Ik zeilde door de plasticsoep in de Stille Oceaan en ontdekte dat we er nog slechter voor staan dan je zou denken

FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Ik zeilde door de plasticsoep in de Stille Oceaan en ontdekte dat we er nog slechter voor staan dan je zou denken

Het is half zes ‘s ochtends, de lucht is pikkedonker en op het moment dat ik het roer overneem, zie ik een prachtige sterrenhemel boven me. Ik ben in de stuurhut van een 64-jarige Deense stalen zeilboot, met de naam S/Y Christianshavn.

Het is half zes 's ochtends, de lucht is pikkedonker en op het moment dat ik het roer overneem, zie ik een prachtige sterrenhemel boven me. Ik ben in de stuurhut van een 64-jarige Deense stalen zeilboot, met de naam S/Y Christianshavn.

Slechts een deel van het roer werkt nog – de helft is afgelopen nacht gebarsten, waardoor sturen moeilijker is geworden – en we geen motor omdat er een touw vast kwam te zitten in de propellor. Dit alles gebeurde slechts een paar dagen nadat we begonnen met de expeditie. Mijn zeilpartner Rasmus Hytting, zeeman en botenbouwer uit Kopenhagen, vertelt me dat ik het roer recht moet houden terwijl hij de mast in klimt om een zeil te vervangen dat is gescheurd door de zware wind. Onze kapitein, Torsten Geertz, loopt slaperig het dek op om hem te helpen.

Advertentie

Terwijl ik het roer onder controle probeer te houden met twee handen, kijk ik naar de horizon en verbaas ik me over het feit dat onze boot, de Christianshavn, al meer dan drieduizend kilometer op windkracht over de Stille Oceaan heeft gevaren. Nog minder dan 75 kilometer te gaan tot we aankomen op onze bestemming, Honolulu. Ons team van negen mensen deed er 23 dagen over om het stuk vanaf Los Angeles te zeilen. In die tijd zagen we een aantal vogels, een handjevol walvissen, tientallen dolfijnen, 22 zonsopgangen, 22 zonsondergangen, af en toe een passerend schip, en heel, heel erg veel plastic.

Plastic Change-vrijwilliger en wetenschapper Malene Møhl haalt een wirwar aan afgedankt vistuig, dat in het water lag, binnen. Beeld: Erica Cirino

De Stille Oceaan ligt vol met plastic, en is de thuisbasis van een van de bekendste vervuilinghotspots ter wereld, ook wel bekend als de plasticsoep. In het gebied tussen Californië en Hawaï drijft plastic afval mee met de oceaanstroming, of wervelwinden.

Ik werd uitgenodigd om mee te gaan met de Christianshaven door Plastic Change, een Deense non-profit die vecht tegen de vervuiling, om de groep eens aan het werk te zien. (Plastic Change nodigde ook de Amerikaanse artiest Chris Jordan uit, die bekend is van zijn foto's van met plastic gevulde albatrossen.)

Henrik Beha Pedersen, een milieubioloog en mede-eigenaar van Christianshavn, richtte Plastic Change zo'n drie jaar geleden op en probeert wetenschappelijke data te verzamelen over het plastic in de oceaan. De focus ligt hierbij niet op de grote stukken afval die we elk kwartier langs het schip zien drijven – een verlaten plastic visboei, een gekarteld stuk van een oranje wasmand, een wirwar van kleurrijke nylon touwen en visnetten. De focus van Plastic Change ligt op de kleine witte stukjes die op het oceaanoppervlak samenkomen in grote bobbels, plastic deeltjes van maximaal vijf millimeter; ook wel microplastic wordt genoemd.

Advertentie

Microplastic is klein, met soms zelfs stukjes die te klein zijn voor het blote oog. Omdat ze zo klein zijn, wordt microplastic per ongeluk opgegeten door kleine oceaandiertjes van zoöplankton tot vissenlarven, waardoor het omhoog klimt in de voedselketen. Grotere stukken plastic vormen ook een bedreiging voor zeedieren, zoals zeeschildpadden, die plastic tasjes vaak verwarren met kwallen, en zeevogels zoals de albatros, waarbij vaak aanstekers en speelgoed in de maag wordt gevonden.

Naast verstikkingsgevaar, vergiftigd plastic de dieren die het eten. Wetenschappers zeggen dat deze vergiftiging een groot probleem aan het worden is door de plastic vervuiling.

"Het grote probleem is dat microplastic werkt als een spons die chemicaliën opzuigt," vertelt Kristian Syberg, een hoogleraar milieurisico aan de Roskilde Universiteit in Denemarken, aan mij als we in de stuurhut zitten. "Door de vorm en de chemie kan het makkelijk gifstoffen opnemen."

Microplastic kan dus goed gifstoffen opnemen – vooral "persistente organische verontreinigende stoffen" zoals PCBs en pesticiden die traag afbreken in de natuur. Hoe smaller de microplastic deeltjes worden, des te meer oppervlak ze winnen, en daarmee worden ze ook meer absorberend. Microplastic breekt nooit helemaal af: in plaats daarvan breken het zonlicht en de oceaangolven ze tot nog kleinere, nog giftigere stukjes.

"Deze gifstoffen zijn lipofiel, oftewel ze houden van vet. Zodra ze in een levend wezen terechtkomen – of het nou een schildpad, walvis of mens is – worden ze opgeslagen in de vetcellen," zegt Syberg. "Als ze eenmaal in de voedselketen zitten, zijn de gifstoffen moeilijk weg te halen. Vaak worden deze chemicaliën doorgegeven van generatie op generatie, van moeders naar hun jongen."

Advertentie

Van links naar rechts: Plastic Change-oprichter Henrik Beha Pedersen, Malene Møhl en Kristian Syberg sorteren plastic stukjes uit het water. Beeld: Erica Cirino

Pedersen begon met een tweejarige zeilreis met de naam "Expedition Plastic" om de aard van microplastic in het water te kwantificeren. In 2015 voltooide Plastic Change de eerste twee delen van de expeditie, door te vissen in de Caribische en Middellandse zee – twee andere plekken waar veel plastic is te vinden. Het schip ging door het Panamakanaal en zeilde toen van Columbia, via de Galapagos Eilanden, naar Los Angeles. De reis over de Grote Oceaan is het laatste stuk van de expeditie.

Toen Pedersen zijn organisatie oprichtte, realiseerde hij zich dat hij een veelzijdige aanpak nodig had om de plastic vervuiling aan te pakken. Als een opgeleide bioloog, zegt hij zich te realiseren hoe belangrijk het is om de omvang van het probleem te leren begrijpen met wetenschap. Vandaar al het vissen en monsters nemen uit het water. De data die zijn organisatie verzamelt wordt gedeeld met het non-profit 5 Gyres Instituut, dat een online oceaanmodel zal maken waar de vervuiling van de Grote Oceaan en andere plastic hotspots te zien is.

"Hoe meer data en documentatie, hoe beter," zegt Pedersen. "Ik hoop grote rederijen zoals het Deense Maersk te overtuigen om systematisch hun koelwater te testen op microplastic en die data met ons te delen."

Advertentie

Op de Pacifische expeditie verzamelde Pederson monsters van microplastic uit het oppervlak van de oceaan en de twintig meter daaronder. Hij doorzocht ook monsters uit een diepte van nul, vijftig, honderd, honderdvijftig en tweehonderd meter, om beter te begrijpen waar het plastic zich ophoopt: of het alleen rond het oppervlak gebeurt of dieper in het water. Tenminste drie van elk type monster werd verzameld. Deze informatie kan de nauwkeurigheid van actuele en voorgaande onderzoeken, die het oceaanplastic kwantificeren, vaststellen. Veel van deze onderzoeken richtten zich namelijk vooral op het plastic aan het oppervlak.

Pederson zegt dat het belangrijk is om wetenschap op zo'n manier over te brengen dat mensen het begrijpen. Dus hij werkt samen met onafhankelijke artiesten en schrijvers om het werk van zijn groep vast te leggen. Door de data en documentatie te gebruiken, hoopt Pedersen het publiek te overtuigen.

Een geschoold publiek kan betere beslissingen maken met betrekking tot het kopen van producten die niet van plastic zijn, het niet gebruiken van plastic producten en anti-plastic wetgeving steunen zoals een verbod op plastic tasjes en schuimplastic. Slimme beleidsmakers kunnen wetten maken die de productie en het gebruik van plastic terugdringen. En slimme bedrijven kunnen beter innoveren, en nieuwe plastic-vrije producten ontwerpen.

Het recente verbod op plastic microbolletjes – microplastic dat vaak te vinden is in tandpasta, zeep en bodyscrubs, dat ook veel in de oceaan te vinden is – in een aantal landen, is een voorbeeld van de invloed die onderwijs kan hebben op alle takken. Beleidsmakers maken een wet, het publiek ondersteunt deze, en de industrie komt met plasticvrije alternatieven.

Advertentie

En toch zal het een moeilijke, misschien zelfs onmogelijke, klus worden om deze ramp te stoppen. Zelfs als iedereen zich bewust is van de problemen en stopt met het dagelijks gebruiken van plastic producten. We hebben het over iets wat al decennia lang is opgebouwd.

"In de oceaan worden de plastic deeltjes steeds kleiner," zegt Pedersen. "Dus zelfs als we de vervuiling vandaag stoppen, is het effect hiervan nog steeds een groeiend probleem."

Een stapel plastic dingen die het team van Plastic Change uit de zee haalde, waaronder de verpakking van schuimplastic, een groene knijpfles en een roze stoffer. Beeld: Erica Cirino

Ongeveer acht miljoen ton plastic komt jaarlijks in de oceaan terecht. Wetenschappers voorspellen dat tegen 2050 de hoeveelheid plastic meer zal wegen dan alle vissen. Pedersen is vastberaden om ervoor te zorgen dat dit niet gebeurt.

Toen na vijf dagen varen de motor uitviel, riep Pedersen de crew naar de stuurhut. Daar legde Geertz de implicaties uit van zeilen op windkracht: "Het zal een tijdje duren om bij Hawaï te komen. We zullen een andere route moeten volgen dan gepland. Als iemand overboord valt, zal het lastig zijn om hem er weer uit te krijgen. Vooral in ruige wateren. Als iemand zich ongemakkelijk voelt, is dit het moment om iets te zeggen. We kunnen nu nog terug naar Los Angeles."

De crew besloot unaniem om verder te zeilen. Dus dat deden we, door de plasticsoep.

Advertentie

Thuis in New York ben ik gewend om plastic aan de kustlijn te zien, of langs de kant van de weg, als ik in mijn auto zit of de hond uitlaat. Maar het was bizar om plastic te zien in het midden van de oceaan, meer dan vijftienhonderd kilometer van de kust.

Op het schip werd ik geacht om, net als de andere crewleden, acht uur per dag aan dek te werken, verdeeld over twee diensten van vier uur – een 's nachts en een overdag. Elke vierde dag heb ik kookdienst en ben ik verantwoordelijk voor de maaltijden van negen matrozen en het aan kant houden van het schip. Als het kan, pak ik tussendoor wat slaap in mijn bed.

Om plastic te verzamelen voor het onderzoek, werken Syberg en Malene Møhl, met twee soorten sleepnetten en waterverzamelaars. Het mantasleepnet, dat over het water glijdt, valt het meeste op. Na zich ervan verzekerd te hebben dat het net stevig vastzit aan de spinnakerboom aan stuurboord, gooien Syberg, Møhl en Geertz het net in het water terwijl ze aftellen van drie naar nul. Dan instrueren ze Hytting, die aan het roer staat, om het schip langzaam te laten varen met een snelheid van twee knopen.

Henrik Beha Pedersen kijkt toe terwijl het sleepnet van zijn team onder het wateroppervlak zakt. Beeld: Erica Cirino

Na vier uur haakt Syberg een gaffel achter het net en Geertz helpt hem het net aan boord te trekken. Geertz houdt het zeer fijne gaas van het net omhoog voor inspectie. Zichtbaar door het het drijfnatte net zijn kleine kralen, tussen blauwe, groene en oranje vlokken.    
"Het zit vol met plastic en niets anders," zei Syberg met een sarcastische lach. "Welkom in de plasticsoep!"

Advertentie

Ze herhalen het proces steeds tijdens de trip, en sorteren de stukjes plastic naar grote aan boord van het schip. Op zee verzamelt het team monsters van plastic, vis, water en zeewier die worden teruggestuurd naar Sybergs lab in Denemarken zodra ze Honolulu bereiken. In het lab zal Syberg het plastic sorteren op kleur, vorm en gewicht om te helpen bepalen waar het plastic vandaan komt. Dan tellen ze de microplasticdeeltjes en maken ze gebruik van GPS-coördinaten om de kilometers te berekenen die het net heeft afgeroomd om zo de hoeveelheid plastic in te schatten die in de oceaan drijft. Later zal Syberg chemicaliën gebruiken om het plastic te analyseren, en water en biologische proefjes om hun toxiciteit te testen.
 
Hoe meer data Syberg kan leveren aan Plastic Change, hoe beter de kansen van de organisatie zijn om de aandeelhouders ervan te overtuigen dat het probleem van oceaanvervuiling nu moet worden geadresseerd.

John Hopkins University-wetenschapper Peter Andersen kookt mahi-mahisoep in de kombuis. Beeld: Erica Cirino

Op dag 22 sta ik in de kombuis te ontbijten met de andere crewleden, als er opeens een hard gekraak klinkt . Het ziekmakende geluid van een aantal belangrijke mechanische delen die kapot gaan gooit het schip uit balans. Borden vliegen tegen de grond, ik vlieg tegen de muur en de (godzijdank) lauwwarme metalen theeketel vliegt van het fornuis tegen mijn dijbeen. Dit kan niet goed zijn.

Advertentie

Het was inderdaad niet goed. Mijn zeilpartner Hytting kruipt onder het achtersteven en komt terug met een vettig metalen onderdeel. "Dit is deel van het stuur," zegt hij onverschillig terwijl hij zijn voorhoofd met zijn voorarm afveegt. "Het is kapot."

Het oude schip, zo lijkt het, is flink gehavend door de ruige zee. Sturen is een vrij essentieel onderdeel van varen, dus roept Pedersen de bemanning bij elkaar om ze in te lichten over de situatie.

Geertz legt uit wat er moet gebeuren: Hytting bouwt een vervangend roer. Geertz houdt contact met de kustwacht. Sofie Zander gaat koken en de rest van ons helpt met zeilen.

Het houten roer werkt een tijdje prima, maar breekt uiteindelijk toch weer af. Geertz probeert een oude zeiltruc: hij bindt een spinnakerboom achter het schip met twee touwen. Het extra gewicht van de metalen staaf maakt het mogelijk te sturen met behulp van de touwen. Terwijl wij steeds dichterbij Hawaï komen, wordt de situatie steeds gevaarlijker. Iedereen zit op net randje van een zenuwinzinking.

Ik help mee met het vastzetten van de extra zeilen die we moeten wegstoppen voordat we Hawaï bereiken. Het schip is aan het schudden op de wilde zee, waardoor het onmogelijk is om de zeilen te vouwen en op je benen te blijven staan. Ik klik mijn levenslijn aan het schip vast en kruip rond op mijn handen en knieen van zeil naar zeil om toch het klusje voor elkaar te krijgen.

Advertentie

Ik heb dorst, honger en ben uitgeput maar blijf werken tot de zon ondergaat. Net voor de zon achter de horizon zakt gebeurt het: niet minder dan dertig tuimelaars springen en te spelen in de enorme golven rondom het schip. Het humeur van iedereen in de crew gaat erop vooruit, alsof de dolfijnen een goed teken zijn.

Rond de middag op de 23e dag op zee word ik zachtjes wakker geschud door Andersen. Na mijn nachtdienst viel ik bewusteloos op bed, en nadat ik mijn ogen open, wuif ik hem kribbig weg. Hij vertelt dat we Honolulu hebben bereikt, en plots heb ik weer energie. Ik klim uit bed, grijp m'n camera en storm de trap op. Eenmaal in de stuurhut kan ik een kleine boot zien die de haven in vaart. Glimmende wolkenkrabbers en donkere bergen liggen aan de horizon. We hebben het gehaald.

Een paar havenmedewerkers helpen ons om het schip naar de aanlegplek te krijgen. Dan klimmen we een voor een uit de boot, de vaste grond op. Pedersen eerst, zijn blauwe ogen glinsteren van trots: zijn team heeft alle monsters verzameld die ze nodig hadden. Het schip heeft zijn tocht volbracht, ook al raakte hij de motor en het roer kwijt, de crew is gezond. De tocht was een succes.

Peter Andersen toont een mahi-mahi, een van de acht die hij en matroos Rasmus Hytting (links) vingen tijdens de tocht. Beeld: Erica Cirino

Plastic Change wacht het resultaat af van Sybergs labtests op deze laatste ronde van monsters verzamelen in de Grote Oceaan. Toch heeft de groep al een hoop geleerd over oceaanplastic van het eerste deel van de Expedition Plastic, in het zuidwesten van de Middellandse Zee. Daar vonden ze dat er meer microplastic was dan grotere stukken plastic. De hoogste concentratie van microplastic – 20.717 deeltjes per vierkante meter – is gevonden bij de kust van Sicilië.

In zijn lab legt Syberg uit dat het meest voorkomende microplastic doorzichtig is en gefragmenteerd, dit suggereert dat plastic waterflessen en verpakkingen waarschijnlijk een groot deel van de vervuiling veroorzaken.

In de tussentijd geven Pedersen en leden van zijn organisatie presentaties en maken ze korte video's om bewustzijn te creëren over oceeanplastic, en microplastic in het bijzonder. Ze willen dat mensen begrijpen dat het probleem serieus is en dat iedereen moet bijdragen aan een oplossing: wetenschappers, industrie, beleidsmakers en het publiek. Zodat er een toekomst komt waarin onze wereld niet langer stikt in stukjes plastic.

"Plastic is overal en er is geen eenvoudige manier om het op te ruimen," zegt Pedersen. "Op dit moment is recyclen het beste wat we kunnen doen. Vervolgens moeten we er minder van gebruiken en uiteindelijk, hopelijk, er helemaal mee stoppen."