld.

DSC09952.jpg

Jiayu (23)

Mijn bord zegt “Yellow fever is not flattering”, want Aziatische vrouwen horen geen fetisj te zijn. Het is al een paar keer gebeurd dat jongens op Tinder naar me stuurden dat ze ‘yellow fever’ hadden en dat ik het enige medicijn was. Of mannen die zeggen dat ze zichzelf niet in controle kunnen houden bij Aziatische vrouwen. Daarnaast heb ik ook racistisch geweld meegemaakt. Ik kwam samen met een vriendin terug van een club. De vrouw die achter ons in de bus zat noemde ons “ching chong” en trok aan ons haar. We zeiden dat ze moest stoppen, maar vervolgens begon ze tegen onze stoelen aan te trappen. Toen we bij onze bushalte uitstapten, volgde ze ons naar buiten en sloeg ze ons. Pas toen hielpen andere mensen ons. En dat is ook een probleem: we worden niet geholpen. Als dit soort dingen gebeuren, kunnen we met niemand praten. Ik wil een veilige plek waar we onze ervaringen kwijt kunnen en waar we serieus genomen worden.