Ik voel me raar. Deels omdat ik veel vroeger ben opgestaan dan ik gewend ben, en deels omdat ik in een trein naar Sussex zit om bedwantsen uitgeroeid te zien worden.
Ik ben op weg om bedwantsenspecialist Hugh Barrie te ontmoeten. Wat ik op dit moment van hem weet is dat hij een Schot is die in Bournemouth woont en professioneel bekendstaat als Bed Bug Doctor. Oh, en hij haat Londen – vandaar dat hij daar ook geen opdrachten aanneemt, en dat is ook meteen waarom ik een volle twee komma nog wat uur moest reizen om hem te ontmoeten.
Videos by VICE
Mijn taxi zet me af aan het eind van een doodlopende straat in een woonwijk. Onderaan de oprit van het gebouw zie ik een wit Ford Transit Custum-busje, waarin een warmtegenerator staat die verbonden is met lange grijze buizen die het gebouw in leiden.
Barrie staat naast het busje, met een lach op zijn gezicht. Zijn eerste vraag is of het een opgave was om hier te komen, en ik geef toe dat dat wel een beetje het geval was. Terwijl ik de omgeving in me opneem vertelt hij me dat er niks over ongedierte op z’n busje staat en dat hij geen persoonlijke beschermingsmiddelen draagt, omdat buren zich anders erg druk maken.
“Iedereen kijkt uit het raam en zegt ‘Wat is hier nou weer aan de hand?’” zegt hij. “Stel je voor hoe ze zich zouden gedragen als er ‘bedwantsen’ op mijn busje stond. Er hangt veel stigma omheen.” Maar dat zou er niet moeten zijn, zegt hij, want iedereen kan ze krijgen. Als er naar gevraagd wordt vertelt hij zijn buren dat hij motten komt bestrijden: “Het is dezelfde behandeling.”
In plaats van een soort gaspak draagt Barrie een roze Hugo Boss-polo met een nepzakdoekje in de borstzak, een legerbroek en donkergroene Karimor wandelschoenen. Hij is 59 jaar, gebruind, heeft kort wit haar, een vriendelijk gezicht en wat paarse aderen op zijn wangen. Barrie is, net als zijn ongediertebestrijdende broer Richard – die ik toevallig gisteren sprak voor een ander bedwantsgerelateerd verhaal – een aardige, vaderlijke Schotse kerel.
Barrie is al sinds tien over half vijf ‘s ochtends wakker, en is hier al meer dan een uur. Hij vertelt me dat de gele kachel “gewoon een grote brander is” die 16 liter diesel per uur verbruikt en 512.000 BTU (British thermal units) genereert, wat blijkbaar erg veel is. Aan de binnenkant zit een centrifugale ventilator, waardoor het apparaat zo snel en over zo’n lange afstand hete lucht kan blazen. De lucht komt eruit met een temperatuur van 75 graden. Hij vertelt nog wat meer dingen over de kachel en daarna hebben we het weer over de bedwantsen.
Barrie krijgt een telefoontje en tikt me halverwege zijn gesprek op de arm zodat ik meeluister. Hij vraagt de beller hoe die weet dat hij bedwantsen heeft. Barrie vertelt dingen over hoe de poep van de beesten eruitziet (“een kleine rode wijnvlek”) en dat ze in één dag 30 meter kunnen lopen. Barrie laat de beller precies uitleggen waarom hij bedwantsen denkt te hebben, zodat hij er 100 procent zeker van kan zijn dat het een daadwerkelijke plaag is. Hij zegt dat hij niet kan garanderen dat hij elke bedwants te pakken krijgt, tenzij de slaapkamers boven in het huis tot 56 graden en warmer worden verwarmd, en er op alle andere plekken gespoten wordt. Nog een nieuwe klant binnengehaald.
Barrie krijgt flink wat telefoontjes in de viereneenhalf uur die ik met hem doorbreng – veel daarvan zijn nieuwe bedwantsopdrachten. Zijn bedrijf is werkzaam door heel Groot-Brittannië, en Barrie neemt de opdrachten in Zuid-Engeland voor zijn rekening. Hij zegt dat ze in de afgelopen tijd een paar flinke contracten hebben getekend, waaronder bij vakantieparken.
We kijken nog eens naar de kachel en de pijpen, en dan naar de bovenramen. “Je zou daar bezwijken”, zegt Barrie, als je daar gedurende de hele behandeling boven zou zijn. Ik vraag hoe heet een sauna is. “Iets van 40 graden,” antwoordt hij.
“Dus het is daar boven warmer dan een sauna?” vraag ik.
“Ja.”
En is het gevaarlijk?
“Het is niet alsof je de atmosfeer binnenkomt en spontaan in vlammen uitbarst, nee,” zegt Barrie.
Ik vertel Barrie over de motten in mijn kleren, en dat ik in de afgelopen twee jaar ruim 100 van die beesten heb gedood. Zijn gezicht licht meteen op en hij zegt vol energie – onder andere – dat ik rond de rand van het tapijt naar schade moet kijken. Ik zeg dat ik er onderhand vrede mee heb gekregen. “That’s life”, zingt Barrie zachtjes als een Schotse Sinatra.
Barrie verdwijnt achter de voorkant van zijn busje en komt terug met twee Clearview Bed Bug Monitors, een doolhofachtig apparaat dat zijn bedrijf heeft ontworpen om bedwantsen te vangen. Bedwantsen kruipen erin, laten hun feromonen achter, en hopen zich dan aan de binnenkant op. Door de plastic bedekking kun je de kleine rotbeesten bekijken, om te zien of je nog steeds een probleem hebt, of zelfs of het een ander soort ongedierte is. Ze geven ze aan de bewoners nadat het huis behandeld is. Hij geeft me er twee om mee naar huis te nemen.
Onze dag is doorspekt met interessante bedwantsfeitjes: Wist je bijvoorbeeld dat bedwantsen, hoewel het nachtdieren zijn, zich aan kunnen passen als de mensen waar ze op voeden nachtdiensten heeft? Bedwantsen raken afgestemd op het co2- en feromonensignatuur van hun mens, dus ze weten precies wanneer ze ervoor kunnen gaan en uit hun hol kunnen kruipen.
Ik vertel Barrie dat we op een gegeven moment een TikTok moeten opnemen, en dat ik een beetje aarzel omdat ik nog nooit zoiets heb gedaan. Ik zeg dat ik me een beetje oud voel voor TikTok. “Waarom niet? Gewoon accepteren voor wat het is,” moedigt Barrie me aan. Zijn ondersteuning kenmerkt onze dag samen. In zekere zin leggen we allebei aan elkaar uit hoe we hier zijn beland, bedwantsen aan het roosteren in dit nietszeggende naoorlogse huis.
Hoewel ik hem per ongeluk heb ontdekt, blijkt dat Barrie momenteel best wat aandacht van de media heeft: Hij heeft twee keer in The Telegraph gestaan, een keer in de Daily Star, is op de plaatselijke BBC-radio verschenen en op het plaatselijke ITV-journaal. Er is nu veel vraag naar bedwantsspecialisten – dit is hun moment. Barrie’s moment.
“Dus, wil je een kijkje nemen?” vraagt Barrie. We gaan het huis binnen en klauteren over de stapel opblaasbare buizen die iets weghebben van een enigszins verontrustende zachte speelruimte. Het is hier merkbaar warmer – zelfs met de voordeur open. Ik beweeg me enigszins schaapachtig omdat ik denk ik niet echt weet of de buizen gevaarlijk zijn of niet, maar Barrie tilt er gewoon een opzij alsof het een opvouwbare glijbaan is en loopt de trap op. “Kom maar boven.”
Het is boven inderdaad bloedjeheet, alsof we in een andere klimaatzone zitten. “Oh wauw,” zeg ik, en mijn ademhaling wordt meteen een stuk zwaarder. “Ach, dit is nog niet zo heet,” zegt Barrie. De twee slaapkamers worden volgepompt, en in elke kamer staat een industriële ventilator die de lucht rond blaast. Naarmate de dag verloopt zal hij de richting van de ventilator blijven aanpassen.
De meeste bezittingen van de bewoners staan nog in het huis, maar hij heeft alles uit de slaapkamer gehaald wat door de hitte zou kunnen smelten. (Bedwantsen zijn bijna altijd in slaapkamers te vinden omdat ze daar eten (blegh).) De hitte is beklemmend. “Ik bedoel, het komt er met 75 graden uit,” zegt hij terwijl hij naar de opening van de buis kijkt. “Hij staat nog maar een half uur aan,” zegt hij. De bedwantsen zullen hier nog drie uur van kunnen genieten.
Barrie scharrelt rond bij het lakenloze bed en vindt een dode bedwants voor me. “Ze vallen hier nu van af,” zegt hij. Ik tik de metalen afwerking van het bedframe aan en het voelt als een pan die bijna suddert. “Stel je voor. Daar valt niet in te leven,” voegt Barrie toe. Later zal Barrie een deken over de deuren hangen om de hitte in de slaapkamers te houden. De ramen blijven open omdat het behang van de muren zal afbladderen als het te heet wordt.
Hittebehandeling is een redelijk nieuwe aanpak om bedwantsen te doden, die in de afgelopen tien jaar als onfeilbare methode is uitgevonden om plagen aan te pakken. Insectenverdelgers (meestal een soort spuit) zouden moeilijk bereikbare schuilplekken, zoals onder de vloerplaten, kunnen missen, maar met hete lucht is dat niet het geval. Bedwantsen en eitjes sterven binnen een minuut als ze aan 48 graden worden blootgesteld. Barrie verwarmt de kamers boven voor de zekerheid tot een temperatuur van hoger dan 56 graden. De gang en trap boven worden als prettig nevenproduct ook opgewarmd.
Over een paar uur, als de hittebehandeling voorbij is, zal hij ook het hele huis met Cimetrol Super bespuiten – het enige bestrijdingsmiddel dat werkt, zegt hij – en over twee weken komt hij terug en gaat hij het hele huis nog een keer veel grondiger besproeien. Alles bij elkaar kost het 1000 pond (1147 euro) plus btw.
Voordat dat allemaal gebeurt, zet Barrie echter een kopje thee en kletsen we wat in de keuken.
Ik vraag hem hoe Barrie en zijn broer Richard als bedwantsspecialisten aan beide uiteinden van Groot-Brittannië zijn geëindigd. Het blijkt dat Richard het hoofd van de Schotse afdeling van Rentokil was en grote contracten kreeg in Groot-Brittannië en daarbuiten – Libië, Koeweit, alle plekken die ernstige plagen hebben.
Barrie was een waterskikampioen. Hij is zo’n 20 jaar geleden naar Bournemouth (dat in zijn Schotse accent als Bourne-MOUTH wordt uitgesproken) gekomen om waterskiles te geven, en hij is nooit vertrokken.
Hij was een loodgieter, maar ook “een hele slechte motocrosser… vandaar mijn polsen” (licht gezwollen). Dus toen hij fysiek moeite had met het loodgieterswerk stelde Richard voor dat hij ook de ongediertebestrijding inging. Barrie slaagde voor zijn examens en begon zijn eigen bedrijf. Hij en Richard werken samen. Hij is er nu negen jaar mee bezig.
Barrie hint naar een groot project in Portsmouth, maar hij kan me niet vertellen voor welk bedrijf het is. We moeten allebei lachen. Zijn vriend belt hem met een vraag naar rattengif. “Hij heeft ratten,” en we lachen nog wat meer. Barrie doet tegenwoordig geen andere ongediertebestrijding meer. “Te druk met al die bedwantsen.”
Wat betreft alle hysterie over plagen uit Frankrijk zegt Barrie: “Ze zijn al hier. Het kalf is al verdronken.” Zes maanden na het einde van de pandemie, toen iedereen weer op reis ging, werd hij overspoeld met telefoontjes. Hij zegt dat zijn “omzet 50 procent is gegroeid” sinds Covid.
De situatie in Frankrijk is tot op zekere hoogte echter wel serieus. “Heb je die rugbywedstrijd laatst gezien?” zegt Barrie, verwijzend naar de wedstrijd tussen Engeland en Samoa in het Wereldkampioenschap Rugby. “Daar kwamen 50.000 mensen op af, allemaal in hotels, en ze komen nu weer met zijn allen terug. Ik kan niet wachten.” Hij wrijft in zijn handen met slechts deels gespeelde anticipatie. “Ik hoop dat ze allemaal in de buurt van Bournemouth wonen!” grapt hij. “We hebben trouwens al wat belletjes gehad van mensen.” Zodra hij dit heeft gezegd gaat zijn telefoon af – het is iemand die bij het Wereldkampioenschap was.
Barrie vertelt me dat ik de westkust van Schotland moet bezoeken. “De westkust is de beste kust,” zegt hij. “Het is alsof je in Barbados bent, met al die stranden.” Hij vertelt me dat de zee daar warmer is door de Golfstroom. Ik zeg dat ik er nog nooit geweest ben. Hij neemt nog een telefoontje aan, dit keer van een gemeentebestuur over wat werk in een zorghuis. De mensen daar gebruiken een insectenverdelger die niet echt werkt. De enige insectenverdelger die zeker weten werkt is Cimetrol Super, vertelt Barrie de vrouw aan de telefoon.
Blijkbaar gebruiken sommigen gemeenteraden en ongediertebestrijders insectenverdelgers en gereedschappen die overduidelijk niet werken. Barrie zegt zelfs dat sproeibehandelingen op zich nooit werken, omdat het nooit alle eitjes doodt – zelfs niet in twee rondes. “Je mist altijd een plekje. Elke keer. Maakt niet uit hoe goed je bent,” zegt hij.
Hij vertelt me over een vrouw in een verzorgingstehuis die hij gratis probeerde te helpen nadat de gemeenteraad tot vier keer toe een ineffectieve insectenverdelger had gesproeid en haar daar 1250 pond (1433 euro) voor probeerden te laten betalen. De bedwantsen gingen nergens heen.
Barrie gaf de woning een hittebehandeling, maar na twee maanden kwamen ze terug. Hij realiseerde zich dat de bedwantsen via de andere woningen in het gebouw binnenkwamen, er dat er niks gedaan kon worden tenzij alle flats behandeld werden, iets waar de gemeenteraad niet voor wilde betalen. Het is een herinnering aan het feit dat mensen zoals Barrie soms kwetsbare mensen tegenkomen in onmogelijke leefomstandigheden. En de verantwoordelijkheid van de partij die er daadwerkelijk voor moet betalen – of dat nou gemeenteraad, huisbaas of bewoner is – kan vaak beladen zijn.
Hij vertelt me over wat andere cowboys die verouderd materiaal gebruiken die niet goed werken: “Er kruipen nog steeds bedwantsen op de muren wanneer ze klaar zijn en vertrekken.” Dan neemt hij nog een telefoontje aan – dit keer is het gewoon een collega die ergens anders aan het werk is.
Wanneer hij klaar is, vraag ik Barrie of er nog een soort vaktaal uit zijn wereld is waar de ongeïnitieerden misschien niet van afweten. “Nee, we hebben geen jargon,” zegt hij. Ik vraag hoe een zwaar besmet huis genoemd zou kunnen worden: “Goor,” zegt hij.
Het moet tegenwoordig goed toeven zijn in de wereld van bedwantsen, zeg ik, en Barrie maakt een instemmend geluid. “Het betekent gewoon dat je hard moet werken,” zegt hij. We praten over hoe hij vroeg in de ochtend begint met werken, en hij stelt voor dat ik naar Bournemouth verhuis. “Verdomme! Waarom zou je in Londen willen wonen?” zegt hij, en voegt eraan toe dat hij al rillingen krijgt als hij de ringweg van Londen bereikt.
Teruggaande naar bedwantsen vertelt Barrie me over het statische elektrische pistool dat hij later gaat gebruiken om te sproeien. Als hij met het pistool sproeit zal het elektrisch geladen zijn, wat betekent dat hij één kant van een object kan besproeien en de insectenverdelger zich om het hele object zal wikkelen.
Ik ga met Barrie op de oprit staan. Hij neemt nog een telefoontje aan – dit keer van zijn advocaat. “Hij heeft bedwantsen,” zegt Barrie terwijl hij ophangt, en we lachen weer.
We hangen nog een paar uur rond. Barrie verhuist een paar dingen naar boven en draait om de zoveel tijd wat ventilatoren om. Hij rookt een paar sigaretten op de oprit, neemt telefoontjes aan van potentiële klanten en verstuurt email na email.
Rond 1 uur ‘s middags zet hij de kachel uit en trekt hij de buizen van de trap. Ik ga in een van de ovenachtige slaapkamers staan en hoor de ventilator zachter draaien. Ik voel de haarvaten op mijn hoofd uitzetten. Ik ben onmiddellijk aan het zweten – deze hitte is geen kattenpis. Je hoeft geen persoonlijke beschermingsmiddelen nodig voor de hittebehandeling, maar wel als je insectenverdelger gaat sproeien. Ik ga terug naar de koelte van de keuken.
Barrie draagt de buizen, de branddekens en de stroomkabels het huis uit. Daarna brengt hij ook de ventilatoren naar beneden. Ik kijk toe vanuit de keuken terwijl ik een zakje Cheetos eet. Het uur van de insectenverdelger is aangebroken.
Barrie zet een beschermend masker op en gaat van kamer naar kamer terwijl hij alles besproeit met het statisch elektrische pistool. Wanneer hij ademhaalt klinkt hij als een diepzeeduiker. Wanneer het sproeiwerk klaar is, is het tijd om te gaan.
Barrie vertelt me dat er 10 bedwantsen in de grote slaapkamer zaten en tot 20 tot 30 in de andere kamer.
Terwijl hij zijn busje inlaadt vertelt hij me dat al het gereedschap hier bij elkaar 40.000 pond (45868 euro) kost – en dat is slechts één busje. Zijn bedrijf heeft er meerdere: “40 ruggen aan gereedschap, alleen maar om bedwantsen uit te roeien.”
Hij sluit de dag af met een spraakbericht aan de zoon van de huiseigenaar, waarin hij die vertelt om het huis de komende twee uur niet te betreden, en we stappen in zijn busje om naar het treinstation te gaan. We praten weer over zijn levensverhaal, en hoe hij als waterskiër in Dorset was beland. We praten ook over zijn familie – zijn drie volwassen dochters, een in Australië en twee aan de zuidkust van Engeland.
“Daar zijn we dan,” zegt hij terwijl we bij het station East Grindstead aan komen rijden. Ik vraag hem wat zijn plannen voor morgen zijn, met de gedachte dat het een mooie manier zou kunnen zijn om het artikel af te sluiten. “Het werk houdt nooit op,” zegt hij, terwijl hij in zijn agenda kijkt. “Ik ben tot november volgeboekt. Morgen ben ik… in Shrewton, wat bij Salisbury ligt.”
We schudden elkaar de hand, en met een knipoog is hij weg. Zijn ongemarkeerde busje verdwijnt achter een heg. Het werk houdt nooit op, en volgens mij zal Barrie dat ook nooit doen.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op VICE UK.
Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.