Borderline en chronische depressie hebben mijn middelbareschooltijd verpest

Jonge vrouw die op armsteun van bank leunt

Let op: dit artikel gaat onder andere over depressie en suïcide, en kan voor sommige mensen triggerend werken


In groep 1 werd ik al gepest. Klasgenootjes zeiden dat ik dik was en op een paard leek. Ik was zo jong dat ik me niet realiseerde dat dit pesten was. In groep 5 begon ik er last van te krijgen; ik had geen vrienden en was altijd alleen. Tegen mijn ouders en op school loog ik vaak dat ik ziek was, zodat ik thuis kon blijven.

Videos by VICE

Toen ik van lagere school veranderde hield het pesten op, maar op de middelbare school ging het weer mis: iedereen hoorde bij een groepje, behalve ik. Als de docent ‘groepswerk’ zei, moest ik al bijna huilen, want ik bleef altijd als laatste over. Ik voelde me een mislukkeling: waarom hoorde ik nergens bij? Na school ging iedereen leuke dingen doen. Ik ging huiswerk maken, of paardrijden – dat was echt mijn uitlaatklep.

Toen ik in de derde klas zat, wilde ik niet meer naar school. Het voelde alsof ik altijd een zware bal aan mijn enkels had hangen. Ik kwam elke dag thuis met hoofdpijn, omdat ik zo uitgeput was. Ik kon me niet concentreren in de klas. Waar ik eerst nog hoge cijfers haalde, werden het nu ineens onvoldoendes. De leraren zeiden dat ik harder moest leren, en niemand zag dat er iets met me aan de hand was. Voor anderen was ik gewoon een rustig meisje, terwijl ik steeds vaker het gevoel had dat ik niet meer wilde leven.

Mijn vader kwam met het idee om met een docent te praten, om te kijken of school iets voor me kon doen. Hij stuurde een mailtje naar mijn lievelingsdocent, om te vragen of ik bij haar terecht kon. “Tuurlijk,” antwoordde ze. Het was een opluchting om het aan haar te vertellen. Ze reageerde heel lief en zei hoe erg ze het voor me vond. Ze regelde een gesprek bij een schoolpsycholoog. Die zei na een gesprek dat ik professionele hulp nodig had. Sindsdien ging ik elke week naar de psycholoog en slik ik antidepressiva.

1570702151634-LW_vice_Sammy-1

Na dat gesprek kon ik op school altijd wel terecht bij meerdere vertrouwenspersonen en docenten. Maar met klasgenoten had ik het er niet over, omdat ik me schaamde. Ik dacht: waarom kan ik niet normaal zijn zoals andere leeftijdsgenoten? Zij waren bezig met jongens, vrienden en uitgaan, ik hield me bezig met antidepressiva en therapie.

Ik voelde me steeds eenzamer. Eerst had ik vooral zelfmoordneigingen als ik alleen was – nu spookte die ideeën ook in de klas door mijn hoofd. Dood zijn leek een opluchting. Op mijn zeventiende deed ik een suïcidepoging: ik nam een overdosis antidepressiva. Mijn vader vond me en belde een ambulance. Toen ik mijn ogen opendeed, lag ik op de intensive care. Mijn moeder zei: “Wat heb je ons aangedaan? Waarom?” Het ergste aan de poging vond ik dat ik mijn ouders zoveel pijn deed. Maar mijn emotionele pijn trok ik niet meer. De dood zag ik als enige oplossing.

Datzelfde jaar werd ik acht weken opgenomen in een kliniek. Daar werd vastgesteld dat ik borderline had en chronische depressie. Het was alsof alle puzzelstukjes op z’n plek vielen: ik wist eindelijk wat me mankeerde. Dat was een gigantische opluchting. Soms kon ik in tien seconden van extreem blij naar extreem somber gaan. Eindelijk had dat een naam: borderline.

Na de zomer ging ik weer naar school. Dat was raar: mijn leven had op pauze gestaan omdat ik wilde stoppen met leven, en ineens ging het weer verder. De enigen die het wisten waren mijn biologiedocent en de directeur.

Klasgenootjes vroegen waar ik was geweest, maar ik weet niet meer wat ik daarop antwoordde. De periode rond mijn zelfmoordpoging is een waas. Mijn geheugen is door de overdosis aangetast. Niemand in de klas wist ervan. Ik vond het te heftig om te vertellen: ‘Hé, ik heb geprobeerd zelfmoord te plegen.’ Ik voelde angst en schaamte. Angst hoe ze erop zouden reageren. Ik was bang dat ze me raar zouden vinden, en ik voelde schaamte voor wat ik mezelf had aangedaan.

Ik wilde de eindtoetsen van de vijfde inhalen, maar dat lukte niet. Tijdens mijn overdosis heb ik met mijn hoofd tussen de wc en muur liggen stuiteren, waardoor ik een aandoening opgelopen heb en heel vaak flauwval. Ik moest stoppen met school, omdat ik vaker flauwviel dan in de les zat. Na een jaar thuis zitten, ben ik naar het volwassenenonderwijs gegaan, maar ook daar lukte het niet.

Als ik niet depressief was geweest, was ik al lang aan het studeren. In plaats daarvan ben ik nu twintig en nog steeds bezig met mijn middelbare school. Ik doe twee jaar havo vanuit een thuisstudie. Daar baal ik het meeste van: dat ik zo’n groot deel van mijn leven heb gemist door mijn psychische problemen.

Ik vind het leven met mijn chronische depressie en borderline een eng idee. Een heel leven leiden op deze manier, vind ik zwaar. Soms voel ik me even beter, maar dan raak ik weer in de volgende depressie. Ik denk nog regelmatig aan de dood, maar ik probeer positief te zijn. Ik heb een lieve vriend met wie ik volgend jaar ga samenwonen, en ik hoop op een dag te gaan studeren.

Ik zit nu bij MIND, een organisatie die andere mensen met psychische klachten wil helpen. Ik geef op middelbare scholen lessen over mentale gezondheid. Ik haal er kracht uit om anderen te helpen met mijn verhaal. Vooral om te benadrukken dat er hulp is – en zelfmoord niet de oplossing.

Wil je meer weten over depressie, borderline of andere psychische klachten, of heb je hulp nodig? Kijk op mind.nl voor meer informatie over waar je terecht kunt. Als jij denkt aan zelfdoding of iemand kent die aan zelfdoding denkt, ga dan naar www.113.nl (113 Zelfmoordpreventie) of bel 0900-0113.

Heb je interesse om net als Sammy als peer educator aan de slag te gaan, en op middelbare scholen te vertellen over jouw ervaring met psychische problemen om dit onderwerp zo beter bespreekbaar te maken? Kijk dan op diversion.nl voor meer info.