Muziek

Cruquiusgilde ziet geen andere uitweg dan stoppen met het clubgedeelte

Het leek allemaal goed te gaan. Vorig jaar kregen ze – naast Radion en De School ­– een 24-uursvergunning toegewezen. Je kon er de afgelopen jaren terecht voor populaire clubavonden van Is Burning, LET, Funkyard en natuurlijk Redevice – het langlopende feest van de oprichters zelf. Bij ons staat de tent bekend als een gemoedelijke plek met fijn personeel, zoals portier Herman. Maar in juli 2016 houdt het op aan de Cruquiusweg 124.

Cruquiusgilde stopt 17 juli met het clubgedeelte. De tijdelijke club, die officieel nog een half jaar open zou zijn, ziet zichzelf genoodzaakt te stoppen vanwege nieuwe geluidseisen die de gemeente heeft opgelegd. Pepijn van Wanin, Frodo Willemsen en Job Vermin van Stichting Lofarmedia, begonnen in 2013 met hun nieuwe plek. Naast een cultureel nachtprogramma, zitten er ateliers en een sociaal-maatschappelijke werkplaats.

Videos by VICE

Een interview met Pepijn en Job, over de frustrerende samenwerking met het stadsdeel.

THUMP: Ha Pepijn en Job, wat een slecht nieuws voor jullie.
Pepijn: Ja. Voor ons speelt dit natuurlijk al wat langer. Een week geleden hebben we de knoop doorgehakt. Straks komen we samen met de organisaties waarmee we samenwerken om het nieuws te vertellen. We doen eigenlijk zelden interviews, maar nu willen we graag vertellen over de ervaringen die we hebben opgedaan.

Waarom zijn jullie ooit begonnen met Cruquiusgilde?
Pepijn: Vanaf 2006 organiseren we de feesten Berlin Underground en Redevice. We deden dat op locaties als de NDSM-werf en Studio 80. Dan moet je alles doen volgens de spelregels van een ander. Met deze plek wilden we onze eigen voorwaarden creëren. Uiteindelijk zijn we hier terecht gekomen samen met twee andere partijen. Cruquiusgilde bestaat dus uit meerdere elementen: een leer/werkbedrijf, verhuur van creatieve werkplaatsen en culturele evenementen. Dat werkte goed.

Jullie konden niet vanaf het begin wekelijks open.
Pepijn: We begonnen in 2012 met het geven van feesten waarvoor we steeds losse evenementenvergunningen moesten aanvragen. Vervolgens hebben we een exploitatievergunning aangevraagd. Daarvoor is een twee jaar durend traject in gang gezet, waarbij we gemonitord werden op het gebied van geluid, overlast, enzovoort. Die fase zijn we goed doorgekomen. Op basis daarvan hebben we de exploitatievergunning gekregen.

Job: Tegelijkertijd hebben we een 24-uursvergunning aangevraagd. Die hebben we zelfs twee keer gekregen. De eerste hebben we teruggegeven omdat het ‘non-dance’ was – daar hebben we natuurlijk niet veel aan. Ter compensatie kregen we twaalf keer per jaar een ontheffing van de sluitingstijd. We gingen er vanuit dat we die twaalf ontheffingen het jaar erop ook zouden krijgen. Het stadsdeel vertelde ons dat dit niet het geval was. Dat was het moment dat we hem opnieuw hebben aangevraagd. We wilden de laatste twee jaar niet het gezeur van strakke sluitingstijden hebben. Deze tijdelijke club moet sluiten op een manier die wij passend vinden. Dus niet stipt om vier uur stoppen, maar ophouden als het feestje over is. Mei 2015 gekregen we de tweede 24-uursvergunning toegezegd van de centrale stad. Maar dan heb je hem nog niet. Vanaf dat moment gaat er een procedure van start bij het stadsdeel. Dat betekende dat we weer moesten evalueren en testen, terwijl dat een jaar eerder eigenlijk allemaal al gedaan was. Maar okay, fair enough.

Foto Job (links) en Pepijn (rechts)

En toen ging het mis?
Job: Bij het stadsdeel was het in die periode een beetje rommelig. Na de laatste verkiezingen vielen alle ambtenaren van het stadsdeel onder de centrale stad. Het leek of niemand wist waar zijn verantwoordelijkheden lagen. Blijkbaar liep het in Oost allemaal wat stroever. Want Radion – die tegelijkertijd de 24-uursvergunning kreeg toegezegd – heeft de uiteindelijke vergunning maanden eerder gekregen dan wij.

Maar uiteindelijk kregen jullie die vergunning wel.
Pepijn:
Ja, maar er is toen een nieuwe dynamiek gaan opspelen. Sinds bekend werd dat we een 24-uursvergunning hebben, zijn de klachten van omwonende in een keer verergerd. Het was opeens een ding, terwijl er in zekere zin niets is veranderd met de periode ervoor, toen er geen klachten waren. We hebben in de tweede helft van 2015 zelfs complimenten gekregen over hoe we met het geluid omgingen.

Zoals eerder gezegd, hebben we geen 24-uursvergunning aangevraagd omdat we de hele tijd weekenders willen geven, maar om de vrijheid te hebben om nog even door te gaan als het leuk is. We willen ook niet dat het onze andere interne activiteiten in de weg zit. De intensiteit van onze programmering na het verkrijgen van de 24-uursvergunning in dan ook niet omhoog gegaan, het was één keer per week en het bleef ook één keer per week.

Waar ging het fout?
Job: We zijn er ooit met z’n drietjes redelijk naïef ingestapt. Ik denk dat dit ook deels de charme is van de locatie, maar het heeft ook negatieve uitwerkingen gehad. We werden ons er vrij snel van bewust dat de isolatie van het pand niet optimaal is. Er is vervolgens in overleg met de gemeente veel tijd en geld geïnvesteerd om dit te verbeteren. Zo zijn we gaan werken met een geavanceerd meetsysteem Metrao dat vierentwintig uur per dag aanstaat. Het werkt als volgt: er is een meter die het geluidsspectrum opneemt binnen de club. Daarnaast is er, aan de andere kant van de Borneokade, een microfoon die al het geluid buiten opvangt. Doordat het systeem weet welke muziek er in de club wordt afgespeeld, kan het dit vergelijken met het omgevingsgeluid. Als de overeenkomsten tussen de signalen groot zijn, weet je dat het geluid uit onze club afkomstig is. Het systeem rekent dan uit of het geluidsniveau past binnen de wettelijke norm. Als dit niet het geval is, krijgt onze geluidsman direct feedback op zijn beeldscherm en past hij het volume of de frequenties aan.

Pepijn: Wat dit systeem zo geschikt maakt, is dat er vanaf het begin klachten zijn geweest van omwonenden, al liggen we hier vrij afgelegen op een industrieterrein. In dit gebied van zeventien hectare worden wel meer feestjes gegeven. Dat gaat meestal om mensen die dat zonder vergunning doen. Maar als de buurt overlast heeft, denken bewoners vaak dat dit wel van ons moet komen. Achteraf bleek dan vaak dat wij die avond geen evenement hadden.

Maar waar ging het dan echt fout?
Job: Het is een geavanceerd systeem, mits die buitenmicrofoon aan staat. In de maanden februari en maart hebben wij elk weekend gemaild dat we geen connectie hadden met de buitenmicrofoon en of hier wat aan gedaan kon worden. We zeiden dat we op dit moment geen idee hadden of we binnen, onder of over de norm zaten.

Pepijn: Twee maanden hebben we elk weekend gemaild naar de managers van handhaving. Geen reactie. We konden het zelf niet verhelpen. De gemeente heeft het systeem bij ons geïnstalleerd en het is voor ons verboden om eraan te komen.

Job: 10 maart was er een evaluatiegesprek. We dachten dat het goed ging, omdat we drie maanden niets hadden gehoord van handhaving. Toen vertelden ze ons dat ze nieuw maatwerk hadden dat we moesten doorvoeren. Wij dachten: hoezo nieuw maatwerk? Het vorige maatwerk dat de gemeente zou aanleveren om te voorkomen dat er nieuwe klachten zouden ontstaan, was nog niet eens geleverd.

Toen vertelde de ambtenaar dat het maatwerk inhield dat we onder 89dB(a) moesten blijven. Wij stonden perplex. Dat was het onwerkbare volume voor een club, waar we ooit mee moesten beginnen. Om die reden hebben we het meetsysteem, op voorstel van stadsdeel Oost, geïnstalleerd. Vervolgens kregen we de argumentatie binnen. Wat bleek: ze gingen zelf – in de twee maanden dat wij elk weekend hebben gemaild dat het systeem niet functioneerde – met decibelmetertjes bij de huizen van mensen die hadden geklaagd staan. Volgens die metingen waren we in overtreding. Maar in mijn optiek draai je dan de hele wereld toch echt een beetje om.

Pepijn: Dit is echt exemplarisch voor vijf jaar samenwerken met de gemeente.

Foto Carlijn van Tankeren

Ging er nog meer fout dan?
Job:
Het stadsdeel heeft haar eigen data vaak niet op orde. Zo hebben we in het seizoen 2014/2015 in één jaar tijd vier evaluatiegesprekken gehad. Elke keer als we langskwamen bij de gemeente, vertelden ze dat ze geen klachten hadden ontvangen. Het ging goed. Een jaar later hebben ze het hele dossier doorgespit, en kwamen ze erachter dat er wél klachten waren over het geluid. Vervolgens zegt de gemeente: ‘Jullie hebben het fout gedaan’. Maar dat klopt niet. Wij hebben de hele tijd gedaan wat ze van ons verwachtte. Zij hebben zelf een fout gemaakt, die ze nu op ons proberen te verhalen.

Maar dat moet je dan toch kunnen aanvechten?
Pepijn: We hebben bezwaar aangetekend tegen die 89dB(a). Ze leggen dat naast zich neer en zeggen: ‘Het meetsysteem werkt niet naar tevredenheid. Er is nog steeds overlast. Dus we gaan restricties opleggen.’

Kon je nergens anders terecht?
Job: Waar ik nog de meeste moeite mee heb, is dat de ambtenaar die een advies moet uitbrengen aan het dagelijks bestuur, ook degene is die daar jouw bezwaarschrift aanlevert en moet verdedigen.

Pepijn: Wat ook een probleem is in Amsterdam, is dat de gemeente niet de expertise in huis heeft over onze sector. Kijk naar alle festivals, die vaak pas op de dag van het evenement hun vergunning ontvangen. Er is geen centraal loket bij de gemeente voor evenementen, met een manager die een team leidt met experts op het gebied van geluid of volksgezondheid. Dance wordt nu vaak op een hoop gegooid. Ze denken dat we allemaal zoveel verdienen als de grote jongens en een investeringspotje hebben. Het enige wat ze kennen is Armin van Buuren en Martin Garrix. Ze weten niet hoe erg scenes verschillen. Nachtburgemeester Mirik Milan heeft daar laatst wat over geschreven. Bij Trouw zag je geen politiewagens voor vechtpartijen zoals bij de Ziggo Dome. Andersom zullen daar relatief gezien misschien wel minder ziekenwagens komen voor drugsgevallen.

Er zijn heel veel nuances die wij als scene kennen, maar de gemeente geeft weinig ruimte om ons daar zelf op een verstandige manier mee om te laten gaan. Wij hebben in vier jaar nog geen een keer een ziekenwagen hoeven te bellen vanwege drugs. Voor ons is dat ook makkelijker dan een grotere club als Trouw. We hebben een capaciteit waarbij je makkelijker mensen persoonlijk kunt behandelen. Dat is de hele essentie van onze locatie.

Maar de burgemeester lijkt mij iemand die dat verschil goed inziet?
Pepijn: Ja, maar dat is de centrale stad. Wij hebben te maken met de stadsdelen. Dat zijn kort door de bocht satellietjes die het zelf maar moeten uitzoeken. Die moeten alles toetsen aan de wet. Vaak is er geen jurisprudentie en ontstaan er zo problemen.

Maar met Trouw en Canvas heeft het stadsdeel wel goed samengewerkt.
Pepijn: Je blijft met het probleem van gefragmenteerde kennis zitten. Degene die in Oost voorheen de vergunningen deed, wist waar hij het over had. Maar hij is naar Watergraafsmeer vertrokken. Dan komt er een nieuwe ambtenaar, is er een wisseling van de wacht, ontstaat er intern enorme communicatieruis, waardoor de overdracht niet goed loopt. Een half jaar later zit je weer tegenover nieuwe gezichten. Die lezen dan oude rapporten en vragen wat het betekent. Dan kun je weer opnieuw beginnen.

Pepijn: Anderzijds zijn sommige bewoners ook zwaar gefrustreerd. Het stadsdeel reageert ook niet op hun mails. Dat horen wij dan tijdens informatieavonden die we organiseren. Twee keer per jaar leggen we uit wat we doen om aan alle voorwaarden te voldoen. In het verleden heeft GZG in de buurt grote feesten gegeven en dat heeft veel klachten opgeleverd. Mede daardoor heeft het stadsdeel toen beloofd dat hier nooit meer iets gaat gebeuren. Maar die frustratie is nu dusdanig doorgeslagen, dat sommige klagers van het stadsdeel eisen dat ze actie moeten ondernemen. Daar zitten wij dus uiteindelijk tussenin.

Om hoeveel klagers gaat het eigenlijk?
Pepijn: Vier.

Foto Carlijn van Tankeren

Hebben jullie zelf ook geluisterd hoeveel overlast er is bij die mensen?
Job: Ja, we contoleren regelmatig de omgeving. Tijdens een bezoekersavond hebben we ook voorgesteld of we bij mensen thuis mochten meten en hebben we afspraken gemaakt om langs te komen. Op die manier kunnen wij informatie verzamelen over welke frequenties problematisch zijn en gaan we kijken of we het geluidssysteem kunnen aanpassen. Ik heb die avond vier afspraken gemaakt. Bij een vrouw die wat verder woonde was niets te horen. Bij een meneer hoorde je wel geluid. Toen ik bij de notoire klagers voor de deur stond, kregen we te horen: ‘Sorry we hebben geen tijd.’ Ik zei dat we een afspraak hadden, waarop ze zeiden: ‘Neem het buiten maar op.’

Ik ben bereid om te accepteren dat mensen geluidsoverlast hebben. Ik kan me ook voorstellen dat je er gek van wordt als je elke week hard gedreun hoort. Maar dan moet je ook oplossingsgericht meedenken. Want wat je eigenlijk niet mag zeggen, is dat de klagers bijna allemaal in woonboten wonen die slecht geïsoleerd zijn. Daar komt vrijwel al het geluid doorheen. In een normaal bakstenen huis hoor je het niet. Is het dan onze verantwoordelijkheid dat iemand die in een waardeloos geïsoleerd huis woont?

Pepijn: Iedereen weet dat het een tijdelijk ding is. Er zijn ook veel mensen die dichtbij wonen en die het helemaal fantastisch vinden. We krijgen bij de informatieavond ook te horen dat mensen het jammer vinden dat er naast de woningen verder niet zo veel te doen is in de buurt. Dat vond het stadsdeel zelf trouwens ook, we zijn een van de speerpunten van het stadsdeel. Ze willen, geïnspireerd door een trip naar Berlijn, een plek zijn voor kunst en creativiteit. Ze vinden het geweldig dat we hier als het ware alle tuintafels van de Amsterdamse horeca bouwen. Maar ze vergeten dat de nachtprogrammering binnen dit concept een belangrijke rol vervult. Het gebouw is behoorlijk duur om te huren, en in het weekend zijn de huurders er niet. Doordat we de kosten kunnen delen, hebben ze ruimte om ook wat minder rendabele klussen op te pakken. Net zoals wij hier ook heel ongeremd kunnen programmeren. Bij veel avonden maakt het voor ons eigenlijk niet uit als we verlies draaien. Die vrijheid hoort bij deze locatie.

Zit er niks anders op dan te stoppen met het geven van feesten in Cruquiusgilde?
Pepijn: Het probleem met dit soort dingen is altijd dat als er iets gebeurt, de gemeente kan zeggen dat je direct moet sluiten. Dat hebben we nu vier keer meegemaakt. Dan moeten wij weer gaan rennen, redden en poetsen om met ideeën en oplossingen te komen. Er wordt niet echt met je meegedacht. Dance mag in Den Haag dan wel op de radar staan – een topindustrie en een exportproduct dat honderden miljoenen oplevert – maar uiteindelijk word je als kleine ondernemer zonder miljoenen niet serieus genomen, wat wel blijkt omdat je als een jojo heen en weer wordt gestuurd.

Job: De grote partijen in de industrie hebben een team van juristen. Als de overheid bij ID&T een fout maakt, zorgen ze dat het niet bij hen niet op hun bordje komt. Wij hebben dat niet. Hun fout is onze fout, tot we zelf een oplossing hebben. Dat is echt doorgeslagen. Stel dat we het nu allemaal zouden fiksen zodat het geluidsniveau weer omhoog mag. Dan moeten we gaan isoleren, komt er een meetrapport, en moet je zes weken wachten tot de gemeente langskomt.

Pepijn: Dat betekent dat we het half jaar dat we nog open zijn, eerst drie maanden dicht moeten. Dat is voor ons niet te overleven. Die investeringen kunnen we niet eens terugverdienen. Dan weten we nog niet eens of het werkt. Daarom zijn we genoodzaakt om deze beslissing te nemen. Het heeft geen zin zo. We vinden dat je het goed moet doen of helemaal niet. We willen geen borrelavondje.

Tot slot: zijn jullie je al op zoek naar een nieuwe locatie?
Job: Ja, maar in ieder geval niet in dit stadsdeel.


THUMP legde de uitspraken van
Cruquiusgilde voor aan de gemeente, die schriftelijk met deze verklaring kwam: Het Cruquiusgilde (CQG) geeft een onjuist beeld van de werking van de meters. Het klopt dat in de opstartfase een te gecompliceerd scherm was geïnstalleerd en dat de meters begin dit jaar een paar dagen eruit hebben uitgelegen. Er is geen sprake van dat de meters het wekelijks niet doen. Het kan voorkomen dat de verbinding met de buitenmeter zo nu en dan wegvalt. Wanneer deze meter uitvalt, kan CQG altijd nog inzien wat hun geluidsproductie in de inrichting is en hun geluidsniveau aanpassen. Onze inspecteur heeft hierover telefonisch contact gehad en is op een van de avonden ook langsgekomen naar aanleiding van hun e-mail. De continue geluidsmeters hangen aan de Borneokade. De overlastmeldingen kwamen met de start van de 24-uurshoreca opeens vanuit een andere richting, waar geen continue geluidsmeters hangen. Om die reden hebben we op die locaties metingen verricht. We hebben een aantal gesprekken gevoerd met CQG. In die gesprekken hebben we de gegevens van de continue geluidsmeters met hen gedeeld. Ook is in die gesprekken een aantal keer het akoestisch onderzoek, dat in opdracht van CQG is gemaakt, besproken. In dat onderzoek staat dat er 89 dB(A) geproduceerd kan worden om binnen de wettelijke geluidsnormen te blijven. CQG gaf aan een aantal maatregelen te nemen om te zorgen dat er minder overlast zou komen voor omwonenden, zoals bijvoorbeeld het plaatsen van een container voor de ingang. Ze gaven echter aan geen grote maatregelen te willen nemen en ook geen nieuw akoestisch onderzoek te willen laten opstellen.

In de jaren 2014 en 2015 waren er regelmatig klachten van omwonenden. Met het verkrijgen van de 24-uursvergunning zijn de klachten echter sterk toegenomen. Dit is voor ons mede reden om maatwerk op te leggen.

Wethouder Thijs Reuten:
Het maatwerk dat nu opgelegd wordt heeft helemaal niks te maken met onze waardering voor de activiteiten en de unieke toevoeging die zij zijn voor het Amsterdamse nachtleven. We vinden dit echt heel erg jammer, want het is een leuke club. Maar wij zijn soepel waar het kan en streng waar het moet. We zijn echt niet bezig hier om ondernemers kapot te maken of weg te pesten, maar er is hier sprake van reële overlast voor bewoners en daar moeten we wat aan doen.