Als een horecabaas je vertelt dat je een strak shirt aan moet omdat dat meer nadruk legt op je wulpse meloenen en daardoor meer fooi in het laatje brengt (dat is me echt overkomen: “bigger tits, bigger tips,” zei hij), is dat totaal niet oké. Wat wel oké is, is er in horecazaken waar geen regels zijn over uniform zelf voor kiezen om je lichaam in een strak shirt te hijsen, of juist in een klassieke broek met blouse.
Omdat elke horecamedewerker een totaal eigen idee heeft over welke outfit voor hem of haar werkt, portretteerden we bar- en vloerpersoneel uit Amsterdam met de outfit die volgens hen meer fooi oplevert.
Videos by VICE
Robin Dobson (21), bediening bij Rose’s Cantina
MUNCHIES: Wat trek jij aan om meer fooi te krijgen?
Robin: Op vrijdag- of zaterdagavond, als het drukker is en ik wil er beter uitzien en meer fooi verdienen, trek ik een leuk jurkje aan. Maar een strakke spijkerbroek en een shirt waarin mijn vormen goed uitkomen werkt het beste. Het ziet er flirty uit, maar ook weer niet te flirty.
Merkte je qua fooi verschil toen je deze outfit voor het eerst aan had?
Nee. Het gaat niet zozeer om de outfit, maar meer om de attitude die je ervan krijgt. Het kan zo simpel zijn als een leuke ketting of felrode lippenstift. Een van m’n vrouwelijke collega’s draagt het liefst een wijde spijkerbroek, mijn mannelijke collega in de bar een kleine tanktop waarin zijn spieren goed uitkomen. Ik voel me eerder sexy in een outfit zoals deze en loop daardoor vol zelfvertrouwen rond. Dat maakt dat gesprekken beter vlotten, wat weer voor meer fooi zorgt.
Wat voor outfit werkt volgens jou helemaal niet?
Vrouwen die teveel van hun tieten laten zien. Als je iets aantrekt wat te sexy is, krijg je ongewilde aandacht. Het is beter om tot het randje te gaan dan er over.
Ik denk ook dat jurkjes die ik draag niet overal kunnen. We zitten op de Reguliersdwarsstraat, waar veel gays komen die dat helemaal top vinden. Maar in andere restaurants? Ik weet het niet, vrouwen kunnen heel jaloers worden.
Heb je andere trucjes om meer fooi binnen te harken?
Het helpt om toeristen suggesties te geven over leuke dingen die ze die avond kunnen doen. Nederlanders geven meer fooi als je hele goede service levert en grapjes maakt.
Bert (36), eigenaar bij Caffènation
MUNCHIES: In wat voor outfit haal jij het meeste fooi op?
Bert: Ik laat graag een beetje vlees zien, dat helpt altijd. Zelfs in de winter draag ik korte broeken en dit bovenstuk is een klassieke Henley. Die knoopjes kunnen lekker open, zodat ik mijn tattoo kan teasen. Verder heb ik nog een paar grappige stukken van Bernard Wilhelm en Raf Simon in mijn kledingkast hangen die goed werken.
Ik denk niet dat de kleding rechtstreeks meer fooi opbrengt, maar sommige mensen die naar deze koffiebar komen zeggen wel: “We komen weer speciaal om te zien wat je aan hebt vandaag.” Mensen lijken er blij van te worden dat ik draag waar ik zelf zin in heb, in plaats van een uniformpje aandoen en er als een aap in een pak bij te lopen. Dat past bij de laagdrempeligheid van deze zaak. In een chique restaurant zou ik deze outfit niet adviseren.
Wat kan absoluut niet in de horeca?
Vrouwen met leggings. Of mannen met leggings. Ik zeg het tien keer per dag: een legging is geen broek. Hoe mooi je vormen ook zijn, het is absoluut stijlloos.
Heb je verder nog trucjes om meer fooi op te halen?
De beste truc is de bestelling van de klant letterlijk herhalen. Om te verifiëren natuurlijk, maar ook omdat je je zo op dezelfde hoogte plaatst als de klant. Onderzoek wijst uit dat de ober dan 25 procent meer fooi krijgt, en dat is echt zo!
Celine (25), eigenaar en barvrouw bij Koffie & Kater
MUNCHIES: Welke outfit werkt voor jou het best met oog op fooi?
Celine: Doordeweeks draag ik hele leuke tuinbroeken. Ik krijg er vaak complimenten over van meiden en ze vragen vaak waar ‘ie vandaan komt. Leuk contact met mensen werkt altijd heel goed voor de fooi.
In het weekend ga ik voor iets wat meer sexy. Als de muziek op vrijdag harder staat en iedereen wat meer drinkt, werken een strakke jeansbroek en dit licht doorschijnende topje beter. Ik heb best een slanke taille en dat komt hierin heel erg uit, en je ziet mijn bh er een klein beetje door zonder dat het vet ordinair wordt. Er is namelijk niet veel decolleté. Dat is ook praktisch: in de bar moet je kratjes tillen. Je moet je kunnen bukken zonder dat iedereen je deco kan inkijken. Zo’n inkijk is niet chill werken.
Welke kleding kan echt niet?
Een diepe decolleté en korte rokjes of jurkjes. Achter de bar is dat ordinair, opnieuw omdat je je voortdurend moet bukken. Teveel make-up kan ook afschrikken, en je kleding moet schoon zijn. Als ik in een horecazaak iemand zie in een slobbershirt denk ik: yo, iedereen die hier komt heeft z’n best gedaan om iets leuks aan te trekken, doe ook je best!
Hoeveel invloed heeft kleding daadwerkelijk op fooi, denk je?
Als je er superleuk uitziet maar chagrijnig achter de bar staat, maakt je outfit niets uit. Ik zie het dus eerder als een extraatje. Als je iets aan hebt waarin je je goed voelt, straal je dat uit. Ik zou me niet comfortabel voelen als ik op maandag in een sexy outfit koffie stond te serveren, maar weekendavonden zijn voor mij ook een beetje avonden uit. Dan voel ik me in deze kleding gewoon beter.
Tom (24), manager en barman bij Disco Dolly
MUNCHIES: Ha Tom, wat trek jij aan om meer fooi te krijgen?
Tom: Dat is meer iets voor meisjes. Ik ben zo’n jongen die een wit of zwart shirt aan heeft. Geen gekke prints. Gewoon, normaal. Bij meisjes werkt een laag topje sowieso heel goed. Er blijven genoeg mannen bestaan die denken dat ze door fooi te geven dat meisje in hun broekzak krijgen, maar dat is natuurlijk nooit zo. Ze zijn gewoon aan het werk!
In hoeverre heeft een outfit in de horeca invloed op de fooi, denk je?
Voor mannen denk ik niet. Behalve bij gays. Hier werken twee homo’s achter de bar en die dragen shirts met gaten erin. Zo krijgen ze van andere gays sneller fooi.
Zijn er ook outfits die een negatief effect hebben op de fooi?
Een agressieve tekst op je shirt of een bandshirt, of zo. Niet doen! Verder vind ik tanktops voor mannen ook niks. Die okselharen wapperen onsmakelijk alle kanten op.
Als je het niet van je kleding kunt hebben, wat doe je dan om meer fooi binnen te halen?
Ik merk dat als ik heel vriendelijk doe, ik oké fooi krijg maar als ik geërgerd reageer op dronken mensen en zeg dat ze normaal moeten doen, geven ze meer fooi. Om het soort van goed te maken.
Anna Beckers (25), bedrijfsleider bij Dum Dum Palace
MUNCHIES: Met welke outfit haal jij veel fooi op?
Anna: Ik hou heel erg van mijn blouseje met tijgerprint en Ajax-shirt. Beiden werken goed op een totaal andere manier.
Vertel.
Een tijgerprintje valt op en ik vind het heerlijk om te dragen. Ik combineer het met gouden kettingen en gouden oorringen. Dat wordt denk ik door veel mensen als trashy gezien, maar in plaats van me te ergeren aan die vooroordelen, maak ik er geintjes over. Bijvoorbeeld: mensen vragen me of ik iemand kan halen die hen uitleg kan geven over de wijn. Ik kan hen dan verbazen door er zelf bloedserieus alles over te vertellen. Mensen vinden dat erg gek en grappig, en zijn onder de indruk dat ik toch verstand heb van dingen. Dat werkt positief op de fooi.
Dit Ajax-shirt heb ik ook heel vaak aan. Ik krijg er altijd wel een opmerking over. Of iemand nu fan is of juist niet, je raakt in gesprek en dat is belangrijk. Dat gesprek heeft invloed op je fooi, veel meer dan de outfit zelf.
Wat voor outfits vind je te ver gaan?
Dat is afhankelijk van het bedrijf. Het algehele plaatje moet kloppen. Cocktailjurkjes kunnen in een mooie cocktailbar zoals Hidden In Plain Sight wel en op andere plekken niet. Bij Dum Dum kwam iemand van het personeel eens in een naveltruitje werken. Heel strak, met spaghettibandjes en de navel zichtbaar. Dat gaat te ver als je mensen eten moet brengen.
‘Alberto’ (30), bediening en bar bij Café Schiller
MUNCHIES: Vertel me over je lievelingsoutfit voor meer fooi.
Alberto: Ik draag altijd hetzelfde: een pak of zwart uniform. Niet speciaal om meer fooi te krijgen maar omdat ik het heel mooi en chique vind staan in de bediening. Mensen komen hier om een leuke, bijzondere tijd te hebben en het is onze taak om in te schatten hoe we daarvoor kunnen zorgen. Alle elementen van gastvrijheid moeten kloppen. Lekker eten en drank hebben we. Maar charme en uiterlijk spelen ook mee in die totaalbeleving.
Ik heb voor mezelf een horeca-alterego gecreëerd: ‘Alberto’ is niet mijn echte naam en 30 niet mijn echte leeftijd. Alberto viert elk jaar zijn dertigste verjaardag (je kan niet vroeg genoeg beginnen met liegen over je leeftijd), heeft altijd een paar knoopjes los en versiert z’n wenkbrauwen met glitters. In de horeca ben ik een soort parodie van mezelf, een halve latino. Mensen hebben daar plezier in.
Ik vind het zelf ook leuk als ik in een horecazaak zie dat iemand heeft nagedacht over de details van zijn of haar kleding.
Heb je andere trucjes om meer fooi binnen te halen?
God, ik ben nooit bezig met fooi. Als je je daarop focust, push je mensen de verkeerde kant op. Daarbij zijn mensen merkwaardig verschillend. Sommigen geven je met hartelijke liefde een cent, anderen met evenveel hartelijkheid vijf euro. Boos worden omdat je weinig fooi krijgt, betekent dat je ervan uitgaat dat er een standaardsysteem is om fooi te geven. Dat als je altijd hetzelfde doet, je altijd hetzelfde krijgt. Zo werkt het niet. Je kan mensen niet kwalijk nemen dat ze anders handelen.