Muziek

De Cultuur is niet bang voor een beetje decadentie

Goud geverfd fruit, marmeren vloeren en statige Franse hofjes – zulke decadente taferelen vullen ongeveer de helft van de instagram-account van De Cultuur, de zelfbenoemde “funky hiphop posse international” uit Amsterdam. De rest van de geüploade bezienswaardigheden is een allegaartje van minder chique voorzieningen, zoals geïmproviseerde studio’s, tweedeklas-treinreisjes en net geen designerkleding. Het is een zelfgecreëerd universum dat zich ergens tussen hoge en lage cultuur bevindt, en dat “entertainers” Yonah en Christiaan en producer Diederik nu ongeveer een jaartje zorgvuldig cureren als kunstcollectief.

Erg bekend zijn ze nog niet, maar misschien heb je weleens een clip voorbij zien komen waarin ze veelal ballades zingen, en rappen over de fijnere en melancholiekere dingen in het leven. Met tracks als Cruisin’ en Champagne weten ze Nederlandse hiphop fluweelzacht te maken, en het album Bonne Nouvelle is dit voorjaar uitgekomen. Een echt festivalseizoen hebben ze nog niet achter de rug, maar daar komt vast verandering in nu hun debuut er is, met daarop samenwerkingen met Raven Aartsen, Bokoesam en Ray Fuego. We spraken de groep over luxueuze privéfeestjes, Parijs en onmisbare festivalaccessoires.

Videos by VICE

Noisey: Jullie zijn de laatste tijd vaak in Parijs. Halen jullie daar al die decadentie vandaan?
Yonah: Ja, we woonden daar een paar maanden en in Parijs gaat alles nét wat anders dan in Amsterdam. We hebben onze naam eraan te danken; in Parijs is de cultuur leidend en dat missen we in onze hoofdstad. Niet dat het hier wack is of zo, maar in Parijs heb je echt do’s en don’ts. Je kan daar niet op een feestje komen met een dik horloge van roestvrij staal. Je mag hoogstens een kleine ring hebben zoals die ik nu om heb, en die mag dan hoogstens roségoud zijn. Meer dan dat wordt al snel opschepperig.

Hoe heb je dit soort etiquette geleerd? Komen jullie uit een welgesteld milieu?
Yonah:
We kennen beide werelden. Die ouwe van me heeft wel een paar centjes, maar mijn moeder is kunstenaar en leeft op minder geld. We hebben allemaal onze skere dagen, maar wanneer we het goede leven kunnen leven, doen we dat ook.
Christiaan: Het is dat gezonde contrast: dure whisky’s uit plastic glaasjes drinken en dan vol op je bek gaan, of als vip naar een Hermes-show gaan en daarna een Maccie pakken.
Yonah: Dat contrast hoor je ook terug in de muziek van De Cultuur, we willen die twee werelden samenbrengen op ons album.

Gaat die luxueuze levenswijze eigenlijk wel samen met festivals?
Yonah: Eigenlijk niet, want je moet helemaal uit je bol kunnen gaan. Als er modder is, ben ik weg. Als er een moshpit is, ben ik daar niet. Het is zelfbescherming: vorig jaar ben ik op een festival de glazen van mijn Ray-Ban kwijtgeraakt, en daar kwam ik pas de volgende dag achter. Dat is een heel ander soort kater. Ik meet altijd de schade op: die schoen is nu helemaal fucked up, deze kimono moet ik laten repareren, met mijn zonnebril moet ik naar de opticien voor nieuwe glazen, de vlaggen zijn gestolen. Het geeft financiële hoofdpijn. Ik ben eigenlijk best wel faya als het op festivals aankomt.

Jullie worden nog niet echt geboekt door festivals. Misschien komt dat wel door die houding.
Yonah: Ja, ze zijn vooral verzot op ons in Vinkeveen, waar onze roots liggen. Je hebt daar een heel lange straat van vijf kilometer lang, de Baambrugse Zuwe, met links en rechts allemaal villa’s. Katja Schuurman en Andre Hazes hebben daar gewoond, en ook veel penoze, al mag je dat eigenlijk niet zeggen. Ze vinden het daar leuk om wat jonge pikkies te laten draaien en daarom boeken ze ons. We leggen aan met de boot, want dan kunnen we ons drankje drinken.

Dronken in een boot stappen mag toch ook niet?
Yonah: Nee, klopt. Ik ben eens op Wegmisbruikers geweest op tv, op weg naar een optreden. Dat staat nog ergens online. Opeens een camera op mijn smoel, en die kale gast van dat programma die naar me schreeuwde: “Je weet toch dat dit zwaar onverantwoord is?!” Ik gaf een bijdehand antwoord en toen noemde hij mij een gevaar. Boete van 1300 euro. Om dat te betalen heb mijn stufi omhoog moeten krikken voor twee maanden. Dat is niet heel glamorous.

Keurig. Even terug naar festivals: welk item neem je daar sowieso mee naartoe?
Diederik:
Ik wil niet zeggen dat ik smetvrees heb of zo, maar ik heb altijd desinfecterende handcrème bij me, ook nu. Maar een veel belangrijker item is een hoodie. Mensen onderschatten dat echt. Waar ik ook kom, ik heb er altijd een mee. Als je op een festival bent, of aan de shit zit, of het wordt koud, of het wordt te druk: met een hoodie voel je je altijd veilig. Dan is de wereld weer fijn.
Christiaan: Je komt naar een festival om lekker te gaan en dan kan ik koppijn gewoon niet accepteren. Dit tasje hier is mijn antikaterkit. Er zit een pufje in voor mijn longen, wat vitamines en paracetamol, want je wordt vaak met een kater wakker. Een goeie cocktail dus van allerlei shit.
Yonah: Er is al voor vijfhonderd euro aan De Cultuur-vlaggen gestolen bij onze optredens, en daarom neem ik deze De Cultuur-chain van mahoniehout altijd mee, die ik in Bali heb laten maken. Dit ding kan ik gewoon omdoen en raak ik dus niet kwijt. Daarnaast moet je altijd Roemeens goud meenemen, wat eigenlijk helemaal geen goud is. Maar breng het en licht iedereen ermee op. Het is de perfecte manier om mensen die aan de pillen zitten een stom dingetje aan te smeren.

Dit artikel verscheen eerder in onze Festival Guide. Meer stukken uit de Guide vind je op festivals.vice.com. Luister hier onder naar ‘Bonne Nouvelle’.