Ze worden in de volksmond ‘dingzihu’ of ‘nail house’ genoemd – in het Nederlands ‘spijkerhuis’. Het zijn huizen die moeten worden gesloopt om plaats te maken voor snelwegen, winkelcentra of andere particuliere infrastructuren die door de Chinese overheid zijn goedgekeurd. Maar de eigenaren weigeren hun huis te verkopen. In die zin lijken de huizen op uitstekende ‘spijkers’ in het landschap die niet naar beneden gehamerd willen worden. Sloopbedrijven moeten er daarom omheen werken en uiteindelijk worden de huizen van de eigenwijze bewoners volledig omringd door parkeerplaatsen of wegen.
“Deze huizen spreken tot de Chinese verbeelding, omdat ze de strijd tussen David en Goliath vertegenwoordigen”, zegt Steve Hess, een universitair docent politieke wetenschappen aan de Transylvania University in de Amerikaanse staat Kentucky. Hij bestudeerde het fenomeen jarenlang en publiceerde in 2010 het artikel ‘Nail-Houses, Land Rights, and Frames of Injustice on China’s Protest Landscape’.
Videos by VICE
“Deze huizen werden halverwege de jaren negentig voor het eerst echt een ding”, zegt hij via e-mail. “Toen werden door een hervorming in 1994 veel belastinginkomsten van de lokale naar de nationale overheid verschoven.”
Hess zegt dat de lokale autoriteiten vanaf dat moment te maken kregen met geldtekorten, omdat er zoveel geld werd doorgesluisd naar de centrale overheid. Een van de oplossingen van de regionale ambtenaren was om land aan projectontwikkelaars te verkopen. En omdat ze niet verplicht waren om marktconforme verhuisvergoedingen te betalen aan de ontheemde huizeneigenaren, maakten ze veel winst. Na verloop van tijd werd deze maas in de wet een soort onofficiële zwendel – waarvan de bewoners zich tegenwoordig maar te goed van bewust zijn.
Tegenwoordig wordt iedereen die weigert snel te vertrekken als staatsvijand beschouwd. Maar de weigeraars worden onder de lokale bevolking ook juist steeds vaker als helden gezien.
“Het Chinese volk houdt van dit soort nail house-demonstraties, omdat veel mensen denken dat de lokale ambtenaren corrupt zijn en samenspannen met de ontwikkelaars”, zegt Hess. “Steeds meer burgers demonstreren tegen dat soort lokale corruptie. Het staat echt symbool voor het groeiende bewustzijn dat je ook in China rechten hebt.”
Natuurlijk is het nog steeds ongelooflijk gevaarlijk om in opstand te komen tegen Chinese staatsfunctionarissen. Veel mensen die uit hun huizen weigeren te vertrekken worden in de gevangenis gegooid. Daarom wenden de demonstranten zich volgens Hess steeds vaker tot buitenlandse nieuwsorganisaties en social media. Ze gebruiken de publiciteit als een soort bescherming. Maar dat is pas een vrij nieuwe techniek, want in de jaren negentig en aan het begin van deze eeuw hingen de demonstranten nog borden en spandoeken aan hun huizen, of bonden ze zichzelf aan hun eigendom vast om de bouwvakkers te stoppen.
“In sommige extreme gevallen gooiden burgers molotovcocktails naar de bouwvakkers, of vielen ze hen aan”, zegt Hess. Hij noemt als voorbeeld de vrouw uit de wijk Minhang in Shanghai, die in 2008 explosieven gemaakt van wijnflessen en benzine naar de bouwvakkers gooide. Ze werd hardhandig gearresteerd, maar werd online een soort lokale held.
Maar waarom zijn mensen bereid zulke ongelooflijke risico’s te nemen, puur en alleen om beloond te worden met een huis in een desolate woestenij? Het antwoord is zowel fiscaal als emotioneel. Ten eerste krijgen de huizeneigenaren zoals eerder gezegd meestal niet genoeg compensatiegeld mee om een huis van vergelijkbare grootte in hetzelfde gebied te kopen. Maar belangrijker is dat mensen zich er steeds meer van bewust worden dat protesteren tot een hogere vergoeding kan leiden.
Hess zegt dat de nail house-demonstraties niet per se beweging vormen, maar dat de individuele Chinese burgers zich steeds meer bewust worden van andere succesvolle demonstraties, dankzij Weibo en WeChat. En in 2007 werd er een landelijke wet aangenomen die de rechten van burgers op hun eigen land versterkte. Daardoor werden veel mensen gemotiveerd om zich te wagen aan iets wat “terecht verzet” wordt genoemd. Dankzij al deze factoren komen de nail houses steeds vaker voor.
“Het fenomeen is op dit moment nog steeds erg relevant”, zegt Hess. “De huizenprijzen zijn gestegen, vooral in stadscentra waar veel banen zijn en burgers erg sceptisch zijn over hun lokale ambtenaren – vooral sinds de anticorruptiecampagne van Xi Jinping.”
Juist op die plekken zullen volgens hem steeds meer mensen weigeren hun huizen te laten slopen voor ontwikkelaars.
Bekijk hieronder meer foto’s van nail houses.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE Azië.