josh gondelman aan het stand-uppen
Foto door Bridget Badore
mind

Comedy was hartstikke lachen, tot het mijn echte werk werd

Leuk om van je hobby je werk te maken, maar daardoor kwam er wel opeens teringveel stress bij kijken.

Ik begon met stand-upcomedy toen ik negentien was. Het is eigenlijk het meest constante ding dat ik ooit in mijn volwassen leven heb gehad. Sinds het moment waarop ik voor het eerst op het podium stond heb talloze banen, vriendschappen, relaties en woonplekken gehad. Ik probeer al vijftien jaar mensen aan het lachen te krijgen – wat best lang is, als je bedenkt dat de meeste mensen die dit lezen waarschijnlijk nog nooit van mij hebben gehoord. Stand-uppen is een houvast geworden, het helpt me erdoorheen als ik het moeilijk heb.

Advertentie

Het troostende zit ‘m niet per se in het lachen van het publiek – al voel ik me vaak wel beter als er flink wordt geschaterd. (Hoewel, soms lachen mensen zó overdreven veel dat het eigenlijk geen reet meer betekent.) Maar los van hoe goed ik presteer, is het podium een plek waar ikzelf de controle heb. En dat is lang niet overal het geval.

De routine is meestal ongeveer hetzelfde, ongeacht waar ik ben. Ik kom aan, en klets tijdens het wachten alvast wat met andere comedians. Sommige collega’s hebben daar altijd wel zin in, anderen zijn meer op zichzelf, of zitten nog wat aantekeningen te maken voor hun set. Als je even wegloopt zal niemand je onbeleefd vinden – er zijn niet echt verplichtingen. Ik kan komen en gaan zonder mezelf te hoeven verantwoorden.

Op de avond na de begrafenis van mijn oma, heb ik drie sets opgevoerd. Het voelde goed om de dag door te hebben gebracht met mijn familie, maar daarna was ik ook blij dat ik een reden had om weer even weg te gaan. En vooral: om naar een plek te gaan waar mensen zijn die alleen maar dingen over me weten die ik ze zelf vertel. Een plek waar ik rustig achter de coulissen mijn beurt af kan wachten. Een plek die elke keer anders kan zijn, maar toch altijd vertrouwd voelt.

De ene keer sta ik tien minuten op het podium, de andere keer een uur – dat hangt af van de locatie. Zenuwachtig ben ik nooit meer echt. Geconcentreerd, maar ontspannen. Ik moet mijn hoofd er natuurlijk wel bij houden, maar ik heb het inmiddels zo vaak gedaan dat ik me niet meer de hele tijd zorgen maak of ik het wel goed doe. Er kunnen precies twee dingen gebeuren: mensen lachen, of niet. Dat is het enige waar ik me mee bezig hoef te houden – niemand zal verder tegen me praten, en als ik mijn telefoon in m’n broekzak voel trillen kan ik ‘m gewoon negeren. Het doet er niet toe dat ik mijn belastingaangifte nog moet doen, er nog een stapel afwas in de keuken staat weg te schimmelen of dat een vriend boos op me is omdat ik z’n bruiloft heb moeten missen. Ik ben daar, in het moment. Ik praat, mensen luisteren, en dat is alles.

Advertentie

Stand-upcomedy is wat dat betreft best gezond. En inderdaad, je hoort weleens dat het therapeutisch kan werken. Dat het voor een comedian een gelegenheid is om zijn of haar hart te luchten, en stress en pijn om te zetten in iets leuks, dat misschien zelfs nieuwe inzichten oplevert.

Toch merkte ik na mijn oma’s begrafenis dat die drie sets te veel voor me waren. Tijdens de laatste hield een of andere dronkelap in het publiek maar niet op met praten. Ik kon het niet opbrengen om er gevat op te reageren, en voor ik het doorhad zei ik hardop in de microfoon dat hij wat mij betreft dood neer kon vallen. En nee, daar ben ik niet trots op.

Stel dat je therapeut jou zou betalen, en zou verwachten dat je hem of haar aan het lachen zou krijgen. Aan de ene kant zou dat de psychische gezondheidszorg een stuk leuker maken, maar aan de andere kant zal het je op emotioneel vlak waarschijnlijk niet veel verder brengen. Stand-upcomedy mag dan helpen om te ontladen, maar dat is toch net wat anders. In plaats van psychotherapie is het eerder fysiotherapie: je voert steeds dezelfde bewegingen uit, op een regelmatige basis, om uiteindelijk een resultaat te behalen. Alsof je naar de sportschool gaat, dus eigenlijk. (Alleen iemand die zelf nooit naar de sportschool gaat zou iets als ‘af en toe een uurtje grappen maken’ met sporten durven te vergelijken, maar oké.)

Comedy is mijn werk geworden, waardoor het ook minder iets is geworden waarmee ik afstand kan nemen van allerlei andere dingen in het dagelijks leven. Als je van je hobby je werk maakt, kan dat wel ten koste gaan van die hobby. Hoe belangrijker comedy werd in mijn leven, hoe meer het als verplichting begon te voelen, en hoe minder als ontsnapping. Ik had behoefte aan een ontsnapping van precies datgene wat mijn ontsnapping wás.

Drie weken nadat mijn oma was overleden ging ik naar een concert (shoutout naar The Hold Steady!), met mijn trouwambtenaar en een oude vriend van het stand-uppen (dat zijn twee verschillende mensen). Ik was overweldigd door de muziek, onze vriendschap en de gin die mijn vriend Dan me telkens maar bleef inschenken. Ik gaf mezelf helemaal over aan de muziek en stond daar met tranen in m’n ogen. Ik was daar, in het moment. Na de show ging ik met de taxi naar huis, en kotste ik op de wc-bril. En nee, ook daar ben ik niet trots op. Maar ik heb de hele avond geen greintje stress gevoeld.

Ik probeer dat soort avonden nu zo vaak mogelijk te hebben (afgezien van het overgeven dan). In plaats van zelf op te treden in mijn vrije tijd, ben ik nu vaker de toeschouwer – meestal bij concerten, aangezien ik bij comedyshows van anderen altijd bedenk hoe ik het zelf anders had gedaan. Ik spreek af met vrienden, in plaats van dat ik alleen ga. Ik erger me er niet meer aan als iemand een uur te laat op het podium komt. (Begint het nou om acht uur of gaan de deuren open om acht uur? Best ‘handig’ om te weten?!)

Zodra het begint denk ik niet aan mijn eigen werk, mijn belastingaangifte of die vriend van die bruiloft, die nog altijd teleurgesteld in me is. Ik laat me overrompelen door de muziek. Het werkt ook weleens níet, maar dan nog voelt het gezond om midden in het publiek te staan. Het helpt me eraan te herinneren dat ik niet altijd de controle hóef te hebben – het is oké om iemand anders juist mijn stress en pijn om te laten smelten tot iets leuks, en als het even kan tot een nieuw inzicht.