Tech

De affaire tussen mensen en Neanderthalers was maar van korte duur

Een man die 36.000 jaar geleden langs de Don-rivier in Rusland leefde is een belangrijk onderdeel geworden van ons begrip van de harde wereld van vroege Europese jager-verzamelaars. Hij wordt “K14” genoemd en zijn genoom is door een internationaal team onder leiding van Eske Willerslev van de Universiteit van Kopenhagen onderzocht. De onderzoekers hebben vandaag hun resultaten gepubliceerd in Science.

Het onderzoek onthulde twee cruciale inzichten in onze duistere Europese prehistorie. Het eerste inzicht is de zeer precieze schatting van wanneer mensen en Neanderthalers zich samen voortplantten. Dit resulteerde in een “uitwisselingsevenement” die een genetische vingerafdruk heeft achtergelaten bij iedereen van Euraziatische afkomst. Een onderzoek dat vorige week is gepubliceerd, schatte dat deze korte liefdesaffaire tussen twee soorten ergens tussen 50.000 en 60.000 jaar geleden plaatsvond. Willerslev’s team was in staat om dit getal beter te definiëren, namelijk 54.000 jaar geleden.

Videos by VICE

Nu we hebben geaccepteerd dat we allemaal deels Neanderthaler zijn, is er een groter mysterie dat Willerslev’s team opwerpt – waarom duurde de fling tussen de twee verschillende soorten zo kort? Het lage percentage van Neanderthaler-DNA in moderne mensen suggereert dat de liefde snel weer bekoelde. Toen ik aan Willerslev vroeg waarom dit zo was, noemde hij het de “million dollar question.”

M. M. Gerasimov met zijn collega’s tijdens de opgraving bij K14 (MArkina Gora), 1954. Beeld: Peter de Grote Museum

“Niemand weet het,” vertelde hij me. “De enige manier om verder te komen is door meer genomen te onderzoeken van prehistorische mensen. Om erachter te komen wat er echt gebeurd is, hebben we meer oude genomen nodig uit het Laat-paleolithicum.”

Als dat niet al kwellend genoeg is voor één paper heeft Willerslev’s team ook nog ontdekt dat onze vroegste Europese voorouders in principe in een Game of Thrones-wereld van eeuwige winter leefden. Ze werden blootgesteld aan de vrieskou van het Laatste Glaciale Maximum als een uitdijende metapopulatie van drie grote geslachten: West-Europeanen, Oost-Aziaten en een derde mysterieus geslacht die nog in kaart moet worden gebracht.

“De toestand in Europa tijdens de laatste ijstijd moet ongelofelijk hard zijn geweest en tijdens het [Laatste Glaciale Maximum] onvoorstelbaar,” vertelde co-auteur en evolutionair bioloog aan Cambridge Marta Mirazón Lahr me.

“Dit is één van de redenen waarom we denken dat de ontdekking van de genetische overeenkomsten van Europeanen van de afgelopen 40.000 jaar die door het genoom van Kostenki is onthuld zo buitengewoon is,” ging ze verder. “Deze periode was het meest extreme klimaat waar populaties van de moderne mens ooit in hebben geleefd. En hoewel het invloed had op de hele wereld, was het bijzonder heftig in Europa.”

“Het feit dat deze strengen DNA de omwentelingen van het klimaat en de laatste ijstijd hebben overleefd, terwijl populaties gefragmenteerd waren en er vele verdwenen, dat is echt verbazingwekkend,” zei ze.

De archeologische vondsten bieden enig inzicht over hoe onze voorouders konden overleven in deze kwaadaardige omgeving. Er is bewijs dat ze huiden aan elkaar naaiden met behulp van naalden gemaakt van botten. En de gemeenschap op de Kostenki vindplaats had verfijnde tenten van mammoet skeletten. “Maar de winters zijn waarschijnlijk alsnog zó koud en zó lang zijn geweest,” zei Mirazón Lahr.

“Het beeld wat naar voren komt is dat van een metapopulatie,” ging ze verder. “Een populatie die bestaat uit talloze kleine groepen, elke een splinter van een andere groep, elke draagt een stempel van de gemeenschappelijk voorouders plus hun eigen aanpassingen en eigenheid. Sommige groepen verdwijnen en andere overleven om hun genen door te geven aan de volgende groep.”

“Het genoom van Kostenki openbaart het karakter en diversiteit van één zo’n groep, één die zo vroeg leefde in deze geschiedenis dat zijn genen vervolgens herverdeeld zijn in de talloze groepen die tegenwoordig in Europa leven,” vertelde ze.

Een illustratie van de Kostenki man. Philip Nigst, University of Cambridge

Het team kwam bij hun resultaten door het Kostenki-genoom te vergelijken met meerdere monsters vanuit verschillende perioden en achtergronden. In het onderzoek is er gebruik gemaakt van oude Neanderthal fossielen, een jongen uit het paleolithicum uit Mal’ta in Siberië en de “Iceman” die in de Alpen is gevonden. Daarnaast werden er nog duizenden monsters van recente menselijk DNA gebruikt.

Stukje voor stukje beginnen wetenschappers dichter bij het complete verhaal te komen van onze vroegste voorouders, waarbij hun eigen lichamen de genetische getuigen zijn van hun proberen en omwentelingen. En gegeven dat het nu al bestaat uit onder andere een korte liefdesrelatie tussen twee soorten en een periode van ongehoord klimaatgeweld, lijkt het erop dat dat verhaal – ons verhaal – behoorlijk dramatisch gaat worden.