FYI.

This story is over 5 years old.

Kunst

Ik stapte in een gedicht, handsfree en in virtual reality

'Als we in woorden voelen' is een getekende wereld waarin je middenin poëzie kunt stappen.
Bovenste foto: still uit Zonder Handen

Kunst kijken is leuker en makkelijker dan je denkt. Tijdens de Nationale Museumweek is er op Creators extra veel aandacht voor kunst die je – je raadt het al – in het museum kan bekijken. Er zijn werkelijk o-ver-al musea waar veel leuks te beleven is. Je hebt echt geen reden meer om je reet niet linea recta naar het museum te bewegen.

Onderweg van Den Haag Centraal naar het Literatuurmuseum springen de woorden van koningin Juliana in het oog. "Wie ben ik dat ik dit doen mag?", staat er in glimmende letters op een spoorbrug. Ik vind het een grappige zin voor een koningin. Ze zal met die uitspraak waarschijnlijk niet gedoeld hebben op het lintjesknippen, maar de precieze context ken ik niet. Toch maakt dat het juist leuk om erover na te denken. Of het over Juliana gaat, een uitspraak die ze ooit deed of dat ik me met de tekst kan identificeren maakt niet uit. Dat bepaal ik zelf. Daarom hou ik van straatpoëzie. Ik word even van straat geplukt om vervolgens in gedachten weer verder te dwalen van de menigte.

Advertentie

Beeld: Koninklijke Bibliotheek

Terwijl ik het Letterkundig Museum zoek naar de installatie Als we in woorden voelen, heb ik daar meer moeite mee. Ik struikel bijna over de papa's, mama's en hun entourage van kinderen en buggy's. Om toch te ontsnappen, duik ik meteen in de VR-installatie. Dit kunstwerk met tekeningen van Demian Albers is gebouwd om het gedicht Zonder Handen van Micha Hamel. In tegenstelling tot poëzie in de openbare ruimte – zoals die oneliner van Juliana – is dit een ervaring die alleen ik op dat moment kan zien en horen. Dat maakt het interessant: poëzie is meestal een wereld waarbij de schrijver zijn gedachten met jou deelt, en dat kan heel intiem zijn, of grappig, of je raken tot op het bot. Maar het is heel passief.

In plaats van het simpelweg lezen van een gedicht, is deze VR-ervaring een nieuwe, interessante vorm. Ik heb geen bundel vast, waarin ik een gedicht lees. Ik zit er juist middenin, ik ben er onderdeel van. Als ik in de virtuele wereld naar beneden kijk, zie ik een getekende versie van mijn handen, romp en voeten. Ik bevind me in een getekende ruimte, met getekende meubels en ramen. Een vrouwenstem deelt haar filosofische overdenkingen: "Ben je je gedachten?"

Still uit Zonder Handen

Net zoals het stukje straatpoëzie op weg naar het museum, blijft die ene zin langer hangen dan de rest. De woorden volgen elkaar snel op, net als de beelden. Als het tempo van woorden en beelden symbool zouden staan razend verkeer, zou ik nu omver zijn gereden door een vrachtwagen. Daarna wordt de wereld om mij heen rustiger. Het gedicht eindigt met:

Advertentie

Het is niet ingewikkeld
als we in woorden voelen
noemen we het gedachten

En als we zonder woorden voelen
heet het een gevoel

Zowel de ruimte als mijn getekende lichaam vallen langzaam weg. Mijn lichaam en de ruimte zijn niet meer. Er is alleen lucht.

Deze installatie is de eerste in zijn vorm. De filosofische en bijna existentiële vragen die het gedicht stelt, vallen samen met wat je ziet. Je bent, maar tegelijkertijd ben je ook niet. Het is allemaal virtueel.

Ik zou het tof vinden als dit soort installaties ook te zien zouden zijn de openbare ruimte, als een nieuwe vorm van straatpoëzie. Juist daar wil je even wegdromen van de drukte en filosoferen in het nu. De schrijver van het werk vindt dan ook dat "de kaders van de pagina van het boek nooit een beperking van artistieke fantasie mogen zijn". De kunstenaar vult daarop aan: "Het is een inspirerende tijd, als kunstenaar moet je niet stil staan door vast te houden aan bestaande waarden, maar je werk juist ontwikkelen om in contact te blijven met de volgende generatie gebruikers."

Als we in woorden voelen is nog te ervaren tot 28 mei in het Literatuurmuseum in Den Haag.