Foto’s door Luis Nieto Dickens
Carl Craig kent iedereen in Detroit die hij zou moeten kennen. Dat werd duidelijk toen ik op een zonnige dag in mei met hem op pad ging. Hij droeg een strak, zwart T-shirt en hij had een zonnebril op zijn kale hoofd. Hij had me een onvergetelijke ervaring beloofd: een persoonlijke rondleiding langs plekken die belangrijk waren voor zijn carrière en de muziekgeschiedenis van Detroit. Carl Craig draait al lang mee. Dat wordt meteen duidelijk als we uit de auto stappen: direct staan er vrienden en fans om hem heen die hij vriendelijk de hand schudt.
Videos by VICE
Craig is nog altijd een held voor de inwoners van Detroit. Naast dat hij muziek uitbracht van Kevin Saunderson en Moodymann op zijn label Planet E, dat hij in 1991 begon, speelde hij ook een cruciale rol in de totstandkoming van het Detroit Electronic Music Festival, dat tegenwoordig Movement heet. Hij is nog altijd nauw betrokken bij het festival, zo draaide hij als headliner een dj-set op het Made in Detroit-podium dat gehost werd door THUMP
“Iedereen kent elkaar,” zegt Craig met zijn fluweelzachte bariton, als ik hem vraag naar de elektronische muziekscene. “Aan de top staan mensen als Derrick May, Kevin Saunderson en Juan Atkins. Zonder Juan zou Derrick nu geen muziek maken, en als ik Derrick niet had ontmoet, zou ik jou niet aan het rondleiden zijn.”
Hieronder zie je foto’s van de plekken waar hij me mee naartoe nam, en kun je lezen wat Carl Craig erover te zeggen had.
1. Metroplex/Transmat
In dit gebouw maakte ik mijn eerste liedjes. In het onderste deel van het gebouw zat Metroplex van Juan Atkins, in het bovenste deel Transmat, het label van Derrick May. Derrick woont hier nog steeds. We proberen al heel lang om deze straat een andere naam te geven: Techno Boulevard. Het is belangrijk dat we erkenning krijgen.
2. Het hoofdkwartier van Planet E in de jaren negentig
Ik begon Planet E in deze flat. Ik was een jaar of 22, en ik had een vriendin die op de achtste verdieping woonde. Je kunt Canada zien aan de andere kant van het gebouw. In de jaren negentig werden er veel gebouwen in de fik gestoken. Het leek net Blade Runner. Terwijl ik muziek zat te maken, kon ik het vuur zien. Er vlogen helikopters met zoeklichten langs, die zochten naar mensen die probeerden om de grens over te steken. Ik hou van vuur. Het was geweldig.
3. De iconische technoclub The Majestic
The Majestic was een van de eerste plekken waar ik optrad. Dat was in 1989 of 1990. Het was best een grote zaal, er konden twaalfhonderd mensen in. Er was niet veel zwart publiek voor techno. Voor zwarte mensen was elektronische muziek groter in de jaren tachtig, met Charivari, het dj-collectief. Je had wel een paar zwarte dj’s zoals Blake Baxter. Blake had een hele donkere huid en hij droeg graag rokjes, ondanks dat hij hetero was. Hij had graag seks met gothicmeisjes. Verder had je de Belleville Three – Derrick, Juan en Kevin – en Eddie Fowlkes, het vierde lid dat mensen zijn vergeten. En dan had je dus nog Blake Baxter, hij was een soort protegé van Derrick en Kevin.
4. Submerge
Kijk je weleens Silicon Valley? Nou, Submerge is de incubator. Underground Resistance-medeoprichter Mike Banks laat mensen een studio beginnen in zijn gebouw, maar alleen als ze heel serieus zijn. Zo niet, dan moeten ze weg. Submerge was een tijdje een distributiebedrijf, en bijna iedereen die muziek maakte had er in de jaren negentig een deal. Submerge was erg belangrijk voor de groei van labels als 430 West en Happy Records. Ze produceerden toen ook een boel platen.
5. Chene Park Amfitheater
Dit is een amfitheater waar Derrick May optrad met het Detroit Symphony Orchestra. Ik heb er een paar keer gedraaid met Concert of Colors, een festival dat in het teken stond van diversiteit met Afrikaanse en Libanese muziek. Chene Park bestaat al sinds eind jaren zeventig. Als je hier optreedt, kun je Canada zien. Mensen varen langs met bootjes en kijken vanaf de rivier. Toen Gap Band hier speelde, kwamen er alleen maar pooiers en hustlers kijken. Echt bizar.
6. Straten waar in de jaren tachtig mensen samenkwamen met hun auto’s en feestjes gaven
In de jaren tachtig was dit de plek waar het allemaal gebeurde. In de zomer zag je hier in het weekend mensen met hun auto’s cruisen. Na een tijdje parkeerden ze ergers, gooiden ze de achterklep open, en ging het geluidsysteem op maximaal volume. De meisjes gingen dansen, de jongens hingen rond en rookten wat. Dat soort feestjes waren belangrijk voor de muziekscene in Detroit, omdat je kon horen welke muziek mensen tof vonden. Ze draaiden bijvoorbeeld Funkadelic, Kraftwerk, B52’s en Cybotron. Handig voor als je te jong was om naar de club te gaan, maar toch wilde weten welke muziek er populair was.
7. WGPR en the Electrifying Mojo
Als de invloedrijke radio-dj The Electrifying Mojo een tof liedje draaide op WGPR, pikte de reguliere radiozenders het op. Als Mojo jouw liedje draaide, dan had je het gemaakt. Veel mensen reden langs het radiostation op weg naar feestjes. Mojo zei dan dingen als: “Als je thuis bent, doe dan het licht aan en uit. Als je langsrijdt, toeter dan.” En dan hoorde je mensen toeteren. Hij wist altijd wat er gaande was in de stad.