Culture

Dit Belgische label brengt verloren Congolese muziek weer tot leven

congolese rumba planet ilunga

In onze reeks voor Black History Month geven we extra aandacht aan de geschiedenis van de Afrikaanse diaspora, haar cultuur, en de vragen die het kolonialisme nog steeds oproept.

Léopoldville, het huidige Kinshasa, speelde in de jaren 50 en 60 een belangrijke rol in de Afrikaanse muziekgeschiedenis. In het toenmalige Belgisch Congo ontstonden toen verschillende muzieklabels die gerund werden door buitenlanders. Zij investeerden in lokaal talent en ook de verspreiding en promotie van hun muziek. Met echo’s van onder andere Latijns-Amerikaanse en Europese bands, die op de radio en 78-toeren grammofoonplaten te horen waren, gingen Congolese muzikanten aan de slag om hun eigen muziek te maken. Zo ontstond er een moderne Congolese sound.

Videos by VICE

Jammer genoeg werd hun muziek toen enkel uitgebracht op fragiele 78-toeren platen die vandaag amper nog gebruikt worden. Daardoor is een groot deel van deze geschiedenis al verloren gegaan.

1581597139770-Olympia
78 toeren plaat African Serie.

Maar dat er ondanks die moeilijkheden toch nog veel terug te vinden is uit die tijd, bewijst het Belgische label Planet Ilunga. Het wil de verhalen van de grote artiesten van toen vertellen, de muzikale geschiedenis van Congolese rumba intensief onderzoeken én natuurlijk de muziek opnieuw verspreiden.

Dat doen ze via restauraties, vinylcompilaties en het verzamelen van informatie. Ze werken daarvoor samen de families van de artiesten, liefhebbers, verzamelaars en blogs zoals afrodisc.com, wrldsrv.blogspot.com en mbokamosika.com.

Wij gingen op bezoek bij Planet llunga in Molenbeek om te diggen in hun verzameling, en spraken met eigenaar Bart Cattaert (34) over de gouden jaren van Congolese rumba, het leven in het Congo van toen en het belangrijke werk dat zijn label levert.

1581597259321-depara-4-Jean
Ballerina’s zitten op een textieldoek met een print van de Franse president Charles de Gaulle | Foto: © Jean Depara

VICE: Hey Bart. Hoe kwam je op het idee om dit label te starten?
Bart Cattaert: Twaalf jaar geleden, ergens in mijn early twenties, ben ik er via een compilatie van Congolese rumba uit de jaren 60 toevallig in gerold. Die intrigeerde me zo dat ik er meer over ben beginnen opzoeken. Aangezien de nummers uit de jaren 50 en 60 voornamelijk te vinden zijn op 78- en 45-toeren platen, was dat het startschot van een lange zoektocht.

Het was allesbehalve makkelijk, maar ik zie de Congolese muziek uit die periode als een deel van het rijkste muzikale erfgoed dat onze wereld te bieden heeft. Zowel op vlak van kwaliteit van de muziek, als van de kwantiteit en invloed op de muziek uit andere Afrikaanse landen is het nalatenschap van de Congolese muziek uit die tijd niet te overschatten. De archieven daarvan zijn erg waardevol, maar helaas ook slecht bewaard. Met Planet Ilunga wil ik daarom mijn bescheiden bijdrage leveren aan het archiveren, documenteren en delen van de muziek en cultuur uit die fascinerende periode.

We willen ook niet zomaar willekeurige songs compileren, maar selecties samenstellen die het verhaal brengen van een bepaalde artiest, label, periode of thema. Het moet op een gestructureerde manier gebeuren, met veel aandacht voor juiste achtergrondinformatie, en in samenwerking met familie van de artiesten, (Congolese) historici en muziekliefhebbers.

De releases van ons label bieden ook een ander, positiever narratief voor een land dat vaak negatief in het nieuws komt met zaken als oorlog, politieke problemen, armoede, fraude of corruptie.

1581597309777-Papadimitriou-Loningisa3
Sfeerbeeld van de A&B Papadimitriou winkel in Léopoldville: links de mannequins die de nieuwe kleding showen; rechts muzikanten van het Loningisa label. | Foto: © Georges Antippas

Onze focus ligt voor een stuk ook op de taal die wordt gebruikt in de nummers. Congolese muziek volgt mooi de sociale evolutie en geschiedenis van het land, en als je de lyrics begint te analyseren, kan je zo ook de geschiedenis reconstrueren.

Het gros van de songs is gezongen in het Lingala, maar er zijn er ook in het Kikongo, Tshiluba en andere Congolese talen. Tot eind de jaren 60 hoorde je ook regelmatig Spaans in de nummers, en soms zelfs een uitgevonden taal waarin de zangers de Spaanse taal nabootsen. Zoals de koning van de rumba Franco Luambo ooit zei: ‘Ach, bijna niemand begreep Spaans. We namen dan maar een woordenboek en zochten naar woorden die mooi klonken in het Spaans en gebruikten die, zonder ons er veel van aan te trekken wat ze betekenden’.

Schuilt er eigenlijk een bepaalde betekenis achter de naam van je label?
Ilunga komt uit het Tshiluba en is volgens een onderzoek van linguïsten uit 2004 het meest onvertaalbare woord ter wereld. Dat gegeven en de betekenis die er gegeven werd aan het woord ‘ilunga’ vond ik interessant en poëtisch, vandaar de naam Planet Ilunga.

Wat onderscheidt Congolese rumba eigenlijk juist van Cubaanse rumba?
Congolese rumba is de verzamelnaam voor de verschillende inspiraties die Congolezen haalden uit muziek vanuit Latijns-Amerika en in mindere mate Europa en Amerika. Ik denk dan onder andere aan stijlen zoals Son Cubano, Rumba, Bolero, Calypso, Merengue, Cha Cha Cha, Tango, Biguine, Polka-Piké, Mambo, swing en brass. Dat waren allemaal muziekgenres die naar Léopoldville kwam overwaaien op geïmporteerde 78-toeren platen of via de radio te horen waren.

De Congolezen identificeerden zich met die sound, en maakten dan daarop geïnspireerd hun eigen rumba. Al mag je niet vergeten dat die Latijns-Amerikaanse ritmes daarvoor dan weer beïnvloed waren geweest door Afrikaanse muziek. Zo is rumba een product van een muzikale uitwisseling die onstond uit de slavenhandel tussen Afrika en Cuba in de 18de eeuw.

Vergeleken met Latijns-Amerikaanse rumba, gebruikten Congolese muzikanten de akoestische en later de elektrische gitaar in plaats van de Cubaanse tres . Daarnaast werden ook eerder ‘Westerse’ instrumenten zoals de saxofoon en de Solovox orgel in Belgisch Congo geïntroduceerd door Belgische jazzmuzikanten die samen optraden met Congolezen. Sommige gitaristen uit de African Jazz school zoals Docteur Nico en Tino Baroza ontwikkelden dan weer die unieke stijl en sound van de kenmerkende opgewekte Congolese rumba riffs. Er was dus een vruchtbare kruisbestuiving tussen verschillende muziekgenres en invloeden uit verschillende continenten.

Je platen zijn compilaties van verschillende labels en artiesten uit die tijd. Wat was juist het belang van die labels?
In het gekoloniseerde Léopoldsville waren de zes grote labels; Olympia, Ngoma, Loningisa, Opika, CEFA en Esengo; allemaal in handen van buitenlanders. Ngoma, Loningisa en Esengo werden opgericht door Grieken; Opika door een Jood en bij Olympia en CEFA waren Belgen betrokken.

“De vijf grootste labels waren van eind de jaren 40 tot eind de jaren 50 samen goed voor zo’n 6.000 releases. Ik schat dat 90% van die songs daarna nooit meer opnieuw zijn uitgebracht.”

Daarnaast was er nog Philips en talloze kleinere labels. Uit al die labels ontsprongen toen bands. Elk label stond in voor het aankopen van instrumenten en het voorzien van studiofaciliteiten, aangezien lokale muzikanten daar zelf geen geld voor hadden. De vijf grootste labels hebben van eind de jaren 40 tot eind de jaren 50 samen zo’n 6.000 releases uitgebracht op 78-toeren platen. Ik schat dat 90% van die songs nooit meer zijn heruitgebracht na hun originele release.

Sommige van die labels, vooral die van de Grieken, waren oorspronkelijk winkels, waarin ze allerlei spullen verkochten, zoals kleren, stoffen en fietsen. Er ontpopte zich toen een vibrerende muzikale scene in Congo en enkele buitenlandse entrepreneurs zagen de kans schoon om hun kapitaal uit te breiden en in de muziek publishing te gaan.

Zo investeerden de twee Griekse neven, Basile en Athanase Papadimitriou, in 1950 naast hun winkel A&B Papadimitriou, ook in een studio en instrumenten en daaruit ontstond het label Loningisa. Dat label stond aan de wieg van de legendarische groep OK Jazz, en zo onstond er naast African Jazz een tweede grote school in Congolese rumba.

1581597357356-African_Jazz_3-2
De leden van de Congolese band ‘African Jazz’ in 1961, met onder meer Grand Kalle, Dechaud, Docteur Nico, Rochereau en Roger Izeidi

Je eerste twee compilaties zijn gewijd aan African Jazz.
De eerste plaat van Planet Ilunga focust inderdaad op African Jazz en Joseph ‘Grand Kalle’ Kabasele, en bevat zowel nummers uit de jaren 50 als 60. de tweede compilatie is een selectie van songs van de groepen Rock-a-Mambo en African Jazz op het Esengo label. African Jazz was het eerste volledig professionele orkest van het land. Hun succes was toe te schrijven aan hun moderne sound, een mix van onder meer Kabasele’s muziekinvloeden van over de Atlantische oceaan en lokale invloeden, maar ook door het feit dat de groep als eerste band het woord ‘Jazz’ in hun naam gebruikte. Niet omdat het effectief jazz was, maar eerder als een teken van de moderniteit in hun muziek.

Wat was het belang van clubs en bars in die tijd?
De labels zorgden voor de ontwikkeling van de eerste Centraal-Afrikaanse popmuziek, maar het waren de bars in Léopoldville die de scene tot leven brachten. Midden jaren 50 waren er tientallen bars in de alsmaar groter wordende hoofdstad en OK Bar was er daar één van.

In die tijd gingen bareigenaars op zoek naar live optredens om de atmosfeer op te krikken. Overdag zaten de leden van de band van de toen nog helemaal niet bekende Franco Luambo in de studio, en Basile Papadimitriou gaf hen de toestemming om hun repertoire ‘s avonds in de OK Bar op een publiek uit te testen. Ze werden al snel populair, en hadden een naam nodig. Dat werd ‘OK Jazz’, een verwijzing naar die bar. Hun slogan uit de beginjaren was dan ook: ‘On entre OK, on sort KO’.

1581597383508-
De band van Franco (die rechts staat) | Foto: © Jean Depara

Speelt het (anti)kolonialisme een grote rol in de Congolese rumba?
De songs in Congolese rumba gaan meestal over thema’s als liefde, vriendschap, intriges, het stadsleven en alles wat daarbij komt kijken. Vanaf de jaren 60 en zeker wanneer later andere muziekformaten hun intrede deden, begonnen artiesten meer nadruk te leggen op hun teksten, die steeds vaker ook maatschappijkritiek bevatten. Het bleven wel altijd vrolijke nummers.

Veel voorbeelden van verwijzingen naar de toenmalige Belgische kolonisator zijn er vreemd genoeg niet, en ook niet na de onafhankelijkheid. Al is Indépendence Cha Cha van Grand Kalle, dat de onafhankelijkheid van Congo viert, natuurlijk wel een van de bekendste rumba nummers überhaupt.

Verder zijn er ook songs zoals Kingotolo Mbuta Ngani Mbote van OK Jazz uit 1961, waarin hun frontman Franco Luambo de Belgische machthebbers afschildert als schaamteloze mensen die zijn land hebben geplunderd. Sommigen vermelden ook Yimbi, een folkloristische song uit 1958. Het zou impliciete kritiek bevatten tegen het toenmalige koloniaal regime. In de tekst zingt Franco namelijk in het Kikongo ‘Geef me mijn kind terug, ik wil hem voeden. Hoor je mijn tranen en dat van het kind niet? Zie je mijn droefheid niet?’ Het is een referentie naar een traditionele Congolese parabel die gaat over een soort mythische vogel die jaagt op een kuiken dat wordt beschermd door zijn moeder. Sommige zien de jagende vogel als een metafoor voor de Belgische kolonisator, maar volgens mijn bronnen is deze interpretatie fout en dus uit de lucht gegrepen.

Ata Ndele, een song van de cultmuzikant Adou Elenga uit de jaren 50 (in de jaren 70 in een nieuwe versie heruitgebracht), zou je ook kunnen beschouwen als een voorzichtige kritiek op de kolonisatie. In het nummer zingt hij ‘Vroeg of laat zal de wereld veranderen’. Maar in het algemeen zijn er in de jaren 50 dus bitter weinig sporen terug te vinden van antikoloniale teksten in Congolese muziek. Later, in 1973, brengt Franco wel Mambu Ma Miondo uit, waarin hij oproept tot de onafhankelijkheid van Angola, Mozambique en Rhodesië (Zimbabwe), die toen nog altijd door de Portugezen werden gecontroleerd.

1581597417414-OK-Bar
Een optreden van OK Jazz in 1960 | Foto: © Liberaal Archief

De onafhankelijkheid was wel een keerpunt in de Congolese populaire muziek. Het was het begin van de Congolese autonomiteit, en het signaal om zelf de zaken in handen te nemen. Zo slaagde Thomas Kanza, een pionier in de onafhankelijkheidsstrijd van Congo, erin om Congolese muzikanten tijdens de Rondetafelconferentie in 1960 in Brussel te laten optreden op recepties en in hotels van onze hoofdstad.

Leden van African Jazz & OK Jazz werden daarna naar Brussel gehaald voor hun eerste reis naar Europa. In de maanden dat ze er waren, bezochten ze Belgische studio’s, waar ze overrompeld werden door faciliteiten die veel beter waren dan in hun thuisland. Dat gaf hen een enorme creatieve boost en daaruit groeide vervolgens ook een steeds sterker wordende ondernemingsdrang om zelf labels te starten.

Na de onafhankelijkheid van Congo nam de invloed van buitenlandse labeleigenaars dus stilaan af. Begin jaren 60 zag het eerste label opgericht door een Congolees het licht: Surboum African Jazz van Joseph Kabasele. Daarmee was de toon gezet, en de volgende jaren begonnen meer en meer grote Congolese artiesten zoals Franco, Docteur Nico, Rochereau hun eigen labels te starten.

Nog even terug naar je eigen label: wat mogen we in de nabije toekomst verwachten van Planet Ilunga?
Er is net een nieuwe compilatie uit met gerestaureerde songs van Franco en OK Jazz uit de jaren 60 en 70. Er komt ook een reissue van een plaat van Lee ‘Scratch’ Perry die eind jaren 70 samenwerkte met twee Congolezen, Seskain Molenga en Kalo Kawongolo, in zijn Black Ark studio in Jamaica, vlak voor Lee Perry de deuren van de Black Ark voor eeuwig sloot en de studio een paar jaar later in brand stak. Het resultaat is een obscure, maar zeer goeie reggaeplaat. Na het beëindigen van de opnames was de mastertape van die plaat trouwens opeens beschadigd of gesaboteerd, met een mysterieuze uitleg van meneer Perry als resultaat. Ik heb samen met het label Roots Vibration de plaat opnieuw geremasterd en in maart komt ze uit als een co-release op beide labels.

Het volledig verhaal achter deze opnames vind je op onze website, of in de uitgebreide liner notes op de plaat zelf, inclusief een heleboel getuigenissen van de betrokken muzikanten zelf. Ik kijk ook uit naar de release van de documentaire The Rumba Kings, een film van Alan Brain over de Congolese rumba. Die film zou dit jaar eindelijk moeten uitkomen.

Ontdek en beluister alle Planet Ilunga releases op hun website.

Volg VICE België op Facebook , Twitter en Instagram voor meer originele verhalen over alles wat ertoe doet in de wereld.