Voor de Bengalese kalender was 15 april het begin van het nieuwe jaar: 1420. Maar door een groeiende golf van gewelddadige confrontaties en politieke onenigheid lijkt het erop dat het land langzaam terugglijdt naar de middeleeuwen van onze kalender.
Op 6 april overspoelden duizenden mannen en jongens de bloedhete straten van de hoofdstad Dhaka, en riepen ze op tot het ophangen van atheïsten. De aanleiding van deze massale mobilisatie van moslim-activisten was een handjevol atheïstische bloggers, die volgens de demonstranten de islam zo hadden beledigd dat ze het verdienden om opgehangen te worden.
Videos by VICE
“Er is in dit land geen plek voor atheïsten,” was één van de vriendelijkere uitspraken die ik hoorde van de Hefazet Islami-aanhangers, een soennitische groep uit Chittagong, de op één na grootste stad in Bangladesh.
De islamitische demonstranten hadden een lijst opgesteld van 84 bloggers waarvan ze eisten dat ze gearresteerd of opgehangen zouden worden. In februari werd de atheïstische blogger Rajib doodgestoken, een maand nadat blogger Asif Mohiuddin bijna vermoord werd vanwege z’n overtuigingen.
Er zijn maar zo’n zes miljoen internetgebruikers in het land, dat in totaal 160 miljoen inwoners telt. De kans is dus groot dat de meerderheid van de verzamelde demonstranten nooit de betreffende blogs gelezen had. De woede tegen de atheïstische bloggers leek dan ook vooral een vorm van politiek opportunisme te zijn, in de aanloop naar de landelijke verkiezingen die volgend jaar zullen plaatsvinden.
De grootste oppositiepartij in Bangladesh, de Bangladesh Nationalistische Partij (BNP), steunde de mars als vorm van protest tegen de heersende regering, die zichzelf omschrijft als seculair.
Een kritische houding ten opzichte van religie is niets nieuws, en bestaat online al jaren in Bangladesh. In hun blogs zeggen Asif en zijn medebloggers expliciet dat ze niet anti-religie zijn. Maar angst voor blasfemie en de groeiende invloed van westerse normen en waarden heeft ervoor gezorgd dat de Bengalezen prikkelbaar zijn, wat precies is waar de oppositiepartij gebruik van hoopt te maken.
In dit land met te weinig computers en te veel analfabeten, kwam de mars voort uit iets veel groters dan bloggen alleen. De bloggers waren verantwoordelijk voor het mobiliseren van een beweging van jonge Bengaalse demonstranten, die de Shabagh worden genoemd. Vorige maand werd een islamitische oorlogscrimineel tot levenslang veroordeeld voor een aantal brute moorden, verkrachtingen en martelingen, die plaatsvonden tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van 1971, toen het land zich losscheurde van Pakistan.
De Shabagh-demonstranten vonden de straf te laag, omdat Abdul Qadar Mollag schuldig was bevonden aan de dood van meer dan dertig mensen, en een levenslange straf in de gevangenis voor een machtige politicus niet eens zo heel erg zwaar hoeft te zijn.
De heersende regering, die geleid wordt door minister-premier Sheik Hasina, zit tussen de twee groepen in. Aan de ene kant probeert de regering de islamieten te sussen, maar aan de andere kant weten ze dat de extreemrechtse bewegingen nooit de zogenaamd seculiere positie van de regering zullen omarmen.
Dit is hoe politiek werkt in een democratie zonder overheidsinstellingen. Elitegroepen mobiliseren hun achterban om het vuile werk voor ze op te knappen en de macht voor ze te grijpen.
De conservatieve islamitische groepen die voor de mars met bussen vanuit madrassas naar de hoofdstad werden gebracht zijn hier een voorbeeld van. Feodale stamtradities houden de regering in hun greep, en daar hebben gewone instellingen als het onderwijs onder te lijden. Hierdoor kunnen privé-instellingen, zoals religieuze scholen, deze plek innemen en gebruikt worden om een specifieke groep te versterken.
Hierdoor is de overheid extreem gevoelig voor de tirannie van de massa. Als er verkiezingen in zicht zijn, zorgt de angst dat de regering z’n macht zal verliezen ervoor dat deze buigt voor degene die de meeste mensen op de been kan krijgen. De oppositie ziet de islam nu als een mooie banner waaronder ze zich kunnen verenigen tegen een gezamenlijke vijand: de atheïstische bloggers.
En zo worden mythes geboren. Het atheïsme van de bloggers wordt overdreven tot sensationele proporties, en pro-oppositiekranten berichten over ze in opgeklopte termen. Soms is het nieuws dat ze brengen bizar: zo circuleerden een paar islamieten het bericht dat het gezicht van een predikant op de maan verscheen. Eh.
De onophoudelijke jacht naar macht maakt het makkelijker voor de islamieten om hun invloed uit te oefenen op de politiek. Liberalen waren geschokt na de Hefazet Islami-mars, omdat één van de eisen die de demonstranten stelden was dat vrouwen en mannen niet meer in het openbaar met elkaar mochten mengen. Er waren weinig vrouwen bij het protest, en een vrouwelijke journalist die verslag deed van de mars werd aangevallen. Of zoals een aanhanger van de extremistische islamitische partij Jamaat-e-Islami het opsomde: “Ik wil een eerlijke vrouw die graag een burka draagt.”
(Foto’s door Joseph Allchin)