Tech

De academische wereld lijkt verdacht veel op een criminele organisatie

Voor promovendi is tegenwoordig (bijna) geen plek meer in de academische wereld. Het aantal gepromoveerden in Nederland neemt nog steeds toe, maar vanwege de afname van universitaire studenten zijn deze in het wetenschappelijke landschap vaak niet meer nodig.

Op de website van het Promovendi Netwerk Nederland staat dat voor maar slechts 30% van alle promovendi een aanstelling op de universiteit is weggelegd, terwijl 80% van alle afgestudeerden dit ambieert. Daarvan komt maar slechts 10% in onderzoeksgerelateerde functies buiten de universiteit terecht. Kortom, er is Nederland maar slechts voor 30% van de promovendi een plaats ingeruimd in de wonderlijke wereld van de academische wetenschap.

Videos by VICE

De concurrentie binnen de academische wereld is dus groot, wat de kans op een vaste baan met een leuk inkomen automatisch verkleint. Dit wordt momenteel versterkt door de kleinere stroom studenten uit het VWO en het leenstelsel dat op 1 september 2015 wordt ingevoerd. Hierdoor zijn er steeds minder universitaire docenten nodig. Desondanks worden promovendi nog steeds flink toegejuicht door de universiteiten (misschien ook niet zo gek als je bedenkt dat een universiteit 93.000 euro overheidssubsidie ontvangt voor iedere promovendus).

Het aantal dissertaties in Nederland stijgt nog steeds. Afbeelding: KUOZ

Alexandre Afonso, hoogleraar Comparative Politics aan het King’s College in Londen, vergeleek in een artikel voor de LSE (The London School of Economics and Political Science) de structuur van de academische wereld met die van een drugsbende. Toegegeven, je hebt met een baan in de wetenschap een grotere kans om ouder dan 30 jaar te worden, maar beide beroepsvelden vertonen toch opvallende overeenkomsten.

Beide beroepsgroepen bieden geen garantie voor een stabiele baan en inkomen, maar hebben allebei geen moeite om nieuwe leden te werven. Dit komt namelijk door wat Afonso “the prospect of wealth” noemt. Beginnende drugsdealers zijn bereid om de risico’s van een laag inkomen en de gevaren van het criminele leven voor lief te nemen, in de hoop om later een grote drugsbaron te worden en veel geld te verdienen. Hetzelfde geldt voor pas afgestudeerde academici. De kans op een baan en een goed salaris in de academische wereld is klein, maar zij zijn bereid om deze risico’s te nemen in de hoop op een goede functie in de toekomst.

Daarnaast zijn beide groepen sterk afhankelijk van de “outsiders”. Dit zijn de mensen die zich als laatste aansluiten bij een groep (bijvoorbeeld nieuwe straathosselaars of pas afgestudeerden). De “insiders” hebben zich al verzekerd van een stabiele positie binnen de groep. Zij willen deze positie koste wat het kost behouden, waardoor de opklimkansen voor de nieuwkomers behoorlijk afnemen.

Deze trend wordt de dualisatie van de markt genoemd. De positie van de mensen met een stabiele functie en inkomen wordt alleen maar sterker, terwijl de nieuwkomers steeds afhankelijker zijn van onzekere parttime of freelance contracten. Toch zijn beide groepen sterk afhankelijk van deze nieuwkomers die bereid zijn om een onzekere baan te nemen in de hoop op een betere functie en meer prestige in de toekomst.

Slechts 30 procent van alle academici vindt een baan binnen de wetenschap. Afbeelding: ANP

Deze afhankelijkheid komt tot stand doordat de “insiders” veel van hun taken uitbesteden aan de “outsiders”. In de drugswereld zijn dit bijvoorbeeld de riscovolle en slecht betaalde opdrachten, zoals het dealen van harddrugs op straat. In de academische wereld zou je deze taken kunnen vergelijken met een parttime functie als docent op de universiteit. Dit terwijl het doen van onderzoek momenteel erg belangrijk is voor de economie. Het resultaat is uiteindelijk dat kern van insiders krimpt en de groep outsiders steeds groter wordt en de kern in steeds grotere mate afhankelijk blijft van de outsiders. Veel universiteiten kunnen ondanks deze feiten nog steeds rekenen op een toenemende stroom van academici, omdat het beeld van prestige, aanzien en een goede betaalde en stabiele baan in stand gehouden wordt.

In Nederland lag het aantal universitaire flexwerkers op zo’n 60 procent. De promovendi in Nederland krijgen in eerste instantie bijna allemaal een tijdelijke aanstelling. De meesten solliciteren na hun promotie naar een post-doc functie, waarbij zij door een universiteit tijdelijk voor 2 tot 4 jaar worden aangesteld. Op het internet zijn veel verhalen te vinden over mensen die na hun post-doc periode nooit een vaste aanstelling hebben gekregen en op deze manier gedwongen worden om hun heil buiten de wetenschap te zoeken.

wetenschappelijk onderwijs het leenstelsel bezuinigingen op het wetenschappelijke onderzoek