Armand heeft nog genoeg om tegen te protesteren

Update (20 november 2015): Vandaag werd bekend dat Armand gisteravond op 69-jarige leeftijd is overleden in een ziekenhuis in Eindhoven. Hij was al geruime tijd ziek. Lees hieronder het interview dat we afgelopen zomer met de zanger hielden.

Herman George van Loenhout, beter bekend als hippiezanger en wietconnoisseur Armand, is bezig met een comeback. Voor Record Store Day nam hij samen met The Kik het nummer Snelle Jongens op, wat gaat over het snuiven van speed. Momenteel werken de muzikanten gezamenlijk aan een album. Dat is hard nodig ook, want Armand is misschien wel de belangrijkste protestzanger van ons land en met de studentenprotesten van de afgelopen tijd is het prettig om er iemand bij te hebben die de jaren zestig heeft meegemaakt, om de boel een beetje in perspectief te plaatsen.

Videos by VICE

VICE: Hey Armand! Soms lijkt het wel alsof we terug zijn in de jaren zestig, met al die studentenprotesten en mensen met baarden die op zoek zijn naar authenticiteit. Wat vind jij ervan? Zijn er nog meer overeenkomsten? Of dingen die hetzelfde zijn gebleven?
Armand: Nou, wat wij altijd repres­sieve tolerantie noemden is wel terug. Dat ze doen alsof ze het prima vinden, maar in werkelijkheid draaien ze je vrijheden elke keer een beetje verder terug. En verder zijn er wel een hoop dingen die niet waren gebeurd zon­der de hippies. Een mooi voorbeeld: een paar jaar geleden was er in een Amsterdams museum een tentoon­stelling van de schilder Hennie van der Vegt. Die had alle mensen geschil­derd die op Ruigoord iets gedaan hadden. Ik heb daar de boel geopend en opgetreden, en in een toespraak zei de directeur van het museum: “De invloed van de hippies wordt altijd onderschat, maar als de hippies er niet geweest waren, stond ik hier nu de boel niet aan te kondigen in een paars fluwelen pak.” Dat vond ik een heel mooi voorbeeld van dat het door de hippies allemaal inderdaad wat losser werd.

Je stond aan de wieg van de eerste jeugdcultuur.
In die tijd is het allemaal opengebroken, en dat is te danken aan de hippiebeweging. Kijk, er kwamen een heleboel dingen aan te pas. We hadden Hitweek bijvoorbeeld, de underground krant. En of je het nou gelooft of niet: daar werd je dus voor van school gestuurd, als je die in je tas had. En dat was dan zogenaamd omdat ze ‘simplisties’ in plaats van ‘simplistisch’ schreven, maar daar ging het helemaal niet om. De voorplaat van Hitweek was bijvoorbeeld een oude vent met een druipneus die een boek zat te lezen, en dan stond eromheen: ‘Krijg jij ook les van een idioot?’

Wat vind je van de jeugdcultuur van tegenwoordig?
Er is iets op gang hè? De tijd van de beatgeneration is terug. Lucky Fonz belde me op en zei: “We hebben een liedje van je opgenomen omdat het zo actueel is. Zou je mee willen zingen?” Toen vroeg ik: “Actueel? Welk nummer dan?” Zegt-ie: “Want er is niemand.” Ja, dat heb ik 47 jaar geleden geschreven, speciaal voor jullie. Iemand vroeg me hoe het komt dat die kids van vandaag mijn muziek oppikken. Maar ze gaan naar school, ze krijgen een contract voor drie jaar, moeten voor twintig jaar een hypotheek tekenen en ze weten niet of ze ooit nog pensioen krijgen, dus ja, ze staan met de rug tegen de muur. Het protest is terug.

Voel je je gevleid, dat jonge mensen als Lucky Fonz en The Kik muziek met je willen maken?
Ja, ik vind het te gek. Zij luisteren nog echt naar de muziek. Die ouderen, die hebben alleen maar herinneringen aan één liedje, omdat ze toen en toen die ene chick geneukt hebben. Die horen die tekst niet meer. De jeugd luistert nog echt.

Je zou ook kunnen zeggen: het feit dat die protestliedjes nog steeds actueel zijn, betekent ook dat er niet zoveel veranderd is, misschien.
Ja, het is leuk voor mij, en het is mooi kut voor de maatschappij. Het is in vijftig jaar niet zozeer niet veranderd, maar gewoon nog erger geworden! Ze zitten elkaar nog meer op de strot dan toen. Dus het is functioneel, dat heb ik altijd gezegd. Je moet blijven schoppen, anders denken ze dat ze alles kunnen maken. Zo zit het nou eenmaal in elkaar.

Je hebt het vaak over ‘ze’. Wie zijn dat eigenlijk?
De mensen die het bij het oude willen houden.

Oude mensen zijn vaak chagrijnig; wat kun je doen om zo goedgemutst te blijven?
Ik zie het im Großen und Ganzen. En het is een feit: er is nooit zo weinig oorlog geweest als nu. Dat is gewoon zo. Dus wat ze er allemaal omheen breien, dat moeten ze zelf weten, maar de waarheid ligt anders. Nieuws, dat bestaat niet, dat is alleen sensatie. Choqueren om te verkopen. Maar op hetzelfde moment wordt er ook ergens een accordeonclub opgericht. Snap je wat ik bedoel? Je moet het positief bekijken.

Waarom noemen mensen je eigenlijk een protestzanger?
Dat is van de beat generation, en ja, ik vind het ook wel belangrijk. De hippies worden altijd neergezet als gasten die ‘fuck you’ zeiden en alleen maar blowden. Maar dat is niet waar. Het zijn geëngageerde mensen. Je moet af en toe je vinger op de zere plek leggen. Op de lp die we nu gemaakt hebben staan ook een paar protestsongs, waar… nou ja, maak je borst maar nat.

Ja?
Ik heb bijvoorbeeld een nummer gecoverd van David Rovics, een Amerikaanse protestzanger. En over hem ging het grapje: “David Rovics is the man George Bush wants the most in Guantanamo Bay.” Dus je voelt hem al aankomen zeker. Anarchist tot in de kist. Die Rovics heeft een lied geschreven, dat The Commons heet. Ik heb dat vertaald naar Het Gemeengoed, en het gaat over de privatisering. Ze zijn ons aan het fucken, weet je. Al die dingen die van ‘het publiek’ zijn, ziekenhuizen of spoorwegen, dat hebben onze voorouders allemaal bij elkaar verdiend. Tot er een clubje kwam, dat zei “Oh, leuk dat geld! Kom, we gaan er wat mee doen!” Maar dat was niet van hen.

En dat is iets… dat kan niet. Daar hebben jouw en mijn voorouders voor kromgelegen. Ben je nou besodemieterd om daar Russische roulette mee te gaan spelen? Dat is misdadig.

Je windt je erover op.
Ja, maar als het te erg wordt, dan rook ik gewoon een blow. Ja hoor. Je moet je kalmte niet laten aantasten. Het allerbelangrijkste is: if you don’t have fun, they’ve already won. Je moet het met humor tegemoet treden.

Toch moet het wel frustrerend zijn: altijd maar het gevoel hebben dat er iets is waar je tegen moet protesteren.
Ja, maar het ligt ook aan welke drugs je gebruikt. Dat merk ik wel als ik een paar bakken koffie op heb, dan denk ik: shit, godverdomme, weet je wel? Mijn vrienden Hans Plomp en Gerben Hellinga, die hebben het boek Uit Je Bol geschreven. Daar staat dat in hoor! Koffie kan intense haatgevoelens triggeren. Dat heb ik echt! Cool down, man.

Ik ken wel mensen die boos zijn als ze ‘s ochtends geen koffie krijgen.
Koffie moet je mee uitkijken. You are wat you eat. Dat moet je nooit vergeten.

Wat eet je dan zoal?
Ik probeer wel een beetje gezond te eten. Als ik veel zout heb gegeten, dan kan ik niet slapen. En suiker, dat raak ik al helemaal niet aan. Dat is vergif. Net als met koffie: je moet dingen doseren.

Ik zag dat je al tot volgend jaar zowat zit volgeboekt met optredens. Waar kijk je speciaal naar uit, of heb je het allemaal wel een beetje gezien inmiddels?
Nee, nou, vorige week was het Record Store Day. We hadden optredens in Amsterdam, Gouda en Bergen op Zoom. En in Bergen op Zoom heb ik vorige week zaterdag gespeeld, op een Woodstockfestival. De dag erna speelde ik in café De Klomp in Etten Leur, voor de 35e keer.

Is dat dan nog leuk?
Ja joh! Ik ken iedereen in de tent. Dat is zo vet. En dan is er altijd een vaste club uit België, want in Nederland kan je blowen, dus dat is een feest. Dan word ik altijd bij de Belgische scene betrokken. Ik heb leren blowen van de tekstschrijver van Ferre Grignard. Dat was een Belg die zong: “Ring, ring, I’ve got to sing” en “What shall we do with the drunken sailor”. En zijn tekstschrijver heeft me dus uit de droom geholpen dat – kijk, ik was een zware astmapatiënt, en ja…

[Zijn telefoon gaat. Armand voert een zakelijk gesprek op zijn iPhone.]

Waar was ik? O ja. Ik was een zware astmapatiënt; ze gaven me nog geen twintig jaar. Op mijn negentiende ontmoette ik de tekstschrijver van Ferre Grignard, en die zei: “As ge ‘t benauwd het, dan komde naar Antwerpe en dan smoorde wa Congogras en dan ist voorbaai.” Ik geloofde dat niet, tot ik op een dag iieehhhhnnggggggg [Armand doet het geluid van astma na]. Want je weet dat astmalijers de vrolijkste mensen van de wereld zijn, he? Ja, die worden fluitend wakker en ze gaan gierend naar bed.

Hahaha!
Ik zat ramdicht. Dus ik ging naar de Muze in Antwerpen – in de tijd van de beatniks was dat – en we gingen een eindje lopen en een pijpje roken. Dat roken deed natuurlijk vreselijk zeer, maar toen begon ik uit te ademen en toen zei hij: “Wat denkte gij, dat die medicijnmannen in de Congo zot zijn?” En ja, hij is al lang dood, en Ferre is er ook niet meer. Maar dankzij hen zit ik hier nog. Ik vind het trouwens wel altijd lullig om te zeggen dat het medicatie is, want het is ook gewoon erg lekker.

Ik had eigenlijk willen vragen wat je denkt dat je nu zou doen als je nooit was begonnen met blowen, maar dan was je dus misschien wel dood geweest.
O nee, dan was ik er niet meer. Of ik was een terrorist geworden. Ja, want ik ben een ram he. Mijn planeet is Mars. Oorlog. Bel me nooit voor ik mijn eerste joint op heb.

Waar zou je als terrorist dan tegen strijden, denk je?
Wat dan ook, maakt me niet uit. We gaan naar het kamp. Ik koop een uzi. Ik denk dat nu ook weleens, als ik stoned ben, maar dan denk ik daarna: ach, ik bouw er nog één. Dat is het lullige, ik ben een ram. Dat is typisch joh, die kan iets opbouwen in vijf jaar, om het vervolgens in vijf minuten kapot te slaan en tien minuten later weer te denken: wat ben ik toch een lul. En dat kan ik allemaal onderdrukken door een jointje.

Ik wilde ook nog vragen of je een beetje bij de tijd bent gebleven qua gadgets, maar toen ging je even bellen met je iPhone.
Ja, ik heb een iPhone, een iPad en een Mac mini. Als je je toch realiseert dat toen ik begon we nog helemaal geen telefoon hadden in huis. Dan kreeg je een kaartje, dat heette een telefoonoproepbericht, en dan moest je naar het postkantoor om te bellen. Het was wel lekker rustig toen.

Dit artikel verscheen eerder in onze Festival Guide.