Identiteit

De allerrijksten mesten zich vet op ons: wie zijn de echte parasieten?

bogatii sunt parazitii, cum se ridica bogatii pe spatele saracilor

Een van de dingen die we geleerd hebben uit de eerste twee jaren van de pandemie? Dat hoewel de inkomens van de meesten daalden door de pandemie, het fortuin van de tien rijkste mensen in de wereld meer dan verdubbeld is. Hier nog wat andere feiten, gewoon voor de lol: de rijken vervuilen overduidelijk veer meer dan de armen, en zij die het meeste lijden onder de gevolgen van de klimaatcrisis, zijn degenen die de minste verantwoordelijkheid dragen. Ondanks dat we niet goed weten wat te doen met onze klimaatimpotentie, en de stijgende levenskosten ons pushen om minder te eten (of ons minder te verzorgen, de verwarming lager te zetten, ons minder pleziertjes te gunnen, de lijst is nogal lang …), zien we de allerrijksten hun fortuin – meer dan ooit voorheen – aandikken. 

De multinationals met hun wedstrijd van ‘om ter meest’ en de kortzichtigheid van grote vermogens brengen de wereld steeds meer uit balans. Er is geen balans meer. De privileges die sommigen genieten versterken alleen maar de ongelijkheid ten opzichte van anderen. En toch wordt die ongelijkheid en de dominantie over de ‘lagere’ klasse gerechtvaardigd door de retoriek van de meritocratie. Om maar een van de meest banale concepten van de moderne wereld aan te wijzen. Hun comfortabele levensstijl is gebouwd op een productiemethode waarvan zij, en alleen zij, profiteren, en dat ten koste van de arbeidersklasse, wier rechten constant worden beperkt door de neoliberale logica van de rijksten. 

Videos by VICE

Het concept “success” is achterhaald, verdraaid. Er wordt naar de verkeerde mensen opgekeken, en we wijzen degenen af die het niet verdienen. Wat is de kost voor uitkeringsfraude in vergelijking met belastingontduiking? En toch praten we niet over belastingontwijkers als parasieten op de maatschappij. Integendeel, we wijzen liever eerder de mensen aan – voor hun zogenaamde hoge kosten voor de maatschappij – die het meeste lijden onder die dominerende mechanismen: de sans papiers, de daklozen, de werklozen, enzv. 

Nicolas Framont (34) is een Franse socioloog. In 2013 startte hij met het magazine Frustration, een geëngageerd opinieblad dat praat over de sociale problematiek. Hij publiceerde ook enkele boeken, en zijn vierde is nog maar net uit. Parasites (van uitgeverij Éditions Les Liens qui Libèrent) start met de zin: “De parasieten zijn niet degenen die we denken dat ze zijn.” Het doelwit? De bourgeoisie, de vermogenden, zij die aan de top van de sociale piramide staan, die boven de werkende klasse – en de maatschappij in zijn geheel – uit torenen. De schrijver ontwikkelt in bijna 300 pagina’s een argument waarom “deze klasse ons niets oplevert, meer kost dan ze opbrengt, en ons naar een ecologische ondergang drijft.” Zoals een vonk die het vuur van verzet aanwakkert, zorgt Parasites ervoor dat men klappen wil uitdelen, maar toont tegelijk ook hoe je die woede kan omzetten in actie. 

We praatten met hem over de klassenstrijd, taal en waarom de allerrijksten een echte plaag vormen. 

VICE: De rijken worden vaak gezien als mensen die werkgelegenheid scheppen, de economie vooruithelpen, risico’s nemen …
Nicolas Framont:
Ik weet niet of je er al eens op hebt gelet, maar deze formules worden in het algemeen nooit bewezen door voorbeelden of demonstraties. Het zijn vanzelfsprekendheden waar zelden aan getwijfeld wordt. En dat wou ik net doen in Parasites. Als we eens kijken naar de loopbanen en invloeden van de huidige grote namen in Frankrijk, dan beseffen we pas dat dit mensen zijn die jobs van tafel hebben geveegd, zoals bijvoorbeeld de grote distributeurs die kleine zaken de kop ingeduwd hebben, of ze veranderd hebben, zoals Amazon, Uber, enzovoort. De balans op vlak van tewerkstelling is negatief: het is ofwel verminderd – vandaar de structurele werkloosheid – ofwel onzekerder geworden. 

Op vlak van investeringen of het vergroten van vermogens, zijn het absolute waanideeën. Ten eerste kun je enkel met werk geld verdienen, dus omdat de bourgeoisie generaties lang al de opbrengsten van de werkkrachten int, kunnen ze “investeren” in de economie. En als we kijken naar wat ze investeren, dan pas beseffen we hoeveel ze verdienen, want ze betalen zichzelf eerst in de vorm van dividenden. Sinds het jaar 2000 hebben Franse aandeelhouders zichzelf meer betaald dan wat ze hebben uitgegeven aan nieuwe aandelen: ze kosten ons dus meer dan ze zelf verdienen. 

En de zin “we houden niet van succesvolle mensen”?
Goh, nee: we houden niet van mensen die falen. Want tussen de claims van de bourgeoisie – dat ze vermogens creëren, investeringen doen – en hun werkelijke acties, bestaat een grote discrepantie. Hoe kun je nu spreken van success? Hun sociale en ecologische impact is gigantisch. We hebben het zeker over een klasse van losers, die ook nog eens mythomanen zijn. 

“De media en culturele producties spreken amper over de klassenstrijd, die nochtans een heet hangijzer is, temidden van onze levens.” 

Denk je dat we goed genoeg voorzien zijn om de retorische manipulaties van de dominante klassen te weerstaan?
Steeds beter, denk ik wel. De jaren 80 en 90 – toen globalisering echt gezien werd als iets positiefs – zijn lang voorbij. Toen werden bazen nog gezien als innovatieve ondernemers, en had men hoop op een betere wereld, gecreëerd door kapitalisme. Nu hebben we de theorie getest en zien we hoe begrensd dit systeem is en de mensen die ervan profiteren. Maar we moeten ons zorgen maken wanneer de meeste media onder hoede zijn van miljardairs en de voornaamste meerderheid van journalisten – die vaak komen van de lagere bourgeoisie, kijk maar naar de statistieken van de journalistieke scholen – niet kritisch genoeg zijn ten opzichte van de klassenmaatschappij, of gewoon niet bewust zijn van haar bestaan. De media en culturele producties spreken amper over de klassenstrijd, die nochtans een heet hangijzer is, temidden van onze levens. Dat betekent dat onze gerechtigde woede amper tot geen weerklank vindt, en daardoor voelen we ons vaak alleen in die gedachten. Daarom ben ik begonnen met Frustration, met vrienden: zodat degenen die de kapitalistische samenleving haten zich minder alleen voelen, sterker. 

Waarom zijn de allerrijksten, de bourgeoisie, de echte parasieten?
De bourgeoisie is een klasse die zich heeft opgebouwd op de kloof tussen kapitaal en arbeid – een fundamenteel onderdeel van kapitalisme: zij die de eigendommen bezitten, krijgen de opbrengst van de arbeid uitgevoerd door de werkers. Elk jaar vormt dit ook een kost die we kunnen meten: de kost van een kapitaal; al het geld dat niet naar lonen of investeringen gaat. En dat getal is de laatste 20 jaar enorm gestegen, ten koste van arbeidsvergoeding. Het is daarom meer dan ooit nodig om over de parasiet die de bourgeoisie is te spreken: het voedt zich niet enkel op ons werk, maar ook onze belastingen en sociale toeslagen. De Franse staat geeft nu meer dan 150 miljard euro uit – veel meer dan wat naar de nationale begrotingen voor onderwijs of ziekenhuizen gaat – om de belastingen en bijdragen te compenseren die niet langer betaald worden door bedrijven. Want die bedrijven zijn vrijgesteld. De rest gaan naar subsidies en steun om te compenseren voor de lage lonen die men van diezelfde werkgevers ontvangt. 

En tot slot verdienen die rijken ook veel geld aan zaken die onze leefwereld kapot maken. De ontginning van fossiele brandstoffen – de broodwinning van TotalEnergies en BNP aandeelhouders – doet het erg goed, net als andere vervuilende industrieën en diensten. De rijken hebben geen interesse om de economie aan te passen om de klimaatopwarming te beperken – we weten toch al dat het te laat is – en onszelf beter te organiseren ten opzichte van die toekomst.

We vergeten, volgens jou, te vaak dat het klimaatdebat een politiek probleem is, klopt dat?
Jazeker, hoewel er zeker verbetering zichtbaar is. Ik denk dat iedereen begrijpt dat kleinschalige acties – zeker als je weet dat dit jaar de records van subsidies voor fossiele brandstoffen verbroken zijn geweest – een beetje nutteloos zijn geworden. We weten ondertussen dat de rijksten ook de grootste vervuilers zijn, zowel door hun levensstijl als hetgeen wat hen rijk maakt. Het zijn zij die de keuzes maken die onze ondergang zijn, met de samenwerking van de overheid. Als we dit aspect van het probleem negeren, dan komen we nooit verder. 

Daar gaat de politisering van de klimaatkwestie over; beseffen dat niet iedereen evenveel schuld treft en dat sommige mensen meer inspanningen moeten leveren dan anderen. Want anders leidt het tot abstracte clichés zoals “de mens is de oorzaak van zijn eigen verdoemenis”, een grote veralgemening die bijzonder heftig is voor inwoners van landen in het Zuiden, die veel meer last hebben van de opwarming van de aarde terwijl ze er veel minder verantwoordelijk voor zijn. We moeten weg van dat discours van de milieutragedie die alomtegenwoordig is in culturele en mediaproducties, we moeten de klassenstrijd betrekken in dat debat. Anders is het echt om zeep. 

Bestaat er een trend waar we klassenbewustzijn zien verdwijnen? De ideëen bestaan wel maar ze leven niet echt, toch niet zo buiten activistische kringen.
Ja dat klopt, er is heel wat werk nodig om te herinvesteren in de betekenis van de klassenstrijd. Daar probeer ik aan te werken met Frustration en Parasites. We merken wel dat we vooruitgang boeken: tien jaar geleden was het onmogelijk om te praten over kapitalisme en de bourgeoisie zonder voor gek verklaard te worden. Nu zijn die termen veel meer aanvaardbaar. In 2016, getuigde zo’n 69% van de bevraagden in Franse enquête dat ze geloofden dat de maatschappij gekenmerkt wordt door de klassenstrijd. In 2013 was dat maar 64%. Dat is aanzienlijk hoger dan het aantal Fransen die de idee van de klassenstrijd geloofden in 1967, wat een tijd was die gelinkt wordt met een hoogtepunt in sociale conflicten in Frankrijk. Toen ging maar 44% akkoord met de gedachte dat de klassenstrijd een werkelijkheid was. 

“Het lijkt erop dat de bourgeoisie zich goed voelt als ze de ellende van het proletariaat aanschouwt.”

Dus concreet: hoe kan frustratie worden omgezet in collectieve macht?
Er zijn twee onderdelen: een cultureel en een ideologisch deel, en daar is een boek of een tijdschrift voor. Het gaat erom de klassenstrijd in zijn meest concrete verschijningsvormen te documenteren, de rechtvaardigingen die de bourgeoisie geeft voor haar overheersing weg te nemen en mensen zich minder schuldig te laten voelen over hun gevoelens van opstand of woede, enzovoort. 

Maar er is ook een organisatorisch component, wat een manier is om mensen bewust te maken van hun rechten. Hoe krijgen we al die boze individuen zover dat ze samenwerken en de rollen omdraaien? Daar schieten we te kort. Ik denk dat we klem zitten tussen een zeer legalistisch, republikeins links, dat in de eerste plaats gelooft in het belang van verkiezingen en de mogelijkheid om het systeem te veranderen via bestaande instellingen, zonder de balans op te maken van eerdere mislukkingen – Mitterrand in Frankrijk, Tsipras in Griekenland, om er maar twee te noemen. En aan de andere kant een revolutionair extreem links dat erg groepsgebonden is, een beetje folkloristisch, nogal intellectueel. En parallel aan dit alles vakbondsorganisaties die vaak te bureaucratisch zijn, bekeerd tot het idee van een mogelijke dialoog met de werkgevers…. 

Gelukkig worden in periodes van sociale bewegingen deze grenzen tijdelijk opgeheven. Het is mogelijk om buiten deze vooraf vastgestelde kaders te handelen, om een groep te vormen, om zich met collega’s en vrienden te organiseren met een gemeenschappelijk doel. Er valt dus veel te verwachten van fasen van sterke sociale conflicten. Maar er is nog veel werk aan de winkel: hoe vinden we een vorm van politieke organisatie voor mensen die minder tijd hebben, onzekerder zijn en soms zelfs een beetje wanhopig? Dat is een serieuze kwestie die we moeten oplossen als we vooruit willen, denk ik. Het boek stelt verschillende wegen voor.

Waarom is het nodig om miljardairs, macronisten, neoliberalen en andere journalisten die hen verdedigen belachelijk te maken?
Allereerst omdat er een reden voor is! Ze verdedigen een volkomen onrechtvaardig en ecologisch onhoudbaar systeem en ze doen dat met een waanzinnige arrogantie. Ik vind het altijd een beetje belachelijk om deze journalisten miljardairs te zien verdedigen: waarom? Hopen ze ooit aan hun tafels te worden uitgenodigd? Je moet ze uitlachen omdat hun bewind is gebouwd op een groot pak leugens. En ook omdat het hun minachting voor ons is die hen bij elkaar houdt en hun zekerheid van hun recht om ons te domineren. Als wij, op onze beurt, hen verachten, zullen we ons meer verenigd en legitiemer voelen in de hoop ooit buiten hun macht te leven.

Wat is er mis met cinema, in termen van “de bourgeois gaze” en zogenaamde “sociale cinema”?
Dit is een groot werk dat Rob Grams, adjunct-hoofdredacteur van Frustration, binnen een reeks artikelen over cinema uiteenzette. Bourgeois gaze verwijst naar de manier waarop cinema – een bijna volledige monopolie van de bourgeoisie en bourgeois kinderen – grotendeels wordt geproduceerd door de ogen van de hogere klassen. Dit vertaalt zich op verschillende manieren: ten eerste filmen en vertellen zij zichzelf, vandaar het gevoel dat men soms kan hebben dat de meeste films zich afspelen in grote Parijse of New Yorkse flats, alsof dit de normale en wijdverspreide manier van leven is. Maar ze filmen ook anderen vanuit hun standpunt. En als het gaat om het tonen van de arbeidersklasse, is het vaak catastrofaal. Het licht is grijs, de mensen spreken slecht, zijn belachelijk of zielig en bovenal verliezen ze voortdurend de strijd. Het lijkt erop dat de bourgeoisie zich goed voelt als ze de ellende van het proletariaat aanschouwt. Men heeft de nodige 15 minuten sociale empathie ervaren, waardoor ze zichzelf weer als een goed mens kunnen beschouwen, en bovendien nog gerustgesteld over het onvermogen van arbeiders en bedienden om in opstand te komen tegen de onrechtvaardige orde waarvan ze profiteren. 

Wat zou jouw ideale scenario zijn, echt sociale cinema?
Een film die een zegevierende sociale revolutie laat zien. Of werknemers die zich verenigen en winnen in hun bedrijf, de herovering van een hele middenklassewijk door precaire mensen… Dit alles met een waanzinnige cast, goede seksscènes en een ongelooflijke soundtrack. Niets minder dan dat.

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.