Ontdek alle afleveringen uit onze nieuwe reeks “Hoe jouw cokegebruik West-Afrika ruïneert”.
Indien je een liefhebber bent van het betere snuifwerk en er na de lockdown weer stevig tegenaan wil gaan, even een reality check: de coke die je zo graag door je neus jaagt, richt niet alleen je neustussenschot, maar ook West-Afrika ten gronde. VICE trok naar de Ivoriaanse havenstad Abidjan.
Videos by VICE
In deze aflevering leggen we je uit hoe Abidjan een cruciale tussenstop voor cocaïne op weg naar Europa werd.
Corona of niet, schepen met ladingen cocaïne blijven aankomen in de havens van Rotterdam en Antwerpen. Op de luchthaven van Zaventem werden in maart recordhoeveelheden onderschept, en voor heel België ging het om in totaal 1.133 ton cocaïne. In het buitenland werd nog eens 1.368 ton onderschept die voor ons land bestemd was.
Al doen niet alle drugskartels momenteel gouden zaken: eind maart liep de 25-jarige maffiabaas Rocco Molè tegen de lamp toen Italiaanse drugsbrigades een halve ton cocaïne terugvonden op het platteland in de Italiaanse regio Reggio Calabria. Een deel ervan was verborgen in schuren, een ander deel zat een meter onder de grond begraven. De klan-Molè is één van de machtigste takken van de ‘Ndrangheta, de Calabrese maffia en één van de best georganiseerde misdaadorganisaties op de planeet. Maar nu bijna alle verplaatsingen in Italië verboden zijn, weet ook de ‘Ndrangheta niet meer goed hoe de cocaïne te verspreiden over Europa, en worden er steeds meer fouten gemaakt.
Wij volgden het spoor van de ‘Ndrangheta terug naar de strategisch belangrijke transithaven van Abidjan. Midden vorig jaar werden hier belangrijke kopstukken van de Italiaanse maffia ingerekend. De Franse politiemannen die daarvoor zorgden, willen met ons afspreken op het strand van het verlaten vissersdorp Assouindé, op een uur rijden van Abidjan.
De Colombiaanse maffia is erin geslaagd om van de failed state Ivoorkust een onmisbare schakel te maken in de internationale cocaïnehandel.
Assouindé geeft een spookachtige aanblik. Aan de ene kant van het dorp buldert de oceaan, aan de andere kant vind je een stille lagune. Bij het uitbreken van de eerste burgeroorlog in 2002 werd hier de grootste Club Med van West-Afrika, net als bijna alle andere hotels, van vandaag op morgen achtergelaten. Sommige bewoners van Assouindé geloven nog steeds dat de toeristen op een dag wel zullen terugkeren. De strandverkopers blijven hun rondes doen. Enkelen staan ‘s ochtends op de uitkijk om te zien of na achttien jaar toch nog een boot met toeristen verschijnt. Ondertussen verzinken de hotels in het zand door de oprukkende zee: de strook land tussen zee en lagune wordt steeds smaller door de stijgende zeespiegel.
We verblijven in een dorp naast de kustweg met de wel heel ironische naam Assouindé-Mafia, in afwachting van het laatste en waarschijnlijk belangrijkste interview van dit project. De datum, uur en plaats van onze ontmoeting wordt steeds weer veranderd door de Franse politie. In tussentijd worden we in het hotel non-stop lastiggevallen door Yahya, een opdringerige verkoper van Afrikaanse beeldjes. Later zal blijken dat hij verslaafd is aan crack. Onze avonden spenderen we op een bouwwerf die het eigendom is van Awad*, de zoon van een Libanese miljonair uit Abidjan. De werf doet nu dienst als rastafari-kunstenaarskolonie. Het onderwerp “cocaïne” is, zelfs zonder dat we ernaar vragen, niet weg te slaan uit de gesprekken.
“Op een ochtend kwam het gewoon aandrijven, we werden er letterlijk door overspoeld”, zegt Babacar*, een reusachtige rastafari die opzichter is van de werf. “Een boot uit Zuid-Amerika werd achtervolgd door een politieschip en de kapitein vond er niet beter op dan de hele lading in de zee te dumpen. Over de hele kust van West-Afrika kwamen waterdicht verpakte zakken coke aandrijven. Zelfs vandaag nog spoelen ze aan.”
Dit verhaal wordt door andere bewoners van het dorp bevestigd. Maar niemand kan er een datum op plakken. Het is mogelijk dat het gaat om de zes ton die in 1997 door een schip uit Belize in de oceaan gedumpt werd voor de kust van Marokko. Maar het zou ook om een ander, niet gerapporteerd incident kunnen gaan. En in oktober en november 2019 spoelde er 763 kilogram cocaïne aan op de Atlantische kust van Frankrijk.
Het grote verschil: Frankrijk is niet straatarm, kampt niet met torenhoge werkloosheid, geweld, een corrupte regering en een even corrupte politiemacht. Maar de Colombiaanse maffia is er sindsdien in geslaagd om van failed state Ivoorkust een onmisbare schakel te maken in de internationale cocaïnehandel.
De ‘Ndrangheta is één van de groeperingen die zorgt voor het transport van de coke van Abidjan naar Italië en België.
Coke met bestemming Antwerpen, Napels of Rotterdam maakt tegenwoorig namelijk vaak eerst een tussenstop in Dakar, Lagos of Abidjan. In de wereld van de internationale misdaadbestrijding heet deze route Highway 10, verwijzend naar de tiende breedtegraad, de kortste weg van Zuid-Amerika naar West-Afrika. Eeuwenlang werden via deze weg miljoenen gevangengenomen slaven naar Amerika gevoerd, nu vertrekken jaarlijks tientallen tonnen cocaïne in de omgekeerde richting. De ‘Ndrangheta is één van de groeperingen die zorgt voor de stap erna: het transport van de coke van Abidjan naar Italië en België.
Dit laatste interview, hier op het strand van Assouindé, gaat precies daarover. In september 2018 werd 1,2 ton cocaïne met een straatwaarde van 250 miljoen euro onderschept in de haven van het Braziliaanse Santos met als bestemming Abidjan. De drugs waren verstopt in het metaalwerk van zware bouwmachines. Het transport was een samenwerking tussen de twee grootste maffiaorganisaties van Italië: de Calabrese ‘Ndrangheta en de Napolitaanse Camorra.
We zouden hier Sylvain Coué ontmoeten, de politieman die enkele weken voor dit interview achttien verdachten van deze operatie oppakte. Op de laatste dag van ons verblijf krijgen we eindelijk het verlossende bericht. Een paar uren laten komen we een bar onder een groot donker zeil binnen, vlakbij de plek waar de vissers hun boten de zee in slepen. Er zitten niet één, maar drie politieagenten.
Sylvain Coué is een praatgrage vijftiger met een rode pet. Hij bestelt espresso’s voor iedereen, steekt een sigaret op een steekt van wal: “Ik had informatie gekregen van de Braziliaanse politie dat die 1,2 ton coke voor Abidjan bestemd was”, vertelt hij over de operatie, “ik kreeg het adres van het depot waar de bouwmachines zouden aankomen en ontmanteld zouden worden. Tegelijk had ik informatie gekregen van de Italiaanse politie dat net eerder een lid van de ‘Ndrangheta naar hier gestuurd was. We volgden deze persoon dus vanaf z’n aankomst. Hij ging meteen naar het ontmantelingsdepot in de haven. Daar zouden ze die 1,2 ton cocaïne uit de machines halen, herverpakken en in containers naar Italië sturen.
De eigenaars van het depot behoorden niet tot de ‘Ndrangheta maar tot de Camorra, de Napolitaanse maffia. Dezelfde mensen runden ook de pizzeria “Regina Margherita” in het centrum van Abidjan. “Alles speelde zich dus af rond een restaurant en ik had een naam nodig voor de operatie. Dus doopte ik het onderzoek “The Spaghetti Connection”. Ik dacht: dat zal iedereen aan het lachen brengen. Pizza Connection, French Connection, Italian Connection, dat was allemaal al eens gebruikt. Het was weliswaar geen spaghettirestaurant, mais bon.”
“In de huizen van de verdachten werden uzi’s, automatische geweren, 100.000 dollar in cash, luxewagens en een indrukwekkend aantal luxehorloges teruggevonden.”
Politiemensen van drugsbrigades uit Frankrijk, Brazilië, Nigeria, Burkina Faso, Togo, Benin en Ghana kwamen samen in Abidjan onder het mom van een politieseminarie. De Guardia di Finanza van Genua, de centrale narcoticadirectie uit Rome en de politie van Reggio Calabria vormden de Italiaanse delegatie. Op zes juni vorig jaar trad de politiemacht in actie.
“We hadden achttien teams voor evenveel doelwitten”, vertelt Sylvain, “om zes uur ‘s ochtend hebben we vervolgens alle verdachten uit hun bed gehaald en gearresteerd. Iedereen bevond zich in Abidjan, op een Italiaan na die we op de grens met Liberia hebben gearresteerd.” In de huizen van de verdachten werden uzi’s, automatische geweren, 100.000 dollar in cash, luxewagens en een indrukwekkend aantal luxehorloges teruggevonden. De standaarduitrusting van een goede maffioso, quoi”, merkt Sylvain op. Van de achttien verdachten konden slechts vijf verdachten (vier Italianen en één Ivoriaanse vrouw) aangehouden blijven, wegens onvoldoende bewijsmiddelen.
Sylvain benadrukt dat hij sinds het begin van de operatie volledige carte blanche en vertrouwen heeft gekregen van de Ivoriaanse autoriteiten. De reden? In maart 2016 openen schutters het vuur op strandgangers in het toeristisch oord Grand-Bassam. Negentien mensen komen om het leven. Al-Qaeda eist de aanslag op. Hetzelfde jaar wordt acht ton cocaïne met bestemming Abidjan onderschept op de grens tussen Bolivië en Argentinië.
“Het was duidelijk voor de regering: dit nemen we beter serieus,” zegt Sylvain. “Acht ton is een gigantische hoeveelheid. Ik loop al dertig jaar rond in deze wereld en ik heb geen flauw idee hoe je de verdeling van zo’n lading klaarspeelt of hoe je die vervolgens verborgen moet houden. En wat gebeurt er met de opbrengsten? Worden die gebruikt om terrorisme te financieren? Daarom hebben we kunnen rekenen op de medewerking van de Ivoriaanse overheid.”
We geloven hem graag, maar de Franse politieman ontwijkt de hamvraag: wie houdt de maffiosi een hand boven het hoofd? Daar kwamen we achter tijdens ons onderzoek in Abidjan. Je leest er meer over in de vier volgende delen van deze reeks.
*Namen zijn veranderd. Echte namen bekend bij de redactie.
Deze serie kwam tot stand met de steun van het Money Trail Project (www.money-trail.org).
Wij mailen je elke week onze 10 beste verhalen. Deal? Abonneer je dan gratis op de VICE-newsletter.
Volg VICE België ook op Instagram: