Hawa* ligt in haar moeders armen en lurkt aan een flesje. Ze is twee maanden oud, heeft al een hoofd vol krullen en ziet er zorgeloos uit voor iemand die ternauwernood niet op straat is beland. Haar moeder, Véronique, probeerde destijds met haar baby van een paar weken oud de kou te overleven. Ze werd tien dagen opgevangen in een ziekenhuis en kreeg toen een telefoontje van 115, het nummer van de noodopvang in Frankrijk. In dat belletje kreeg ze te horen dat er plek voor was in het voormalige La Rochefoucauld-ziekenhuis voor nieuwe moeders.
“Sinds juni hebben we al vijftig dakloze nieuwe moeders verwelkomd,” zegt Sihem Habchi, activiteitendirecteur van Aurore Association, de organisatie die het ziekenhuis leidt. Volgens de Regionale Gezondheidsdienst (ARS) konden 2400 nieuwe moeders sinds 2017 geen kant op nadat ze bevallen waren. Frankrijk is niet de enige met dit probleem: in het Verenigd Koninkrijk steeg de dakloosheid van alleenstaande moeders tussen 2009 en 2018 met 48 procent. En in Dublin, waar de huurprijzen de laatste jaren de pan uit zijn gerezen, ging in oktober een foto viral van een dakloos vijfjarig jongetje, die zijn eten van een kartonnen doos af eet. Volgens het World Economic Forum was Finland het enige land in heel Europa waar het aantal daklozen daalde.
Videos by VICE
“In dit centrum is een kinderverpleegkundige en kunnen de vrouwen zich medisch laten onderzoeken, aangezien hun gezondheid vaak zo fragiel is,” zegt Habchi. In het gebouw, waar de oude bordjes van de afdelingen chirurgie en radiologie nog hangen, zijn de vrouwen veilig.
Sommige vrouwen zijn tijdens hun zwangerschap uit andere landen gevlucht en hadden nooit durven dromen dat ze in Frankrijk op straat zouden eindigen. Véronique ontvluchtte haar geboorteland Kameroen vanwege haar gewelddadige echtgenoot. Melinda* is op zoek naar een baan, zodat ze haar vierjarige zoontje kan ondersteunen, die ze heeft moeten achterlaten in Ivoorkust. En Blanche* sliep op straat tijdens haar zwangerschap. Door haar land te ontvluchten, redde ze het leven van haar ongeboren kindje: “In mijn dorpje in Ivoorkust vermoorden ze vrouwen zoals ik, omdat ik geen religieuze rite heb ondergaan. Ik vluchtte om de baby in mijn buik te beschermen.”
Vaak begint het gevaar als de vrouw leert dat ze zwanger is. “Ik mocht van een vriendin in haar tweekamerappartement wonen,” zegt Melinda. “Maar toen mijn baby was geboren, wilde haar man dat ik daar wegging, vanwege het ruimtegebrek.” Priscillia uit Congo leerde dat haar vriendje, die haar zwanger had gemaakt, eigenlijk met een ander getrouwd was. Voor elk van deze vrouwen kwam er een kamer in het oude La Rochefoucauld-gebouw vrij, waardoor ze niet met hun pasgeboren baby’s op straat hoefden te slapen.
Ondanks de vreugde van hun bevalling, wachtten de jonge vrouwen op de kraamafdelingen zenuwachtig op een telefoontje van 115, om te horen of ze ergens een woonplek zouden krijgen. Dat duurde zeven dagen voor Véronique, tien voor Thérèse en drie weken voor Priscillia. De kraamafdelingen hadden geen andere keuze dan de nieuwe moeders langer te laten blijven, om te voorkomen dat ze op straat werden gezet. Zo kwamen Véronique en Thérèse twee maanden geleden bij La Rochefoucauld terecht. Melinda is een van de ziekenhuismedewerkers nog steeds dankbaar, omdat “ze een paar dagen extra voor me regelde toen ik bevallen was, zodat ik genoeg tijd had om iets te zoeken waar ik heen kon.”
Niet iedereen heeft zoveel geluk. Blanche werd drie dagen na haar bevalling gedwongen om de nachten door te brengen in de hal van het ziekenhuis waar ze was bevallen. Ze moest elke zonsopgang een andere plek zoeken. Hetzelfde gold voor Alice, die oorspronkelijk uit Roemenië komt. “Je slaapt in een stoel en je kunt je baby of je kleren niet wassen. In zulke omstandigheden kun je niet voor een kind zorgen.” Habchi van Aurore Association is botter in haar bewoordingen: “Het is mishandeling om een pasgeboren baby ter wereld te laten komen die nergens heen kan.”
“Een warme plek waar je kunt slapen en je kunt wassen, met melk en luiers voor de baby – dat is alles wat we vragen,” zeggen Melinda en Blanche, terwijl ze met hun jongetjes in hun armen lopen. Met andere woorden: toegang tot faciliteiten waardoor je lichaam en geest wat rust kunnen krijgen, aangezien de meeste vrouwen lichamelijk en geestelijk gesloopt zijn als ze in La Rochefoucauld arriveren. “In het begin sliep ik veel samen met mijn dochter in mijn kamer, omdat mijn keizersnede al mijn energie had opgezogen,” zegt Véronique. De vrouwen brengen de dagen door met wandelingen in de tuin, Franse les en dutjes. De meeste tijd brengen ze door met hun kinderen – hun “enige vertrouweling en enige familie,” zoals Véronique zegt. Soms praten de moeders ook met elkaar in de hal en helpen ze elkaar. Priscillia is bijvoorbeeld vriendinnen geworden met een andere moeder uit haar geboorteland Congo.
Af en toe zijn er ook spanningen. Er moeten wel twee moeders en twee baby’s op een kamer worden gezet, omdat de organisatie anders de toestroom van dakloze vrouwen uit de kraamafdelingen niet aankan. “Als een baby huilt, wordt iedereen wakker,” klaagt Thérèse. “En niet alle moeders hebben dezelfde gewoontes.” Sommigen, zoals Blanche en haar zoontje van twee maanden, zijn zo gewend aan lawaai dat ze er dwars doorheen slapen. Alice bekritiseert de organisatie. “Ze helpen me niet om verzekeringen te krijgen en geven me geen kleding voor de baby, dus dan moet ik het aan zijn vader vragen. En ik praat niet met de andere meiden, want ik word snel boos.” Baya Mostefaoui, de maatschappelijk werker van Alice, heeft begrip voor haar situatie. “Het is heel stressvol voor haar, vooral de gespannen relatie met de vader van het kind, die haar sloeg,” zegt ze.
Slechte voeding, geweld en stress zorgen ervoor dat de dakloze vrouwen gecompliceerde zwangerschappen hebben, volgens onderzoek van de European Federation of National Organisations Working with the Homeless (FEANTSA). En na de geboorte nemen de medische risico’s toe, “vooral door infecties of keizersneden,” zegt Linda Mokri, de kinderverpleegkundige van La Rochefoucauld. Gelukkig is er postnatale en pediatrische zorg en eten in het centrum, en kunnen de vrouwen er vaccinaties halen.
Het centrum zorgt ook voor belangrijke administratie voor de moeders. “Het is de taak van de maatschappelijk werkers om hen te helpen met hun papieren en verzekeringen,” zegt Mostefaoui. “Ik zeg ze voor welke verschillende soorten financiële steun ze in aanmerking komen, als ze eenmaal hun papieren hebben. Tot die tijd krijgen ze niets.” Aangezien een typisch verblijf in het oude ziekenhuis niet langer dan drie maanden duurt, proberen de maatschappelijk werkers een basis te leggen voor de toekomst van de vrouwen. Mostefaoui heeft bijvoorbeeld al het verlengformulier van Thérèses AME [medische zorg van de staat] ingevuld, zodat ze die straks alleen nog maar hoeft in te leveren als ze het centrum verlaat.
De laatste drie maanden heeft Véronique veel nagedacht over haar toekomst en die van haar baby. Ze heeft nu een verblijfsvergunning voor drie maanden en een baantje bij een schoonmaakbedrijf gekregen, wat haar rust geeft. “Als ik straks naar mijn eigen studio vertrek, komt er hier een plek vrij voor een andere vrouw die dat nodig heeft,” zegt ze. Alice, Melinda en Priscillia zien ook een gelukkige toekomst voor zichzelf en hun kinderen voor zich. Alice wil een opleiding tot bewaker volgen, zodat haar kind “naar school kan gaan en een advocaat kan worden.” Melinda en Priscillia zijn van plan om voor ouderen te gaan zorgen, zodra ze hun papieren hebben.
Hoewel hun kinderen hen helpen om positief te blijven, zijn veel vrouwen toch bang om uit het centrum te vertrekken. “Hun volgende hoofdstuk speelt zich misschien wel af in een crisishotel of een noodopvangcentrum voor de langere termijn,” zegt Habchi. “Maar geen enkele vrouw zal dit centrum verlaten zonder dat ze ergens terecht kan.” Maar omdat het centrum in april 2020 zijn deuren moet sluiten, hebben de kwetsbaarste vrouwen en baby’s van Parijs op de lange termijn geen enkele garantie.
* Sommige namen zijn veranderd om de privacy van de geïnterviewden te beschermen
Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE France.